Sinds 1 januari 2019 is het Vlaams Woninghuurdecreet van kracht. Dat heeft als doel het rendement dat verhuurders willen behalen en de betaalbaarheid van de woning voor de huurders in evenwicht te leggen. Voor het eerst is in de nieuwe wetgeving over huren en verhuren een hoofdstuk gewijd aan de verhuur van studentenkamers en -studio’s.
Een belangrijk nieuw element is dat studenten kosteloos een huurcontract kunnen opzeggen als dat minstens drie maanden voor de aanvang van de huurperiode gebeurt. Bij een latere verbreking moet een opzeggingsvergoeding van twee maanden huur worden betaald.
Het vragen van een voorschot op de huur kan een zekere rem zetten op het vroegtijdig opzeggen van een huurcontract.
Eigenaars van studentenkamers zagen die bepaling in de wet met lede ogen aan. Het maakt het voor studenten mogelijk in het voorjaar verschillende contracten te ondertekenen en pas later definitief te kiezen welke kamer ze willen. De verhuurders die hun contract opgezegd zien, moeten die kamer dan opnieuw te huur aanbieden, vaak op een moment dat de vraag al flink is geslonken.
De student meteen bij het ondertekenen van het contract twee maanden huurwaarborg laten betalen, behoort niet tot de mogelijkheden. Die waarborg moet maar ten vroegste drie maanden voor de aanvang van de huur gestort worden.
‘Wij hebben onze leden uitgebreid geïnformeerd over de nieuwigheden’, zegt Katelijne D’Hauwers, algemeen directeur van Verenigde Eigenaars. ‘We hebben de indruk dat de meeste verhuurders een contract hebben afgesloten net na het verstrijken van de termijn waarbinnen de student kosteloos kon opzeggen. Maar we hebben toch ook al gehoord van enkele gevallen van studenten die van de kosteloze opzegging gebruikmaakten.’
Breken met gewoonten
Studentenkamers pas later te huur aanbieden betekent wel dat eigenaars van studentenwoningen met gewoonten uit het verleden moeten breken. Vaak worden kamers langer dan drie maanden voor de aanvang van het academiejaar te huur gezet. In Leuven bijvoorbeeld start het verhuurseizoen al in maart, omdat de eigenaars van studentenkamers gebruik willen maken van de stroom aspirant-studenten die in die periode naar de opendeurdagen komen.
‘Aan verhuurders die wel al vroeg met de verhuring voor het nieuwe academiejaar beginnen en dus al snel een huurcontract ondertekenen, raden wij aan de student te vragen op het ogenblik van de ondertekening de eerste maand huur te betalen. Dat is volledig wettelijk en dat gebeurt ook bij de ‘gewone’ verhuringen voor hoofdverblijf,’ zegt D’Hauwers.
Het vragen van een voorschot op de huur kan een zekere rem zetten op het vroegtijdig opzeggen van een huurcontract, maar een garantie biedt het uiteindelijk niet. ‘De verhuurder zal altijd die maand huurgeld moeten terugbetalen als de huurder langer dan drie maanden voor de aanvang van de huur het contract opzegt,’ zegt D’Hauwers. ‘Maar het leidt er mogelijk wel toe dat studenten niet onbezonnen een contract ondertekenen of verschillende contracten bij meerdere verhuurders tekenen.’
Huurprijs verhogen mag niet
Als een verhuurder opeenvolgende contracten sluit met dezelfde student voor hetzelfde verblijf, mag de huurprijs alleen geïndexeerd worden. Een verhoging van de huurprijs mag niet, tenzij de verhuurder energiebesparende investeringen doet die de huurwaarde met meer dan 10 procent doen stijgen.
Huurwaarborg
De huurwaarborg voor studenten wordt niet opgetrokken en blijft maximaal twee maanden huur. De waarborg kan op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder gestort worden, maar mag ook op een rekening van de verhuurder worden gestort. De reden daarvoor is dat sommige huurovereenkomsten voor erg korte duur worden gesloten, waardoor de administratie en de tijdsinvestering niet opwegen tegen het voordeel van een geblokkeerde rekening.
Einde huurovereenkomst
De huurovereenkomst eindigt na afloop van de vermelde huurtermijn, doorgaans na tien of twaalf maanden. Het is niet nodig de huur expliciet op te zeggen. Als de student na afloop van het contract wil blijven, moet een nieuwe huurovereenkomst opgesteld worden.