Geert Noels, econoom: ‘Een ministerschap past niet het best bij mijn talenten’
Misschien had hij ingenieur, politicus of zelfs wielrenner kunnen worden. Maar Geert Noels werd econoom en is CEO van de vermogensbeheerder Econopolis. Geslaagd, veelgevraagd en man met een mening. Maar hij houdt niet van hokjes. ‘Mijn enige motto is: doe je best.’
We zagen het voor ons. We zouden naar de aérodrome van Montluçon-Domérat of Montluçon-Guéret rijden en daar zou Diego, de fotograaf, met zijn grootste lens inzoomen op de laatste honderden vluchtmeters en de landing van de Diamond DA40. Geert Noels zou zijn hoofdtelefoon afnemen, de motoren stilleggen en uitstappen en klik-klik-klik-klik-klik: unieke beelden zouden dit zijn voor de slotaflevering van deze achtdelige reeks. Tot het bericht kwam: 'Woensdag wordt het erg onstabiel weer, met veel onweders de hele dag. Dus vliegen is helaas geen optie.’
à Buxières
In zijn buitenhuis in de stille Auvergne spreekt Rik Van Puymbroeck deze zomer met acht gasten over wat hen spijt en wat hen drijft.
Met de mooie auto waarmee hij op maandagavond rustig op de oprit verschijnt, zou 'vliegen' ook wel mogelijk zijn. En net als in zijn sportvliegtuigje past ook daarin zijn rode Pinarello-fiets. De volgende ochtend is, onder de titel ‘Auvergne Ride’, voor eeuwig op zijn Strava-account getekend: 66,71 kilometer, 1.147 hoogtemeters, 2 uur en 33 minuten gefietst. Met een gemiddelde van 26 kilometer per uur. Wie ooit door de streek fietste, fluit van bewondering.
‘We vechten allemaal tegen onze verslavingen’, zegt hij, nadat hij eerst heeft verteld dat hij niet zo’n beste eter is. ‘Gisteren stond ik om kwart voor zeven op, om kwart voor acht zat ik op kantoor en om één uur vertrok ik naar hier. Ontbijt en lunch had ik niet genomen, mais tu te débrouilles. Omdat ik een ‘broodje snelweg’ niet lekker vind, ligt in mijn auto altijd een zakje colasnoepjes. Veel normale maaltijden heb ik niet in de week. Ik moet opletten met die snoepjes, maar mijn enige echte verslaving is mijn fiets.'
'Ik vind het mooi. Toen ik vanochtend rondreed, voelde en rook ik deze streek. Nu weet ik beter waar ik ben. Onlangs was ik in New York. Ik sprak er voor de Verenigde Naties, bezocht de stad, woonde een musical bij en fietste mee in de Granfondo. Beter wordt het niet, werken voelt dan niet meer als werken aan. Je kan twee dingen tegelijk doen. Ik vergader geregeld op de fiets. Met Johan Van Overtveldt (ex-minister van Financiën, red.), Luc Versele (ex-CEO van Crelan, red.) en vroeger met Hans Bourlon (CEO van Studio 100, red.), bijvoorbeeld. Dat is toch veel aangenamer dan in een vergaderzaal te zitten? De meeste van mijn boeken heb ik in mijn hoofd geschreven, al fietsend.’
Geert Noels (56) werd geboren in Antwerpen. Zijn vader had een groothandel in graan, zijn moeder gaf les. Hij heeft één zus, die vandaag schooldirectrice is. Na de middelbare school aan het Xaveriuscollege in Borgerhout studeerde hij handels- en financiële wetenschappen in Antwerpen, nadien behaalde hij een master of business administration aan de KU Leuven.
Hij begon zijn loopbaan bij Coopers & Lybrand, werkte een tijd op de studiedienst van het Vlaams Economisch Verbond (VEV) en ging dan aan de slag bij Petercam, waar hij in 1996 chief economist werd. In 2009 richtte hij de vermogensbeheerder Econopolis op. Hij was jarenlang adviseur van toenmalig kroonprins Filip en was ook lid van de raad van bestuur van de Koninklijke Schenking. Hij schreef columns, onder meer voor De Tijd, en is auteur van boeken als ‘Econoshock’, ‘Gigantisme’ en ‘De klimaatschok’.
Noels is een verwoed fietser. Hij is getrouwd en vader van een dochter en een zoon. Dochter Jolien werkt voor de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), zoon Quinten werkt als system architect voor een computerbedrijf.
