Burn-out vroegtijdig aanpakken? Begeleid dan ook leidinggevenden
De federale regering maakt 6 miljoen euro vrij om jaarlijks tot 1.650 werknemers met vroege symptomen van burn-out gratis begeleiding op maat aan te bieden. Dat initiatief heeft alleen kans op slagen als ook de werkgevers mee in beeld komen, schrijven Eva Geluk en Bart Teuwen.
Is burn-out nu wel of niet een werkgerelateerd syndroom? Over die kwestie bestaat onder onderzoekers nog geen unanimiteit. Uit onderzoek blijkt wel glashelder dat burn-outinterventies die louter op het individu focussen weinig significante effecten hebben.
Dat de federale regering budget vrijmaakt om de strijd tegen burn-out op te drijven, is een goede zaak. Voorwaarde is wel dat de middelen juist worden ingezet. Het zal alvast niet volstaan om werknemers ‘gepast te leren omgaan met spanningen op het werk’.
De begeleiding die naar voren geschoven wordt, lijkt daarmee vooral op de medewerkers te focussen en laat de werkgevers buiten beeld. Dat is een belangrijk manco: om succesvol te zijn moet de werkcontext meegenomen worden bij preventie van burn-out. Zo niet gaan werknemers die symptomen van burn-out beginnen te vertonen van job veranderen, omdat ze niet naar dezelfde context terug willen. Dat kan een oplossing zijn voor de werknemer in kwestie, maar is geen duurzame aanpak van het probleem.
In de strijd tegen burn-outs moeten werkgevers, in de praktijk vaak de leidinggevende, en werknemers kunnen spreken over wat anders moet op het werk.
In de strijd tegen burn-outs moeten werkgevers, in de praktijk vaak de leidinggevende, en werknemers kunnen spreken over wat anders moet op het werk. Waar is nood aan? Wat is er mogelijk? Dat is niet evident en plaatst leidinggevenden mogelijk in een moeilijke positie. Zij hebben vaak niet de tijd, de kennis en de vaardigheden om dat essentiële gesprek te voeren.
Dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn: er zijn al re-integratiebegeleiders actief, professioneel opgeleide profielen die met kennis van zaken een faciliterende rol kunnen spelen. Die neutrale bemiddelaars treden momenteel alleen reactief op. Ze faciliteren de terugkeer naar de werkvloer. En weten maar al te goed dat ze de leidinggevende mee in het bad moeten nemen.
Maar ook preventief kunnen die re-integratiebegeleiders een belangrijke rol opnemen. Ze helpen een open en veilige context te creëren, waarin de werknemer en de leidinggevende samen de werkcontext kunnen bespreken. En waar de mogelijkheden liggen tot aanpassingen. Dat gebeurt nog veel te weinig.
De extra miljoenen die de regering op tafel legt, kunnen zeer nuttig zijn om het welzijn op de werkvloer nog beter te beschermen. Op voorwaarde dat de medewerker én werkgever/leidinggevende de juiste ondersteuning en begeleiding krijgen.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening