Advertentie
reportage

‘Hij heeft me nooit fysiek lastiggevallen, maar...'

©Mediafin

Van suggestieve opmerkingen over aanhoudende avances tot brutale aanrandingen. Ook op de Belgische werkvloer komt seksuele intimidatie veelvuldig voor. Alleen worden daders er zelden op aangesproken. ‘We zien slechts het topje van de ijsberg.’

‘Als een soort mentor. Zo stelde hij zich aanvankelijk op. Ik kon bij hem terecht met vragen of onzekerheden over het werk. Omdat het mijn eerste echte job was, was ik daar dankbaar voor. Maar al snel voelde die professionele vertrouwensrelatie bevreemdend aan. Het begon met telefoontjes naar klanten. Nadat hij een vrouw aan de lijn had gehad, beschreef hij grijnzend en knipogend wat hij allemaal wel eens met haar wilde doen. Of hij zei hoe gemakkelijk hij in haar broekje zou geraken. Heel ongemakkelijk.’

Marijke* vertelt hoe het niet lang daarna ook over haar ging. ‘Als ik eens opgetut kwam werken omdat ik na het werk plannen had, kreeg ik gelijkaardige opmerkingen. Heel vuil. Hij heeft me nooit fysiek lastig gevallen. Maar... Vaak was het subtiel of verpakt in een ongepast grapje. Maar het hing de hele tijd in de lucht, er heerste constant een ongemakkelijke sfeer. Ik ben er uiteindelijk niet lang gebleven.’

Advertentie

Ik kreeg te horen dat mijn klacht was geseponeerd, omdat de persoon in kwestie niet langer voor het bedrijf werkte. Ziek ben ik daar van geweest.

Annemie

Het gedrag aanklagen was nooit aan de orde. ‘Deels vanwege die vertrouwensrelatie. Maar er speelden meer factoren. Ik was de enige vrouw in ons kleine kantoor. Misschien was ik gewoon te gevoelig? En het waren maar opmerkingen, toch? Bij wie zou ik ermee terecht kunnen, wetende dat zelfs met klachten over verkrachting amper iets gebeurt?’

Seksuele intimidatie is een praktijk waarmee nog altijd heel wat - vooral - vrouwen worden geconfronteerd. Dat leert de stroom reacties die de voorbije weken over ons heen rolde in de nasleep van het schandaal rond de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein. Onder de hashtag MeToo deelden vrouwen op sociale media volop getuigenissen van seksueel ongewenst gedrag, in alle mogelijke vormen en sociale contexten. Maar al te vaak ging het daarbij om grensoverschrijdend gedrag op de werkplek. Ook in ons land.

Kus in de nek

De omvang van het probleem is moeilijk in te schatten, aldus professor Elfi Baillien, die aan de KU Leuven al meer dan tien jaar onderzoek doet naar het thema. ‘Het is complexe materie om te onderzoeken, al is het maar omdat je seksueel ongewenst gedrag heel breed kan definiëren en er dus veel variatie zit in de beschikbare metingen. Daarbij komt dat het een typisch probleem is waar je met onderrapportering kampt. We kunnen alleen diegenen opnemen in de meting die ervoor durven uit te komen.’

Europees onderzoek uit 2015 leert dat zo’n 2 procent van de Europese werknemers (m/v) het jaar voordien last heeft gehad van ongewenste intimiteiten op de werkvloer. Voor België ligt dat met 2,1 procent iets hoger. Maar experts maken zich geen illusies: in werkelijkheid komt het veel vaker voor. Baillien: ‘We krijgen slechts het topje van de ijsberg te zien.’

2,1%
Onderzoek uit 2015 leert dat zo’n 2,1 procent van de Belgische werknemers (m/v) het jaar voordien last heeft gehad van ongewenste intimiteiten op de werkvloer. Dat ligt iets boven het Europese gemiddelde.

