Economie en defensie zijn twee zijden van dezelfde medaille
Na de oproep van Raadsvoorzitter Charles Michel om over te schakelen naar een Europese oorlogseconomie, is het misschien goed dat ons land eens in eigen boezem kijkt. Is het in tijden van budgettaire krapte verantwoord het budget van defensie te verhogen?
Uit de neerwaartse evolutie van ons defensiebudget blijkt dat België na de Koude Oorlog lang heeft geprofiteerd van de zogenaamde vredesdividenden. Het Strategisch Plan in 2016 en het Plan Star in 2022 zetten een kentering in, maar budgettair was het niet meer dan een inhaalmanoeuvre. In reële cijfers kunnen we vandaag ongeveer evenveel kopen als in 1990.
- De auteur
Wally Struys is professor emeritus aan de Koninklijke Militaire School, Cind Du Bois hoogleraar economie.
- De kwestie
De vraag naar meer middelen voor defensie klinkt almaar luider, maar de budgettaire ruimte is krap.
- De conclusie
De tegenstelling tussen defensie en sociale uitgaven is vals.
Sinds de Russische inval in Oekraïne hebben alle Europese landen hun defensie-inspanning aanzienlijk verhoogd. Ook in België werd een groeipad voorgesteld om in 2030 2 procent van ons bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te spenderen. Maar dat hadden we al op de NAVO-top van 2014 in Wales beloofd. Omdat onze bondgenoten nu sneller groeien, neemt de kloof alleen maar toe.
Van die defensie-uitgaven wordt verwacht dat we 20 procent in nieuw materiaal investeren. Die drempel halen we, maar ook daar scoren we slecht. Alleen Denemarken investeert minder. Ook aan de specifieke capaciteitseisen van de NAVO voldoen we niet. Zo kopen we maar 34 F-35-gevechtsvliegtuigen in plaats van de gevraagde 45.
Wapens en boter
Terwijl de meeste politieke partijen het er intussen over eens zijn dat het Belgische defensiebudget moet worden verhoogd, blijft het debat gevoelig. De discussie verglijdt vaak in een of-ofverhaal, waarbij een verhoging van het defensiebudget automatisch betekent dat wordt gesnoeid in sociale uitgaven. Het ongelukkige voorstel van premier Alexander De Croo (Open VLD) om het werkloosheidsbeleid te verstrengen en de uitgaven in de gezondheidszorg ‘onder controle’ te houden heeft die veronderstelling alleen maar gevoed.
Maar de afruil tussen defensie (guns) en sociale uitgaven (butter) is minder dichotoom dan klassiek wordt voorgesteld. We hebben guns nodig om butter te produceren, en omgekeerd. Het handhaven van de veiligheid draagt bij aan de economische en sociale ontwikkeling van de natie en aan de bescherming van de rechtsstaat.
Van alle overheidsuitgaven ging in 2022 maar 1,85 procent naar defensie. Naar gezondheid en sociale zekerheid was dat respectievelijk 15,26 en 38,21 procent. Het defensiebudget kan dus bezwaarlijk een concurrent van de sociale uitgaven worden genoemd. Bovendien tonen almaar meer studies aan dat militaire uitgaven, via de tewerkstelling, ook een positief effect kunnen hebben op onze welvaart. Economie en defensie zijn twee zijden van dezelfde medaille.
Veel te lang werd het defensiebudget gebruikt om de staatsfinanciën bij te sturen met besparingen. Het is hoog tijd dat we het bepalen in functie van de noden van ons land.
Volgens de econoom Gert Peersman (UGent) zal elk gezin 'ongeveer 1.000 euro per jaar extra aan belastingen moeten betalen om het defensiebudget te verhogen tot 2 procent van het bbp’. Op een moment dat de kiezers wakker liggen van koopkracht, slaat zo’n bewering in. Maar ze klopt niet helemaal.
Volgens de NAVO-definitie moet niet het defensiebudget 2 procent bereiken, maar de defensie-uitgaven. Die bevatten, naast het eigen budget, ook uitgaven die worden gefinancierd via andere budgetten zoals het EU-herstelfonds. In 2023 ging het om 1,8 miljard euro, waarvan het leeuwendeel bestemd was voor pensioenen van onze militairen. Mochten we die pensioenen bij wijze van spreken verdubbelen, stonden we meteen een grote stap dichter bij de 2 procentdoelstelling.
Weerbaarder maakt dat ons uiteraard niet. Om onze defensiecapaciteit te herstellen, zodat we pakweg munitie of een extra fregat kunnen kopen, moeten we daarom niet kijken naar de defensie-uitgaven, maar naar het zuivere defensiebudget. Op dit moment bedraagt dat minder dan 1 procent van het bbp. Het optrekken tot 2 procent - wat de NAVO vooralsnog niet vraagt - zou ons dus een pak meer kosten dan de 1.000 euro waarover Peersman het heeft.
Tegelijk is dat relatief. In 2022 bedroeg het defensiebudget ongeveer 1.000 euro per gezin, terwijl aan gezondheidsuitgaven en sociale bescherming samen meer dan 30.000 euro per gezin werd besteed.
Met de oorlog aan onze oostgrens, de situatie in het Midden-Oosten en de druk op de veiligheid in heel wat Afrikaanse landen zou het gevaarlijk zijn onze defensie-inspanningen te bepalen op basis van louter budgettaire overwegingen. Veel te lang werd het defensiebudget gebruikt om de staatsfinanciën bij te sturen met besparingen. Het is hoog tijd dat we het bepalen in functie van de noden van ons land, zowel wat de veiligheid als de sociale zekerheid betreft. Die laatste kan maar worden gegarandeerd als de eerste voldoende stabiel is.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening