Bespaar ons vele jaren van fiscale onzekerheid
De regering overweegt een nieuwe aanpassing van de algemene antimisbruikbepaling in het belastingrecht. Ondernemers riskeren daardoor weer vele jaren onzekerheid. Precies wat ze kunnen missen.
Gevraagd naar hun absolute fiscale prioriteit voor 2024 antwoorden ondernemingen bijna unisono: rechtszekerheid. Niet de talrijke en omvangrijke wijzigingen in de internationale fiscaliteit houden hen prioritair bezig, wel de rechtsonzekerheid en de overrompelende compliance die daarbij komt kijken. Een substantieel belastingdispuut jarenlang in hun jaarrekening meeslepen is voor ondernemingen bijzonder lastig. Het veroorzaakt twijfel en onrust bij alle betrokkenen en bemoeilijkt toekomstige investeringen.
Dat de fiscale administratie voldoende middelen krijgt om agressieve belastingplanning aan te pakken, behoort derhalve niet tot hun grootste bezorgdheden. Wel de mogelijke onzekerheid die daarmee gepaard gaat.
België heeft in 1992 een algemene antimisbruikbepaling in het belastingrecht ingevoerd. In 2012 werd die aangescherpt. Door de onvermijdelijk eerder vage termen van zo'n bepaling is het voor alle betrokken partijen aanvankelijk wat in het duister tasten naar de precieze draagwijdte. Gelukkig ontstaat gaandeweg meer duidelijkheid door de concrete invulling in de hogere rechtspraak.
De regering overweegt nu een nieuwe aanpassing van die algemene antimisbruikbepaling. Dit keer zou de fiscale administratie geen rekening moeten houden met ‘kunstmatige constructies die het doel of de toepassing van het toepasselijke belastingrecht ondermijnen’. Het spreekt voor zich dat al wie met het belastingrecht wordt geconfronteerd zo’n algemene term zonder duidelijke leidraad verschillend kan invullen. We riskeren dus weer een ruim aantal jaren onzekerheid.
Neem een voorbeeld aan Portugal, waar een groot deel van de fiscale betwistingen binnen zes maanden wordt opgelost in een nationale arbitragecommissie.
Gelukkig is er een rulingcommissie, waaraan je een transactie vooraf kan voorleggen. Maar ook dat zal weer enige tijd vergen. Bovendien kunnen nu eenmaal niet alle transacties worden voorgelegd.
Daar komt bij dat de ervaringen van de afgelopen jaren leren: als de fiscale administratie eenmaal een standpunt heeft ingenomen, worden principiële kwesties zelden of nooit via een bezwaarschrift opgelost. Hoe onduidelijker de wetgeving, hoe meer een onderneming dus moet overwegen de discussie voor te leggen aan een fiscale rechtbank. Dat vraagt tijd. Soms heel veel tijd, zoals deze week bleek. Een bepaalde fiscale betwisting kan voor de Franstalige fiscale kamer van het hof van beroep in Brussel pas in 2040 worden gepleit. Dat is ronduit dodelijk voor onze bedrijven.
Kortom, als concrete casussen aantonen dat een verscherping van een antimisbruikmaatregel noodzakelijk is, het zij zo. Maar neem dan een voorbeeld aan Portugal, waar sinds vele jaren een groot deel van de fiscale betwistingen binnen zes maanden wordt opgelost in een nationale arbitragecommissie. Zo niet, denk twee keer na vooraleer opnieuw vele jaren rechtsonzekerheid te creëren voor onze ondernemingen.
Meest gelezen
- 1 Nieuwe telecomoperator Digi duikt met tarieven stevig onder de concurrentie
- 2 Klimaatvoluntarisme Depraetere jaagt coalitiepartners op stang
- 3 Hoe klop je de MSCI World-index: de succesformule van de alfa-meesters
- 4 Belegger schrikt van fitnessambities Colruyt
- 5 Onderzoek naar Didier Reynders: Nationale Loterij wijst op tweede verdachte spelersrekening