In zijn ideale scenario hadden we deze gesprekken al rijdend gedaan. Maar helaas, onze fiets lieten we in België achter. Zo verdomd jammer, al tonen onze fysieke verschillen hoe twee levens die bijna op hetzelfde moment startten - we zijn allebei van september 1967 - onderweg andere afslagen namen. Zelfs een boek schrijven, hij op de fiets en wij aan een tafel, gebeurt anders. ‘Fietsen is niet fancy, vaak is het koud of regent het en zie je af. Maar ik besef vooral hoe blij dat je mag zijn dat je leeft en ik word ongelooflijk gelukkig van het feit dat ik de piloot van mijn eigen leven kan zijn. Er zijn geen beperkingen. De enige beperkingen zijn degene die je jezelf oplegt. En natuurlijk ben ik dankbaar voor het feit dat ik een goede gezondheid heb. Soms voel ik me schuldig tegenover mensen die dat niet hebben.’
Iets complex maken is voor sommige mensen een attitude. Het vergt moed en je stelt je kwetsbaarder op als je iets minder complex maakt.
Dat is mooi, maar er is meer. Oké, onze fysiek verschilt, maar zeker ook ons brein en ons talent. Misschien moet hij ook daarvoor dankbaar zijn? ‘Ik heb vrienden met een veel groter intellect dan het mijne, maar ik heb de discipline om me te concentreren op de essentiële dingen. Iets complex maken is voor sommige mensen een attitude. In de stripverhalen ben ik fan van de stijl van de klare lijn. Het vergt moed en je stelt je kwetsbaarder op als je iets minder complex maakt.'
'Dat zie je ook vaak in presentaties. Je moet de ballast durven weg te gooien, en dat is hard werken. Op mijn eigen boeken ben ik best fier. Ik schreef ze zelf, zonder ghostwriters. Maar iemand als de Canadees Malcolm Gladwell is een geweldige storyteller en die zou ‘Gigantisme’ (Noels’ boek uit 2019, red.) nog beter geschreven hebben. Omdat hij een betere verhalenverteller is. (lacht) Ik kan zelfs niet zo goed moppen vertellen.’
Dat frustreert hem een beetje, maar nu valt het woord dankbaarheid zomaar uit de zomerlucht. ‘Ik heb een mooie job. Ik word betaald om bij te blijven, de wereld te bekijken, te analyseren en de interessantste mensen te ontmoeten. Misschien iets té Belgisch, daarom doe ik moeite om voldoende andere culturen en windstreken te zien. 'Econoshock' (zijn boek uit 2008, red.) was niet bedoeld voor economieprofessoren, maar voor 17-jarigen die willen begrijpen wat er gebeurt. 16 jaar later komen nog altijd mensen naar me toe die zeggen dat ze door dat boek economie, technologie of demografie gingen studeren. Dat is het mooiste dat je kan meemaken.’
Ik heb in de loop van de jaren geleerd dat een opinie hebben niet de beste manier is om vrienden te maken.
Onder die 17-jarigen van 2008 moeten er vandaag bedrijfsleiders zijn. ‘Jullie zouden bij De Tijd die vraag eens kunnen stellen aan jullie lezers. Maar het gaat niet per se om bekende mensen. Er zijn ook politici of mensen uit de financiële sector. Ik herinner me wel dat Christian Van Thillo (de grote baas van DPG Media, red.), nadat hij het had gelezen, niet geloofde dat alles digitaal zou worden. ‘Mensen zullen altijd de krant lezen, ze willen de geur van het papier’, zei hij. In het boek schreef ik over de iPaper, drie jaar voor de tablet op de markt kwam. Maar Van Thillo was in de Belgische mediasector wel de snelste om zijn mening bij te stellen en de succesvolste digitale strategie uit te bouwen.'
'Een presentatie bij Standaard Boekhandel moest ik zelfs stoppen. De reacties waren vijandig, omdat ik zei dat ze het moeilijk zouden krijgen als ze niet met de digitale trend zouden meegaan. (lacht) Ik heb in de loop van de jaren geleerd dat een opinie hebben niet de beste manier is om vrienden te maken. Maar opinies moeten aan twee belangrijke voorwaarden voldoen: je moet er heel zorgvuldig mee zijn én je moet bereid zijn persoonlijk de gevolgen te dragen als blijkt dat iets uiteindelijk 180 graden tegen je opinie blijkt uit te draaien. Skin in the game, noemt men dat.’
