‘Als we iemand over de vloer krijgen om te praten over een successieplanning, is de eerste vraag die we stellen altijd: “Bent u getrouwd?”. Waarna, als het antwoord positief is, meteen volgt: “Heeft u een huwelijkscontract en wat staat daar precies in?”, zegt Sophie Slits, legal advisor estate planning bij Bank Nagelmackers. ‘Aan die voorafgaande analyse kunt u niet ontsnappen. Want de manier waarop u trouwt, heeft een impact op de erfenisplanning.’
Welke huwelijkscontracten bestaan er en wat zijn de gevolgen voor wie erft?
Een huwelijkscontract is een akte die de notaris opstelt en waarbij (toekomstige) echtgenoten hun huwelijksvermogensrecht kunnen regelen. Zo kan een koppel in een huwelijkscontract de financiële gevolgen van hun huwelijk ten opzichte van elkaar vastleggen; de eigendom van goederen bewijzen; en bepalen hoe die goederen beheerd zullen worden.
→ Wie getrouwd is zonder huwelijkscontract valt automatisch onder het wettelijk stelsel (gemeenschap van aanwinsten). Dat betekent onder meer dat de goederen en inkomsten van de partners automatisch in een gemeenschappelijk en een eigen vermogen worden verdeeld.
In dat geval zijn er drie verschillende vermogens: het eigen vermogen van elke partner (goederen die hen toebehoorden vóór het huwelijk of die tijdens het huwelijk zijn verworven door een schenking of successie) en het gemeenschappelijk vermogen (inkomsten verdiend en goederen verworven tijdens het huwelijk).
Als de eerste partner overlijdt, erft de langstlevende het vruchtgebruik op de nalatenschap en de kinderen de naakte eigendom. Die nalatenschap bestaat uit de helft van het gemeenschappelijk vermogen en het eigen vermogen van de overleden partner.
Zeven manieren om minder erfbelasting te betalen
Bekijk hier de PDF van het magazine (7/9/2019)
→ ‘De meeste koppels geven vandaag de voorkeur aan het stelsel van scheiding van goederen omdat dat de meeste vrijheid biedt - iedere partner behoudt zijn eigen vermogen en kan zonder het akkoord van de andere goederen verwerven. Bovendien geeft het ook meer soepelheid op het vlak van successieplanning’, zegt Martin Vanden Eynde, vermogensexpert en licentiaat in het notariaat. Het is ook het huwelijksstelsel dat wordt aanbevolen wanneer een van de partners een beroep als zelfstandige uitoefent: in dat geval blijft het vermogen van de andere partner immers beschermd.
Keerzijde van de medaille is wel dat het stelsel geen enkele solidariteit biedt. Heeft het koppel geen bijzondere maatregelen getroffen, dan behoudt bij het overlijden van een van de partners de langstlevende zijn eigen vermogen en erft hij alleen het vruchtgebruik van het vermogen van de overleden partner. De kinderen van de erflater krijgen de naakte eigendom ervan.
Toen het erfrecht in september 2018 werd hervormd, werd die situatie gedeeltelijk rechtgezet. Sinds die hervorming is de notaris immers verplicht de aandacht van de toekomstige partners te vestigen op de bijzondere kenmerken van dat stelsel. Wanneer ze dat wensen, laat het stelsel toe de modaliteiten van hun contract aan te passen en zo de langstlevende partner beter te beschermen door een minimum aan solidariteit tussen beide echtgenoten op te leggen.
Welke voordelen biedt een huwelijkscontract?
De belangrijkste meerwaarde van het huwelijkscontract voor de successieplanning is dat de huwelijksvoordelen kunnen worden toegewezen aan de langstlevende echtgenoot. Het biedt dus een betere bescherming en meer financiële autonomie.
U kan een huwelijkscontract altijd aanpassen om aan de nieuwe wensen en behoeften van de partners te voldoen. U hoeft daarvoor alleen een bezoek te brengen aan de notaris. Wilt u overstappen van een stelsel van gemeenschap van goederen naar een stelsel van scheiding van goederen of omgekeerd, dan moet wel een gedetailleerde inventaris van de goederen van beide partners worden opgemaakt, iets wat een zwaar en relatief duur karwei kan worden.