Dat zo veel gevallen onder de radar blijven, ligt deels aan de complexiteit van wat zich afspeelt. Seksueel overschrijdend gedrag kan even duidelijk als ambigu zijn. Een dubbelzinnige opmerking, een ongepaste grap, een aanraking waarvan je niet zeker bent hoe ze is bedoeld. Veel vrouwen zijn bang als humorloos of preuts te worden afgedaan en laten dus betijen, ook al is de situatie vervelend en legt het stilzwijgen vaak de basis voor meer van hetzelfde of erger.

Maar zelfs bij overduidelijk grensoverschrijdend gedrag is onderrapportering een realiteit. Dat zegt ook Hilde De Man, verantwoordelijke psychosociale aspecten bij IDEWE, een dienst voor preventie en welzijn op het werk. ‘Het blijft taboe om seksueel onaangepast gedrag op de werkvloer te melden. De slachtoffers voelen zich geschonden in hun integriteit en zijn vaak beschaamd over wat is gebeurd. Bovendien zitten ze zich vaak in een afhankelijke positie als de pleger een hogere functie heeft. Ze vrezen voor de gevolgen voor hun carrière. En dan is er nog de bewijslast. Vaak is het woord tegen woord.’

Advertentie

Die machtscomponent is bij veel gevallen aanwezig. Baillien: ‘In de cases die ik heb bestudeerd, had de dader vaak een groot belang voor de organisatie. Hij had een hoge functie of unieke capaciteiten, of was een belangrijk uithangbord voor het bedrijf. Door hun grote belang voelen zulke mensen zich soms onaantastbaar. Voeg daar een maatschappelijke context aan toe waarin seksueel onaangepast gedrag vaak onder de mat wordt geveegd en je begrijpt waarom het moeilijk uit te roeien is.’

En dus blijft de bankdirecteur die een stagiaire in de nek kust buiten schot. Of wordt de zoon van de baas niet ter verantwoording geroepen als hij collega’s met porno bestookt en agressief reageert op commentaar.

Liever intern

De grote vraag is of er een remedie te bedenken is. Op papier speelt België een leidende rol als het op wetgeving rond grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer aankomt. Al sinds 2002 geldt hier de wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

De wetgeving, die al twee keer is aangescherpt, houdt in dat bedrijven een risicoanalyse moeten maken voor psychosociale risico’s op de werkvloer, net zoals ze dat moeten doen voor fysieke gevaren. Ondernemingen moeten werken met vertrouwenspersonen in het bedrijf, of met een externe preventiedienst, die bemiddelend kan optreden en zelfs een formele klachtenprocedure in gang kan zetten.

De wetgeving geeft slachtoffers een stok achter de deur, maar in de praktijk blijkt het moeilijk ermee te slaan.

De wetgeving geeft slachtoffers een stok achter de deur, maar in de praktijk blijkt het moeilijk ermee te slaan. ‘Het probleem met dit soort regelgeving is dat je iets delicaats probeert te juridiseren’, zegt Patrick Humblet, specialist arbeidsrecht en sociaal recht aan de Universiteit Gent. ‘Seksueel gedrag gebeurt vaak subtiel, zonder getuigen. Probeer je zaak dan maar eens te bewijzen.’

Door die moeilijkheid focust de wetgever op een interne afhandeling. Als de drempel door de bewijslast erg hoog ligt, is het efficiënter preventief en bemiddelend te werk te gaan. Hoe vroeger slachtoffers durven te klagen, hoe groter de kans op een oplossing waar iedereen mee kan leven, luidt de redenering. Niet in elk geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag moeten ‘koppen rollen’. Vaak volstaat een gesprek waarin de grenzen duidelijk worden gesteld of kan een verplaatsing in het bedrijf een oplossing bieden.

Torfs’ geheim? Een globale aanpak

Als bedrijven willen zien hoe een effectief preventiebeleid eruitziet, moeten ze volgens preventie adviseurs bij de schoenenketen Torfs gaan kijken.