DDT Oké Cars
Dat Noels in 2019 alle Econopolis-touwtjes in handen nam en zijn vorige aandeelhouders Mark Leysen en Urbain Vandeurzen uitkocht, was de consequentie van wat hij net vertelde. Want hij had ook een opinie over de toekomst van zijn bedrijf. ‘Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk en je moet zelf aan het stuur durven te zitten’, zegt hij.
Zondag, de dag voor hij naar de Auvergne vertrok, whatsappte hij nog een document. Titel: ‘De vijf codes van de ondernemer’. 'Ik schreef dit tijdens het weekend,' schreef hij erbij, 'het kan misschien dienen.' Ze hier alle vijf uitvoerig bespreken, zou de helft van dit verhaal innemen, maar kernwoorden zijn verantwoordelijkheid, waarden, vertrouwen, loyauteit en scenario’s in plaats van businessplannen.
In België wordt helaas veel bad governance en bad behaviour getolereerd. Mij hoor je niet meer zeggen dat alle mensen deugen.
‘Mijn idee is altijd dat wat ik doe erop gericht is om mensen of organisaties zo goed mogelijk te maken. Ik zat in de raad van bestuur van de Koninklijke Schenking, maar heb drie keer een adellijke titel geweigerd. Ik moet er zelf niet beter van worden. Maar ik heb lang onderschat dat niet iedereen zo denkt. Er bestaan wat ik corporate vampires noem: mensen die, via jou, groter willen worden en jou kleiner willen maken. Dat voel ik soms niet snel genoeg aan. In België wordt helaas veel bad governance en bad behaviour getolereerd. Er is veel toxisch leiderschap en er worden sporen van vernieling achtergelaten. (glimlacht) Mij hoor je niet meer zeggen dat alle mensen deugen.’
Gemakkelijke voorbeelden genoeg. ‘Decennialang zijn er producten verkocht die mensen ziek maakten. Monsanto is een voorbeeld, Eternit, de tabaksindustrie. Ik heb goede vrienden die er zwaar ziek door werden, omdat ze in de buurt woonden of via familieleden die er werkten. Die bedrijven wisten hoe schadelijk het was, maar toch deden die verder. Dan heb je toch geen enkele verantwoordelijkheidszin en dan mogen hun adellijke titels toch afgenomen worden?’
Op dreef nu, maar voorzichtig in hoe dat in de krant kan staan, vertelt hij over andere voorbeelden van bad governance. Over onverkwikkelijke en slecht afgelopen uitnodigingen, over bijna typisch Vlaamse toestanden met bekende bedrijfsleiders die ook letterlijk deze week nog De Tijd haalden, over hoe dat alles maar één doel had: manipuleren. Hij geeft voorbeelden van slecht beleid die al twintig jaar duren en waar politiek benoemden in hun hoge posities openlijk alle codes met de voeten mogen treden. Optima, Enfinity en Lernout & Hauspie zijn niet de enige namen die vallen, het gaat ook over sponsors van sportploegen waarvan allang geweten is dat ze over de schreef gaan.
‘In het calvinistische Nederland heb je dat niet, maar in België gebeurt dat proportioneel veel. Soms lijkt het alsof we hoger oplopen met DDT Oké Cars of de worsten van Balthazar Boma (allebei uit de tv-serie ‘FC De Kampioenen’, red.) dan met correct ondernemerschap. Je ziet het trouwens ook bij de overheid. Een manager wordt daar aangeklaagd wegens toxisch leiderschap, bullying, roken op de werkvloer en wordt op een cursus leiderschap gestuurd. Meer niet. Welke boodschap geef je dan? Dat het kan, dat dat het voorbeeld is en niemand zal in de toekomst nog durven te klagen. Integendeel, mensen gaan denken dat dat de norm is.’
Zero loyalty
Net als de consulant Kande Kazadi, die enkele weken geleden op dit terras zat, is Noels een kind van de jezuïeten van het Xaveriuscollege in Borgerhout. Zijn dochter zat er trouwens ook. ‘Xaverius heeft haar gered. Eerst zat ze elders, maar de avond van 1 september kwam ze in tranen thuis: ‘Ik wil niet meer gaan, het is weer begonnen.’ Zij en een vriendinnetje werden gepest. Ik heb naar Xaverius gebeld, ze hielpen meteen. Jolien mocht naar daar. Dat vriendinnetje bleef op die school, later stapte ze uit het leven. Ik ben de jezuïeten dus ook dankbaar dat mijn dochter er nog is.’
