Wie zijn geld op een termijnrekening zet of in een kasbon stopt, krijgt daar een vaste vergoeding voor. Die rente hangt af van de looptijd van de rekening. Hoe langer die is, hoe hoger de vergoeding. Doorgaans varieert de looptijd van 1 maand tot 10 jaar.
Stel u van die vergoeding niet te veel voor. Door de ultralage marktrente ligt de netto-opbrengst op een termijnrekening of een kasbon vaak nauwelijks hoger dan de wettelijke minimumrente van 0,11 procent die de meeste gereglementeerde spaarboekjes opleveren. Op een exotische prijsbreker na, leveren looptijden van 10 jaar nauwelijks een brutorente op van 0,3 procent (eind 2021).
De looptijd van een termijnrekening of kasbon varieert van 1 maand tot 10 jaar.
Let wel: dat zijn brutorentes. U moet nog rekening houden met de roerende voorheffing van 30 procent. Een termijnrekening of een kasbon met een brutorente van 0,01 procent levert netto 0,007 procent op.
Inleg terug
Een termijnrekening en een kasbon gelden als risicoloos omdat u uw inleg altijd terugziet. Wat u wel in het achterhoofd moet houden: u krijgt hetzelfde rentetarief van start tot finish. Als de rente stijgt, profiteert u daar niet van. In een aantrekkende renteomgeving kiest u daarom het best niet voor een te lange looptijd.
Weet ook dat u de rit het best uitzit. Wilt u vroeger dan de eindvervaldag uw centen opvragen, dan betaalt u daar doorgaans kosten voor. Wilt u flexibel met uw spaarcenten omspringen, kies dan voor een spaarrekening.