CEO Wouter Torfs lacht als we het hem voorleggen. ‘95 procent van onze werknemers zijn vrouwen. Ik moet dus niet al te veel pluimen op mijn hoed steken als het over preventie van seksuele intimidatie gaat. Maar het klopt dat we algemeen weinig last hebben van ongewenst gedrag, zoals pesten of geweld.’

 

‘Dat is het resultaat van onze globale visie op hoe we als bedrijf willen zijn’, zegt Torfs. ‘We proberen een klimaat te creëren dat de nadruk legt op menselijkheid en authenticiteit. We zien onze werknemers als mensen in hun totaliteit. En we zetten in op open communicatie. We leiden onze mensen daarin op, dat helpt ook om ze weerbaar te maken.’

Torfs probeert die visie consequent door te drukken in alle gelederen. ‘Als dat je vertrekpunt is, volgt daar vanzelf een hoop positiefs uit. Het is de beste preventie, je hebt amper nog remediëring nodig.’

 

Maar ook in die interne afhandeling leert de praktijk dat de drempels nog erg hoog zijn voor slachtoffers. Door de machtsverhoudingen, door de schaamte, door de angst niet geloofd te worden.

Die angst is niet altijd onterecht, onderstreept De Man. ‘Het is al gebeurd dat slachtoffers hun carrière in het bedrijf gefnuikt zagen, nadat ze de feiten hadden gemeld. Melding maken kan deining veroorzaken en tot represailles leiden. De plegers van ongewenst seksueel gedrag hebben soms een groot netwerk. Dat zag je ook in de Weinstein-affaire. Die man had zo’n macht dat anderen hem beschermden, omdat ze van hem afhingen.’

In de doofpot

Annemie* maakte van dichtbij mee hoe het fout kan lopen. Hoewel ze geen onbelangrijke functie had in het middelgrote bedrijf waar ze werkte, kreeg ze te maken met aanhoudende avances van een directeur. Die leidden uiteindelijk tot een aanranding. ‘Ik heb dat lang voor mij gehouden. Maar toen me duidelijk werd dat ik niet de enige was, heb ik de moed gevonden ermee naar buiten te komen.’

Maar waar Annemie op een gevoel van gerechtigheid hoopte, bleek de procedure vooral een bron van frustratie. ‘Ik moest mijn verhaal doen bij een externe adviseur. Het rapport dat hij maakte, belandde bij de personeelsdirecteur. Die liep ermee naar de CEO. En die stak de boel gewoon in de doofpot. De directeur in kwestie verdween even naar de achtergrond. Maar enkele weken later liep hij weer gewoon rond op de werkvloer, alsof er niets was gebeurd.’

Vanaf dat moment werd Annemie actief tegengewerkt, tot op het punt dat haar een ontslag boven het hoofd hing. ‘Ik heb een advocaat in de arm genomen en heb formeel een klacht ingediend bij de preventieadviseur. Mijn grote ‘geluk’ was dat er intussen nog vrouwen naar voren waren gekomen met hun verhaal. Het bedrijf had dus geen andere keuze dan die man te ontslaan. Al werd dat intern verbloemd.

‘Het was tijd voor een nieuwe uitdaging’, kreeg het personeel te horen. Zelf kreeg ik even later ook het bericht dat mijn klacht was geseponeerd, omdat de persoon in kwestie niet langer voor het bedrijf werkte. Ziek ben ik daar van geweest.’

Annemies verhaal legt de achilleshiel van het wetgevende kader bloot. Door de specificiteit van de materie ligt veel verantwoordelijkheid bij de werkgever. ‘Als die niet mee wil, kan het resultaat teleurstellend zijn’, bevestigt Evelien Buseyne, preventieadviseur psychosociale risico’s bij het hr-bedrijf Attentia. ‘Als je de moed hebt met je probleem naar buiten te komen en er gebeurt vervolgens weinig mee, word je een tweede keer een slachtoffer. In mijn ervaring zijn slachtoffers vooral op zoek naar erkenning. Naar rechtvaardigheid. Te weinig slachtoffers krijgen dat.’