‘Mij hebben ze een geweten geschopt. Als ik over loyauteit spreek, dan komt dat van daar. Hoe komt het dat de Spartanen, met zo weinig man, de Atheners versloegen? Hoe komt het dat IJsland, zo’n klein land, op het WK voetbal van 2018 geraakte? Door de power of loyalty. Dat intrigeert me, want hoe slaag je erin als bedrijf, ploeg, organisatie of zelfs land dat te creëren?'
Ooit hoop ik eens met Elon Musk aan een tafeltje te kunnen gaan zitten om hem mijn gedacht te zeggen.
'Zwitserland is een goed voorbeeld. Bij ons zijn de treinen volgespoten met graffiti. Dat kost verdomd veel geld om dat op te kuisen. In Zwitserland zie je dat niet. In Singapore zijn twee Duitse toeristen tot stokslagen veroordeeld omdat ze een metrostel met graffiti beklad hebben. Nee, ze moeten niet zeggen dat Noels voor stokslagen is. Maar in New York hebben ze veel middelen en mankracht ingezet om graffiti telkens meteen weg te halen. Zo veel dat ze die gasten ontmoedigd hebben.'
'Wat heeft ervoor gezorgd dat bij ons mensen minder loyaal zijn? Kijk, in 2008 ging Fortis niet ten onder door slechte kredieten. Het ging failliet door zero loyalty. Niemand was loyaal aan het bedrijf. Niet de werknemers, niet de aandeelhouders, niet de klanten. Dan krijg je dat.’
Hij vertelt dat omdat hij naar de wereld kijkt. Omdat hij ziet wat, bijvoorbeeld, in Amerika gebeurt. ‘Donald Trump is de exponent van de onbeleefdheid en het gevolg van die trumpisering is dat iedereen denkt: het moet allemaal kunnen. Ja, ik zit op X en ik postte meer dan 29.000 tweets of antwoorden. Onder meer aan Elon Musk, he doesn’t give a damn om wat ik daar schrijf.'
'In ‘Econoshock’ omschreef ik Tesla als interessant, toen Musk zelf nog niet bekend was. Maar nu is hij van een white knight een dark knight geworden. Ik vergelijk X met een café. Aan de tafeltjes van een echt café hoor je ook van alles. Alleen kan je op X kiezen aan welke tafel je gaat zitten. Ik heb er inzichten gekregen van mensen die ik anders nooit had ontmoet. En ooit hoop ik dus eens met Musk aan een tafeltje te kunnen gaan zitten om hem mijn gedacht te zeggen.’
Mensen kleiner maken
Dat Noels meningen heeft, is duidelijk. Over zaken, de politiek, de openingsceremonie van de Olympische Spelen, over bondscoach Domenico Tedesco. De meeste van zijn eigen tweets laat hij nalezen, onder meer door zijn zakenpartner Timothy Verhoest. Die maakt deel uit van wat Noels zijn raad van bestuur noemt. Daarin zitten zo’n tien mensen. Soms wisselend. Ook zijn echtgenote en personal assistant Valérie, zijn dochter Jolien en zijn zoon Quinten zitten er soms in.
Hoe werkt zo’n brein dat altijd aan staat? Of, andere vraag, zou hij als hij vandaag twaalf was misschien gelabeld worden? ‘Goh, met de kennis van vandaag misschien wel. Autisme? Wellicht, dat zit erin. Maar ik hou er niet van hoeveel dat vandaag gemediatiseerd wordt. Bij sommige interviews is het de kern, zelfs de identiteit van sommige mensen: ik heb deze diagnose. Je telt maar mee als je iets specifieks hebt. Daar houd ik niet van.’
Titels of awards geven ze je om je te claimen. Zo verlies je een stuk van je onafhankelijkheid. Dat wil ik niet.
Hij houdt evenmin van labels. Of alvast labels die erop gericht zijn mensen in een hokje te duwen. ‘Wat Trump met Kamala Harris of Joe Biden doet, is een bekende truc: hij probeert mensen te belittlen, kleiner te maken. Zelf word ik door mensen met plezier ‘vermogensbeheerder’ genoemd. Dat klopt helemaal niet. Ik ben econoom. Ik leid wel een bedrijf dat aan vermogensbeheer doet, maar heb zelf nog nooit één transactie gedaan. Een econoom die bij een bank werkt, is toch ook geen bankier?'
