Zelfstandigen hebben nu al recht op een uitkering als ze hun activiteiten stopzetten. Het gaat om
het overbruggingsrecht - zeg maar een werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen. Maar ze kunnen daar pas na een maand een beroep op doen.
Advertentie
Dat moet sneller, oordeelde de regering, die vorige week een tiental tijdelijke maatregelen aankondigde om zelfstandigen en bedrijven wat ademruimte te geven tijdens de coronacrisis.
Zelfstandigen die hun activiteiten moeten onderbreken door de verplichtingen van de overheid - bijvoorbeeld restaurants en cafés die moeten sluiten, of de winkels die in het weekend dichten moeten - zullen vanaf de eerste sluitingsdag gebruik kunnen maken van het overbruggingsrecht. 'Voor hen maakt het dus niet uit of ze één, zeven of dertig dagen gesloten zijn geweest', klinkt het bij Open VLD.
Terugwerkende kracht
'Veel zelfstandigen beslissen de deuren te sluiten uit voorzorg voor de verdere verspreiding van het coronavirus, ook al zijn ze daartoe niet verplicht', zegt Egbert Lachaert, de fractieleider Open VLD in de Kamer. 'Van zodra die zelfstandigen hun activiteit minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen onderbreken, hebben zij ook recht op het overbruggingsrecht.'
Advertentie
De aanvraag voor het overbruggingsrecht gebeurt via uw sociaal verzekeringsfonds.
Het bedrag van de uitkering hangt af van het feit of u personen ten laste hebt. Het gaat om 1.291,69 euro (geen kinderlast) of 1.614,10 euro (wel kinderlast) per maand. De aanvraag gebeurt via uw sociaal verzekeringsfonds.
De Kamercommissie Sociale Zaken heeft dinsdag unaniem een wetsontwerp daarover goedgekeurd. Normaal volgt donderdag de goedkeuring door de voltallige Kamer. Nadien moet de wet nog in het Staatsblad verschijnen. Ze zal met terugwerkende kracht vanaf 1 maart gelden.
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie