Laten we werk maken van een economie die tegen een stoot kan
Laat dit moment geen reden zijn tot paniek of passiviteit. Juist in deze handelsoorlog is er ruimte voor nieuwe strategieën, schrijft Karen Vanderlinden van de Arteveldehogeschool.
De Amerikaanse president Donald Trump heeft de aangekondigde torenhoge importtarieven op zowat alles wat niet uit de Verenigde Staten komt tijdelijk gepauzeerd. Maar de onderliggende bedoeling blijft: het opwerpen van een economische muur om America First, een grens van handelsovereenkomsten en tarieven, te beschermen.
De Europese reactie volgt een vertrouwd patroon: diplomatieke ongerustheid, overleg en het zoeken naar stabiliteit. Tegelijk blijft de Europese Unie intern verdeeld. De lidstaten reageren gemengd. Terwijl sommige pleiten voor een stevige reactie, dringen andere aan op voorzichtigheid of zoeken ze zelfs toenadering tot landen als China.
Op het wereldschaakbord spelen andere landen het spel assertiever. China stelt stevige tegenheffingen in het vooruitzicht. Zelfs Canada neemt scherpere posities in dan de verdeeld reagerende EU. Europa blijft hangen in openingszetten, terwijl anderen al inzetten op een eindspelstrategie.
- De auteur
Karen Vanderlinden is hoofd onderzoek van het domein business en management aan de Arteveldehogeschool in Gent. - De kwestie
De handelsoorlog toont aan hoe afhankelijk we zijn van mondiale systemen waarop we geen vat hebben. - De conclusie
Meer inzetten op nabijheid kan onze economie veerkrachtiger maken.
Het probleem zit precies daar, in het gebrek aan richting. In de onmiskenbare behoefte aan samenhang en aan een langetermijnvisie op een economie die tegen een stoot kan. Zolang we geen alternatief systeem bouwen dat onze waarden weerspiegelt, blijven we gegijzeld door dat van iemand anders.
Zolang we geen alternatief systeem bouwen dat onze waarden weerspiegelt, blijven we gegijzeld door dat van iemand anders.
Een wereld waarin grenzen steeds vaker opengaan en weer sluiten, wordt minder voorspelbaar en toont hoe afhankelijk onze economieën zijn van mondiale ketens. Niet alleen voor producten uit verre landen, maar ook voor de duurzame omslag die we zelf willen maken. Zonder lithium, kobalt en zeldzame aardmetalen - vaak afkomstig van buiten Europa - is er geen energietransitie. Zonder buitenlandse technologie geen lokale innovatie.
Voor sommigen voelt de realiteit vandaag zelfs verrassend positief. Door de internationale spanningen daalt de benzineprijs naar het laagste niveau van het jaar. Een meevaller aan de pomp. Maar net dat onderstreept onze kwetsbaarheid: we blijven afhankelijk van systemen waarop we geen vat hebben. En de recente fluctuaties zijn slechts het begin. De echte schokken komen pas als systemen niet meer in staat zijn de druk op te vangen. De gevolgen raken ons allemaal.
Minder reflexmatig
Laat dit moment echter geen reden zijn tot paniek of passiviteit. Dit is het moment om anders te denken en te handelen. Juist in deze handelsoorlog is er ruimte voor nieuwe strategieën, waarbij we minder reflexmatig denken in goedkoop en wereldwijd, en ons bewuster zijn van de verborgen kosten van onze keuzes.
Nabijheid is geen romantisch ideaal, maar steeds vaker een bewuste keuze. Denk aan boeren die in Vlaanderen kikkererwten telen, een eiwitproduct dat anders uit Canada, India of Mexico komt. Het is goed voor de boer, de bodem en de consument.
Het herdenken van schaal en afhankelijkheid is een hefboom naar veerkracht.
Of kijk naar de ontwikkeling van isolatiematerialen uit kalkhennep, die petrochemische producten vervangen en tegelijk de landbouw, de bouw en de textielsector verbinden. Hennep kan ook worden ingezet om pfas uit verontreinigde bodems te verwijderen. In een Vlaams proefproject leidde het gebruik van hennep, gecombineerd met bodemadditieven, tot een afname van de pfas-concentraties met 67 procent.
Die initiatieven vertrekken niet vanuit terugplooien, maar vanuit hertekenen: wie produceert wat, met wie en waarom? Lokaal is geen wonderoplossing, maar het herdenken van schaal en afhankelijkheid is wel een hefboom naar veerkracht.
Laten we daarom kiezen voor nabijheid, waar die duurzame businessmodellen versterkt. Voor samenwerking, waar die tot gedeelde innovatie leidt. Voor hergebruik, dat grondstoffen en materialen recupereert - zoals de extractie van kritieke metalen uit afgedankte elektronica. Voor lokale productie, waar die veerkracht opbouwt.
Laten we kiezen voor delen als alternatief voor bezit, want door slim gebruik en gedeelde toegang benutten we onze middelen efficiënter en vergroten we de beschikbaarheid voor iedereen. Voor consuminderen, waardoor we de druk op onze planeet verkleinen. En voor import, waar die echt sociaal of ecologisch versterkt, bijvoorbeeld van technologie die de energietransitie versnelt.
Wereldhandel blijft op veel vlakken waardevol. We hoeven niet alles zelf te doen. Maar wat we wel zelf kunnen, moeten we strategisch inzetten. Voor de economie en de samenleving.
Meest gelezen
- 1 Voor het eerst moesten gezinnen betalen om eigen zonnestroom op het net te zetten
- 2 Paul Gheysens sluit Russische deal terwijl klok tikt voor Ghelamco
- 3 Jambon legt vrijstelling meerwaardebelasting op tafel voor wie aandelen tien jaar aanhoudt
- 4 Tarievenoorlog stuurt Bel20-chemiebedrijf Azelis naar diepterecord
- 5 Vooral niet-westerse centrale banken drijven goudprijs hoger