'Maar men doet dat graag, ook collega’s, om ervoor te zorgen dat zij en niet ik in de tv-studio worden uitgenodigd. ‘Noels is een loopjongen van de rijken’, zeggen ze dan. We hebben een aantal ontzettend rijke klanten, maar 70 procent van wat wij doen, is voor kleine onderliggende portefeuilles. Er is een reden waarom ik telkens nee antwoordde op de vraag of ik interesse had voor een award of een adellijke titel. Titels of awards geeft men je om je te claimen, om een instituut credibiliteit te geven. Zo verlies je een stuk van je onafhankelijkheid. Dat wil ik niet.’
Zelfs het koningshuis kon hem niet claimen, ook al was hij van 1999 tot 2013 adviseur van toenmalig kroonprins Filip. Daar mag hij niets over zeggen.
Bergkoning
Het is middag en het zweet van de ochtendlijke fietsrit is opgedroogd. We hebben geen colasnoepjes, het wordt brood en kaas. Vanavond pasta. Noels vertelt dat hij als kind de strips van Rik Ringers las, en dat zelfs dat hem aan het dromen zette. ‘Als Rik Ringers een Porsche 911 kan kopen, moet dat ook in mijn leven mogelijk zijn, dacht ik. Via het bedrijf hebben we een partnership met BMW, elke zes maanden krijgen we een nieuw model. Maar mijn eerste auto was een Renault 19. Die kostte me 280.000 frank (zo’n 7.000 euro, red.). Had ik toen zo’n Porsche gekocht, dan was die vandaag meer waard.’
De Renault 19 is lang opgereden en hij hield hem niet bij. Dat deed hij wel met al zijn fietsen. In 1996 kocht hij zijn eerste, van het merk Zagers. Later volgden fietsen van Eddy Merckx. En nu zweert hij al jaren bij Pinarello. Ze staan allemaal in een gebouwtje bij zijn huis, zijn ‘fietspaleis’. ‘Tot 1996 voetbalde ik bij Oxaco, een ploeg van Xaverius. Maar na mijn tweede neusbreuk zei mijn dokter: 'Een derde keer kan ik die niet herstellen.' Toen ben ik beginnen te fietsen. Ik zal aan het einde van dit jaar op zo’n 10.000 kilometer uitkomen.’
Als we hem later op de dag volgen voor de fotosessie, moeten we aan de Italiaanse renner Vincenzo Nibali denken. Die stijl. Hij is 56 en rijdt verdorie goed. Hij is een grote Mathieu van der Poel-fan en checkt ook hier regelmatig zijn Strava-account. Ziet dat hij op bepaalde stukken van zijn ochtendrit een KOM - King Of the Mountain - pakte. Hij geniet ervan dat we een foto maken in Lapeyrouse, net voor dezelfde leegstaande bakkerij als waar Jasper Philipsen vorig jaar een tussenspurt won in de Tour. Miste hij een carrière?
‘Misschien had ik, in een peloton van 180 man, kunnen meerijden. Maar is dat een aantrekkelijke carrière? Bovendien was ik 23 begin jaren negentig. Dat was het begin van de epojaren. Was dat zo interessant geweest? Ik denk het niet. En hoe graag ik ook fiets, ik mis er de camaraderie van de ploegsport. Bij aanwervingen is het bij mij een troef als je ooit aan sport hebt gedaan. Eddy Merckx won 525 koersen, dat was een op de drie. Twee op de drie koersen won hij dus niet. Roger Federer scoorde maar net iets meer punten dan hij er verloor. In de sport moet je leren verliezen en de knop omdraaien. En in ploegsport nog meer, want je hebt het niet zelf in handen. Mensen die gesport hebben, willen hun niveau verbeteren. (lacht) Ik heb niets tegen de Chiro, maar sport vormt je volgens mij nog meer dan de Chiro.’