Er is de jongste jaren wel merkbaar vooruitgang geboekt, zegt IDEWE-preventieadviseur Peter Decavele, die betrokken was bij de jongste evaluatie van de wetgeving in 2014. ‘Er is zeker sprake van een sensibilisering. Er zijn amper nog bedrijven die niet in orde zijn met hun risicoanalyse. Omdat de inspectiediensten het in het begin consequent opvolgden. Kort na de introductie van de wetgeving had ik een zaakvoerster aan de lijn die nog geen risicoanalyse had gedaan en informatie vroeg omdat ze op de vingers was getikt. Bleek dat het de uitbaatster was van een kapsalon, met één werkneemster. Het werd dus meteen strak opgevolgd.’

Veel bedrijven zijn er ook actiever mee bezig dan vroeger, aldus Decavele. ‘Een gezonde werksfeer wordt steeds belangrijker voor de uitstraling van bedrijven. Dat de schoenenwinkelketen Torfs of de supermarktgroep Colruyt zich sterk profileren op het vlak van welzijn, is niet toevallig. In bedrijven die een actief welzijnsbeleid voeren en duidelijk communiceren dat er nultoleratie heerst voor ongewenst gedrag, krijgen daders minder ruimte. Als het dan toch voorvalt, wordt het ook sneller gemeld, waardoor het vaak sneller wordt opgelost of geen kans krijgt te ontsporen.’

Normbepaling

Experts vinden een campagne als #MeToo nuttig als verdere bewustwording. Baillien: ‘In de praktijk merk je dat zaken als geweld of pesterijen makkelijker op te vangen zijn qua preventie dan seksueel ongepast gedrag, omdat er meer eensgezindheid is over waar de grens ligt. Bij seksueel ongepast gedrag is die grens minder duidelijk. Er is meer discussie over, de visie van mannen en vrouwen op hetzelfde gedrag is vaak anders, noem maar op. Laat het dus maar een debat uitlokken. Het is in die discussie dat je als maatschappij aan normbepaling kan gaan doen.’

Door de specificiteit van de materie ligt veel verantwoordelijkheid bij de werkgever.

Of de slinger niet te ver dreigt door te slaan? Sommigen waarschuwen al voor een heksenjacht. Deze week nog werd hier en daar gefronst, toen een Britse minister zich genoodzaakt zag ontslag te nemen omdat hij 15 jaar geleden een hand op de dij van een journaliste had gelegd. Een journaliste die bovendien benadrukte dat ze snel duidelijk had gemaakt dat ze dat gedrag ongepast vond en onderstreepte dat ze zich geen slachtoffer voelde.

‘De angst voor een heksenjacht doet wat denken aan de vrees dat meer mensen burn-outs zouden krijgen omdat gesensibiliseerd wordt’, blaast Baillien. ‘Een maatschappelijke discussie is altijd een kwestie van trekken en duwen, waarbij vast wel eens te hard in de ene of de andere richting wordt getrokken en geduwd. Worden in dit #MeToo-momentum sommige zaken wat overtrokken? Misschien wel. Maar als straks het stof gaat liggen, zien we als maatschappij waar de grens ligt.’

* Marijke en Annemie zijn fictieve namen.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
De Amerikaanse president Donald Trump ontving vrijdag zijn Oekraïense ambtgenoot Volodymyr Zelensky in het Witte Huis.
Scheldpartij Trump legt enorme kloof met Oekraïne bloot
De Amerikaanse president Donald Trump is snoeihard uitgevallen tegen zijn Oekraïense collega Volodymyr Zelensky. 'Jij flirt met een derde wereldoorlog', zei hij tijdens een ontmoeting in het Witte Huis.
Gesponsorde inhoud