Ondernemers bouwen in Oostende fabriek van 300 miljoen die voedingsafval omzet in mest
Drie Belgische ondernemers gaan in Oostende een fabriek van 300 miljoen euro bouwen om restproducten van de voedingsindustrie te verwerken tot organische meststoffen. ‘We mikken op 180 miljoen euro omzet met export naar landen als Polen en Senegal’, zegt CEO Herald Janssen.
Van een restproduct waarmee binnenkort niemand raad weet een circulair exportproduct maken. Dat idee willen drie ondernemers in de praktijk omzetten met Bioferticol. Het bedrijf gaat in Oostende een grote fabriek bouwen voor nevenstromen van de voedingsindustrie - van groenten- of aardappelverwerkende bedrijven tot brouwerijen.
Ghislain Collin is al decennia actief in de sector van nevenstromen waarin nog wat organisch materiaal zit. Vroeger werden die vooral door boeren op akkers gestrooid als bemesting. ‘Door mestactieplannen is het bijna niet meer mogelijk om die producten, waarin nog veel stikstof en fosfor zit, te gebruiken op de Vlaamse bodem’, zegt Collin.
- Bioferticol bouwt in Oostende een fabriek om afval van de voedingsnijverheid om te zetten in organische meststof.
- De fabriek van 300 miljoen euro zal 125 jobs opleveren.
- Het project werd opgestart door Herald Janssen (CEO), Ghislain Collin (COO) en Ronald Daene.
‘Voedingsbedrijven zagen de bui al enkele jaren hangen en vroegen me een betaalbare oplossing te zoeken. Ze vrezen echt dat ze anders hun nevenstromen niet meer zullen kwijtraken’, zegt Collin. Vandaag worden veel van die nevenstromen nog verwerkt in vergistingsinstallaties om er groene stroom en groen gas uit te halen. Maar vaak bevatten die onvoldoende energie om er een hoog rendement uit te puren en biogasinstallaties optimaal te laten draaien. Het lijkt dan ook geen oplossing op de lange termijn. ‘Centrales die meer willen produceren zullen die laagwaardige stromen weigeren’, verwacht Collin.
De meststoffenmarkt is miljarden waard. We zien mogelijkheden voor een omzet van 180 miljoen euro.
Collin bedacht een oplossing om er organische meststoffen van te maken, een project dat verder werd uitgewerkt met Herald Janssen, die een achtergrond heeft in de bankwereld, en Ronald Daene, met ervaring in biogas. Drie jaar geleden kochten ze een terrein van 7,5 hectare van het chemiebedrijf Proviron in de Oostendse achterhaven. Ondertussen zijn vergunningen en vele contracten rond zodat donderdag de eerste spade in de grond werd gestoken voor het project.
Het wordt een grote installatie die direct en indirect 125 jobs zal opleveren. Collin, de operationeel directeur van Bioferticol, schetst hoe het proces eruit zal zien: ‘De grondstoffen worden gedroogd tot een poeder. Dat wordt verrijkt met ontbrekende mineralen om een volwaardige meststof te bekomen. Zodra ze in korrels geperst is, kan ze door boeren op het land worden gebruikt.' Hij mikt op traditionele teelten als bieten, aardappelen of mais.
Door het Vlaamse mestoverschot mikt Bioferticol vooral op export. Daarvoor wordt gekeken naar Wallonië en Frankrijk, maar er zijn ook al contacten met verder gelegen landen als Polen en Senegal. ‘De meststoffenmarkt is miljarden waard. We zien mogelijkheden voor een omzet van 180 miljoen euro per jaar’, zegt Janssen.
Investeerders uit New York
Met een investeringsplaatje van 300 miljoen euro wordt het ook een grote financiële uitdaging. Het oprichterstrio, dat 20 procent van het bedrijf in handen houdt, rekent voor de financiering op banken en heeft ook een reeks andere financiers opgelijst, van een Belgisch en een Nederlands fonds tot investeerders uit New York.
Daarnaast wordt ook gekeken naar Europese steun voor grootschalige innovatieve groene projecten. ‘We kunnen een grote klimaatimpact hebben, want de productie van kunstmest behoort tot de grootste uitstoters. Het gebruik van organische meststoffen uit deze fabriek bespaart jaarlijks bijna 2 miljoen ton CO2 in vergelijking met het gebruik van synthetische meststoffen', zegt Janssen.
Het gebruik van organische meststoffen uit deze fabriek bespaart jaarlijks bijna 2 miljoen ton CO2 in vergelijking met het gebruik van synthetische meststoffen.
De organische meststoffen zouden volgens Janssen ook beter zijn voor de bodem. ‘In vergelijking met synthetische meststoffen komen nutriënten trager vrij bij organische mest, wat beter is voor planten, het water en de bodem. In Frankrijk kampen boeren vaak met te weinig organisch materiaal in de bodem. Het is dus echt een circulair product van landbouw naar landbouw. En het is pionierswerk. Als het hier goed draait, kunnen we het herhalen in landen als Duitsland en Italië.'
Eerst volgt nog de grote test om de nieuwe installatie, die jaarlijks 750.000 ton aan producten moet kunnen verwerken, operationeel te krijgen. Daarvoor werden partners als de bouwgroep Cordeel en de machinebouwer Meyland geselecteerd. Bioferticol verwacht dat de eerste grondstoffen al eind 2026 verwerkt kunnen worden. De bouw van de volledige fabriek zal 2,5 jaar in beslag nemen.
Onbemande boten
Mee inbegrepen in het project is de versterking van de kaaimuur. Bioferticol wil immers een groot deel van zijn productie per schip vervoeren. De meeste grondstoffen komen van bij voedingsbedrijven uit Oost- en West-Vlaanderen. Dat transport zal zoveel mogelijk met elektrische trucks gebeuren. Maar er zijn ook contacten met bedrijven uit het Leuvense. 'De aanvoer daarvan zal gebeuren via onbemande boten', zegt Collin.
Meest gelezen
- 1 Familieman Willy Naessens schonk ook twee externen het vertrouwen voor zijn opvolging
- 2 Tesla ziet verkoop in België met twee derde terugvallen
- 3 De Wever heeft nog altijd geen akkoord over hoger defensiebudget
- 4 Voordelig geld uit bedrijf halen? Jambon laat keuze tussen oud en nieuw regime
- 5 Loopbaancheques voor heel april in 7,5 minuten de deur uit