Maar wat is, als je 56 bent, je doel? Noels fietste begin juli de Maratona, in de Dolomieten, ook de Marmotte en de Cape Epic staan op zijn palmares. ‘Wat me het meest markeerde, was als mensen zeiden dat ik iets niet kon. Op het PMS of leraars op school, noem maar op. Toen ik 18 was, draaide ik een knop om. Bullshit, dacht ik, let’s try and if you fail, do it with style. Voor iemand die in Borgerhout opgegroeid was, niet tot de haute finance behoorde, geen kleine ‘d’ in zijn achternaam had en nauwelijks Frans sprak, was mijn stap naar Petercam enorm.'
'Maar voor de petite histoire: in 1993 werkte ik op de studiedienst van het Vlaams Economisch Verbond. Op een dag kwam Mieke Offeciers, nadat ze een tijdje minister was geweest, daar weer werken. Na twee dagen kwam ik ’s avonds thuis en zei tegen mijn vrouw dat het niet meer ging. Ik vond het de hel. Toevallig lag op tafel nog een maanden oude Vacature. Ik bladerde erin en las dat Petercam een econoom zocht. Een dag later belde ik het headhuntingbureau. De procedure was afgesloten, maar gezien mijn motivatie wilden ze toch contact opnemen met het bedrijf. De volgende dag kreeg ik telefoon. Ik mocht voor het hele comité een presentatie komen doen en ze zouden meteen beslissen. Toen ik de telefoon neerlegde, zei ik tegen mijn vrouw: ‘Ik ben aangeworven.’’
Een schaterlach boven de Auvergne. Wat een zelfverzekerdheid was dat. ‘Nee, ik wist gewoon dat ik goed was in presentaties. Om veel dingen goed te doen moet je niet de beste zijn, maar je moet wel je best doen. Dat is mijn enige motto. Mijn dochter werkte tot nu voor de OESO. In de humaniora was ze slecht in wiskunde en in de lagere school had ze schrik om presentaties te geven. We hebben daar samen werk van gemaakt, ze maakte een klik en nu geeft ze presentaties voor de nationale banken van Italië, Frankrijk, Engeland en de Europese Centrale Bank. Iets wat je niet kan, word je vaak aangepraat.’
Onzekerheid zorgt ervoor dat ik feedback vraag. Als ik een lezing geef, bel ik de dag nadien om te weten wat beter kon.
Nochtans kent hij ook twijfel, zegt hij en hij vermijdt daar tegenaan te lopen. Hier drinkt hij geen glas wijn. ‘Als ik uit mijn comfortzone dreig te komen, loop ik weg. Dat wijst op onzekerheid. Bij wijn weet ik dat ik, zelfs met één glas, dicht bij mijn bed moet zijn. Dus ik drink liever niet. (lacht) Thuis ligt heel veel wijn die ik krijg, veel mensen weten niet dat ik dat amper drink.'
'Onzekerheid zorgt ervoor dat ik feedback vraag. Als ik voor De Tijd columns schreef, vroeg ik feedback aan de hoofdredactie. Als ik een lezing geef, bel ik de dag nadien om te weten wat beter kon. Een tijdje terug ging ik eten met een van mijn vroegere bazen bij Petercam. Ik wilde hem bedanken voor de kansen, maar ik vroeg ook wat ik beter kan doen en waar hij zich bij mij aan ergerde. Natuurlijk bleef hij diplomatisch, maar hij zei wel: 'Pas op met opinies.’'
Waarom besliste hij er in 2009 weg te gaan? ‘Dat was een chain of events, die op 2 augustus 2007 begon. Die dag merkte ik dat in het fonds dingen gebeurden die voor mij niet klopten. En later ging ik niet akkoord met de beslissing om eigen vermogen in de kapitaalverhoging van Fortis te stoppen. Toen ik voelde dat ik de organisatie niet kon veranderen, heb ik beslist dat ik er geen deel meer van wilde uitmaken.’
Zo begon de vermogensbeheerder Econopolis, tot vandaag onafhankelijk en bijna zonder navolging in eigen land. ‘Wat vreemd is. Spaargeld is een van de belangrijkste grondstoffen in België. Maar terwijl we een miljard softwarebedrijven en een miljard cafés en restaurants hebben, heb je geen twintig Econopolissen. Ik zou ervoor pleiten meer concurrenten te hebben. Maar de meesten laten zich liever overnemen door buitenlandse bedrijven. Wat ik niet snap. Veel bedrijven worden overgekocht als chips in een casino, in de hoop over zeven jaar te flippen voor meerwaarde. Maar vaak koop je vooral issues over en verdwijnt de cultuur. Voor mij is dat geen plan. Zo maak ik het natuurlijk moeilijk verkoopbaar, en dat is ook de bedoeling.’