U kan een huwelijks contract op gelijk welke leeftijd aanpassen. U moet daarvoor alleen een bezoek brengen aan de notaris.
De meeste contractwijzigingen gebeuren rond de leeftijd van 50 à 60 jaar. Het doel van beide partners bestaat er dan meestal in om elkaar te beschermen en te bevoordelen. ‘Er is in dat geval weliswaar meer erfbelasting te betalen, maar achteraf is de bescherming van elke partner wel gegarandeerd. De echtgenoten willen vaak ook vermijden dat er relationele problemen ontstaan op het moment dat de langstlevende partner tegenover de kinderen of kleinkinderen komt te staan en de vraag over vruchtgebruik/naakte eigendom rijst’, zegt Slits.
Hoe kan u met uw huwelijkscontract uw erfenis plannen?
Door in hun huwelijksstelsel bepaalde clausules toe te voegen kunnen echtgenoten elkaar meer of minder laten erven dan standaard het geval zou zijn. Welke clausule daarvoor gepast is, hangt af van de drijfveer van de partners.
De langstlevende flexibiliteit gunnen
Koppels gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van goederen kunnen opteren voor een zogenaamd ‘keuzebeding’. Concreet komen de beide echtgenoten in hun huwelijkscontract dan overeen dat de langstlevende bij het overlijden van de eerste partner kan kiezen wat hij zal doen met het gemeenschappelijk vermogen, met andere woorden hoeveel de langstlevende echtgenoot zelf wenst te behouden en hoeveel hij al laat overgaan naar de volgende generatie.
Dat heeft als voordeel dat u zowat alle kanten uit kunt. ‘Het is een allround beding, ongeacht de leeftijd van de overledene’, zegt Slits. De situatie van de langstlevende, de kinderen en hun onderlinge relaties kunnen (op financieel of gezondheidsvlak, of qua levensstijl) aanzienlijk verschillen naargelang u overlijdt op 50 of 80 jaar. Iemand die op haar vijftigste weduwe wordt, zal zich bijvoorbeeld veel liever de volledige eigendom van bepaalde goederen toe-eigenen en zo de volledige vrijheid genieten. Voor iemand van 80 jaar is het misschien interessanter om zich te beperken tot het vruchtgebruik.’
Solidair zijn met elkaar
Koppels gehuwd met scheiding van goederen die toch niet willen dat de langstlevende met lege handen achterblijft, kunnen toch nog een beperkt of aanvullend gemeenschappelijk vermogen opbouwen. De man en/of vrouw brengen daar naar eigen keuze goederen in (de gezinswoning, aandelen van de familiale onderneming...). ‘De inbreng van een eigen onroerend goed in de beperkte huwgemeenschap gebeurt via een notariële akte’, verduidelijkt Vanden Eynde.
Paul brengt het onroerend vermogen van 1 miljoen euro in. Daardoor staat meteen 500.000 euro op het hoofd van zijn echtgenote Nathalie. Dat behoort vanaf dan tot het vermogen van Nathalie, zodat zij bij het overlijden van Paul er geen erfbelasting meer op moet betalen.
NIEUW! Beding van verrekening van aanwinsten
Voor koppels die willen dat alles wat ze al hadden vóór het huwelijk ‘eigen’ blijft, maar die het wel logisch vinden dat de langstlevende aanspraak kan maken op hetgeen opgebouwd werd tijdens het huwelijk, biedt het nieuwe erfrecht een alternatief voor het wettelijk stelsel: ze kunnen voortaan trouwen met scheiding van goederen en daar een beding van verrekening van aanwinsten aan toevoegen. Zo creëren ze onderling een vorm van solidariteit. Bij de ontbinding van het huwelijk (echtscheiding of overlijden) betaalt de meest kapitaalkrachtige partner dan aan de minst kapitaalkrachtige een financiële compensatie. Er ontstaat in hoofde van de ‘arme’ echtgenoot een schuldvordering op de ‘rijke echtgenoot’. Het echtpaar is gehuwd onder scheiding van goederen, maar intern verrekenen ze met elkaar, ‘alsof’ zij gehuwd waren onder het stelsel van gemeenschap van goederen.