CD&V-verzoek
Dat Noels econoom werd, was niet zijn eerste idee. Apotheker, dacht hij eerst. ‘Mijn eigen baas zijn, dat trok me aan.’ Later dacht hij aan ingenieur. Of aan politicus. Dat laatste kan nog altijd. ‘Toen ik de eerste keer mensen als Wivina Demeester (ex-CD&V-minister, red.) en Herman Van Rompuy (ex-premier, red.) ontmoette, was ik starstruck. Nu is dat anders. Ik heb nog altijd groot respect voor iemand als Annelies Verlinden (minister van Binnenlandse Zaken, red.), maar ik heb ook al vaak meegemaakt dat ministers een afspraak van maanden op het laatste moment afzegden, te laat kwamen of tijdens de meeting op hun telefoon bezig waren.’
En toch? Kriebelt het niet nu er regeringsonderhandelingen bezig zijn? Noels geeft iets toe. ‘Het is me de afgelopen maanden aangeboden. Eerst, voor de verkiezingen, om op de lijst te gaan staan. En na de verkiezingen is me gevraagd of ik interesse zou hebben voor een ministerspost. Mensen zullen denken: de N-VA. Omdat ik goed bevriend ben met Johan Van Overtveldt. Maar de vraag kwam van CD&V.'
Hij heeft bedankt om meerdere redenen, zegt hij. 'Ik denk niet dat ik het in de huidige constellatie goed zou doen. Daarnaast vind ik zo’n ministerschap niet het best passen bij mijn talenten. Als je te principieel bent, worden bepaalde beslissingen lastig. Iemand als mijn vriend Johan doet dat goed: hij is een trouwe verdediger van de afspraken in zo’n regering.'
Een checklist is bij het vliegen cruciaal. En dat zou het ook in bedrijven moeten zijn.
'Zou het bovendien goed zijn als iemand van 56 dat gaat doen? Er is verandering nodig, en dan ben je beter met mensen van 35. Ik kan mijn bedrijf en mijn klanten evenmin zomaar achterlaten. Zo’n ministerschap is geen folie, dan moet je voor de full monty gaan en dat betekent de volgende keer wel op een lijst staan, het beleid verdedigen, voor consensus gaan en niet bij elke beslissing die je niet aanstaat met ontslag dreigen. Ik zou bijvoorbeeld mee moeten stemmen voor een leiderschapscursus voor een toxische overheidsmanager. (lacht) Dat zou ik niet kunnen.’
En wat dan met die vrijgehouden zondagen, voor familie, voor fietsen en voor vliegen? We waren het al bijna vergeten, maar morgen rijdt hij dus gewoon naar huis. Onderweg luisterend naar een podcast over de koers of naar een plaat van Billy Joel, all-time favourite die hij in Cardiff nog eens ging bekijken. In ‘Winteruur’ bij Wim Helsen vertelde hij ooit hoe ‘My Life’, een lied van Joel, hem ooit beïnvloedde toen hij het als jongen via een op zijn fiets gebonden transistorradiootje voor het eerst hoorde. Met deze regel: ‘I don’t care what you say anymore, this is my life.’
Een vonk, een inzicht, een doorbraak. En in dat zelfgekozen leven behaalde hij in 2018 dus een vliegbrevet. ‘Voor mijn vijftigste wilde ik, maar dat lukte net niet. Ik was 51. Toen ik voor het eerst zelf vloog, kwam er een dimensie bij. Het voelt als skiën in de lucht. Met de Diamond DA40 vlieg je op 8.000 voet, zo’n 2.500 meter. De eerste keer voelt dat aan als de eerste keer alleen met de auto rijden.'
'Ik heb nu drie kleine vliegtuigjes die verhuurd worden, ik zie het als een onderneming. Ik verhuur ze, ook mijn eigen toestel, aan vliegscholen. Vroeger leerden piloten met aftandse bakken vliegen, ik vind dat ze dat met veilige en goede toestellen moeten doen. Is het spannend? Jawel. En wat ik erdoor leer, geef ik ook aan mijn mensen mee. Bijvoorbeeld: de waarde van een checklist. Dat wordt zo onderschat, maar het is bij het vliegen cruciaal. En dat zou het ook in bedrijven moeten zijn.’