Deze verrekening kan zeer ver gaan. Alle zogenaamde ‘aanwinsten’ (alles wat de ene partner tijdens zijn huwelijk vergaarde anders dan door erfenis of schenking) worden bijvoorbeeld verrekend. De partners zijn daarbij vrij om te kiezen wanneer er een verrekening moet gebeuren (alleen bij overlijden/alleen bij een echtscheiding/in beide gevallen) en in welke verhouding er een verdeling moet gebeuren (bijvoorbeeld 50/50).
Meestal raadt men aan om het verrekenbeding facultatief op te stellen. De langstlevende krijgt dan de keuze om het beding al dan niet in te roepen.
NIEUW! Rechterlijke billijkheidscontrole
Echtgenoten gehuwd met scheiding van goederen kunnen in hun huwelijkscontract ook een rechterlijke billijkheidsclausule laten opnemen. De financieel zwakkere partner kan dan bij een echtscheiding aan een rechter een deel van de inkomsten van de ex-partner vragen. Weliswaar maximaal een derde van de waarde van de gezamenlijke aanwinsten, op het tijdstip van de ontbinding van het huwelijk.
Vreest u dat u een deel van uw erfenis zult mislopen?Wilt u exact weten hoe u uw kinderen uit een vorige relatie kunt beschermen? Of vraagt u zich af hoe u zoveel mogelijk aan uw partner kunt nalaten? Stuur uw vraag via www.netto.be/belactie naar de redactie en op dinsdag 17 september (tussen 18 en 21 uur) belt een notaris u gratis op met het antwoord.
Let op! Een rechter zal de correctie alleen toepassen als er sprake is van ‘onvoorziene omstandigheden die leiden tot manifeste onbillijkheid’. Anders gezegd: als u bijvoorbeeld ziek bent geworden en niet langer kunt gaan werken. Bovendien: als u zelf vermogend bent, zult u de clausule niet kunnen inroepen.
Hertrouwen zonder de erfenis van de kinderen aan te tasten
Voor wie al kinderen heeft, is hertrouwen niet zonder gevolg. De kinderen zullen daardoor immers een deel van hun erfenis moeten delen met de nieuwe partner, die door het huwelijk gepromoveerd wordt tot wettelijk beschermde erfgenaam.
De Valkeniersclausule biedt hiervoor een uitweg. Want met die clausule kunnen de erfrechten van de nieuwe echtgenoot beperkt worden. De enige beperking tot nog toe was dat de langstlevende echtgenoot minstens het vruchtgebruik van de gezinswoning en de meubelen die zich daarin bevinden moest erven.
‘Maar het nieuwe erfrecht dat sinds september vorig jaar van kracht is, laat toe nog verder te gaan’, zegt Elisabeth Janssens, advocate bij Cazimir. ‘Gehuwden met kinderen uit een vorige relatie kunnen elkaar nu volledig onterven en elkaar zelfs het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel ontnemen. In sommige gezinnen kan het dus zinvol zijn de Valkeniersclausule te herevalueren.’
Om te vermijden dat de langstlevende onmiddellijk moet verhuizen, krijgt hij wettelijk wel het recht om nog minstens zes maanden te wonen in de gezinswoning.
‘De Valkeniersclausule is vooral geschikt voor tweede huwelijken waar de partners al relatief oude kinderen hebben’, zegt Slits. ‘De huwelijkspartners willen niet dat hun nieuwe relatie de organisatie van het gezin beïnvloedt. Ieder heeft zijn eigen vermogen en beide partners willen niet dat het huwelijk een impact heeft op erfenisvlak’, verduidelijkt Slits.