Twee lichtjes rijden van deze plek in Buxières-sous-Montaigut weg. Het hek sluit. De terraslampjes blijven nog wat branden. We gieten een laatste glas vol. Dat mag. Ons bed staat vlakbij.
Hebt u een band met Frankrijk?
‘Zeker, zelfs een familiale. De grootouders van mijn vrouw woonden elk aan een kant van de schreve. Haar grootvader woonde in Abele in West-Vlaanderen, haar grootmoeder in Steenvoorde, dat net in Frankrijk ligt. Mijn dochter woont en werkt intussen in Parijs. En ik ben verliefd op de Alpen. Ik heb mijn vrouw overigens leren kennen tijdens een skivakantie op L’Alpe d’Huez. Al zijn de Joux-Plane en de Galibier nu mijn favoriete cols.’
‘Mijn band met Frankrijk is wel een beetje een haat-liefdeverhouding. Het is een ongelooflijk mooi en divers land. Wat je van de Verenigde Staten kan zeggen, kan je ook van Frankrijk zeggen: het heeft alles, bergen en zee en Parijs. Tegelijk zit in veel Fransen een fundamentele onvriendelijkheid, waardoor je je er altijd een beetje vreemdeling blijft voelen. Wel nog een troef: ze hadden Bernard Hinault, nog altijd mijn favoriete renner.’
Welk boek heeft u bij?
‘Een collegevriend aan wie ik vroeg of ik wel een goede vriend was, raadde me ‘Hoe je vrienden maakt en mensen beïnvloedt’ van Dale Carnegie aan. Ik heb het bij, maar moet er nog aan beginnen. Ook ‘The Psychology of Money’ van Morgan Housel heb ik bij, een boek over hoe je met geld moet omgaan. In alle non-fictieboeken die ik lees, maak ik trouwens aantekeningen. Zo maak ik dat boek helemaal van mij en als ik ooit iets nodig heb, vind ik het gemakkelijk terug.'
'Ik heb pas ‘Middernachtbibliotheek’ van Matt Haig gelezen, een boek dat me werd aangeraden door Jo De Backer van Niko. Het draait rond de vraag wat je zou geworden zijn als je leven anders gestart was. Het is fictie. Als iemand niet goed in zijn vel zit en voortdurend ‘had ik maar dit of dat gedaan’ denkt, is dit boek een warm deken.’
Leest u vooral non-fictie?
‘Ik was altijd een grote fan van de boeken van Henry Mintzberg, een Canadese managementwetenschapper. ‘Mintzberg on Management’ is fantastisch. Hij is tegen managers en ik volg zijn filosofie. In ons bedrijf hebben we geen managers, iedereen managet zichzelf. Managers veroorzaken veel frustraties. Als je goed bent, heb je ze niet nodig. Meestal zijn het mensen die het werk dat ze moeten controleren zelf niet kunnen. Maar de mensen die meer capabel zijn, worden minder betaald. Dat vind ik een geweldig inzicht.’
Wat zou u iemand aanraden die zijn vakantiegeld wil beleggen? Bitcoins?
‘Absoluut niet, ik ben een non-believer. In het beste geval is het goede technologie, in het slechtste geval een gigantische scam. Er zit geen substance achter. Schaarste, ja, maar je kan ook schaarste creëren met drankbonnetjes. Bitcoins horen voor mij bij de zogenaamde ponzifraude: je belooft een rendement dat je nooit kan waarmaken.'
'Als we willen, creëren we nu hier samen een Noelscoin. Jij zorgt voor de tekst, de fotograaf voor de beelden en als we ons goed omringen, kunnen we gemakkelijk honderden miljoenen verdienen. Door schaarste te creëren. Maar je moet het willen en willens nillens mensen iets voorhouden dat je niet kan waarmaken. Als ik een raad mag geven: diversifieer. Zelfs de slimste en rijkste mensen vergeten het en bekopen het dan.’
Meest gelezen
- 1 Na bijna zes maanden blijft De Wever zelfde rondje draaien
- 2 Voedingsreus Cargill schrapt duizenden jobs, in België verdwijnen 164 banen
- 3 Chaos in Zuid-Korea nadat president clasht met parlement over staat van beleg
- 4 De vijf koppijndossiers van het onthoofde Stellantis
- 5 Geen cookies? Dat is dan 3,99 euro per maand, overweegt DPG Media