De erfbelasting wordt bepaald door de mate van verwantschap tussen de erflater en de begunstigde van de erfenis. In rechte lijn - partners en kinderen - blijft de belasting relatief beperkt. Maar broers en zussen, neven en nichten, of vrienden en kennissen betalen in Vlaanderen, afhankelijk van de bedragen, tussen 25 en 55 procent erfbelasting.
Om de fiscale lasten te beperken kunt u voor een duolegaat kiezen. Dat wil zeggen dat u bij testament niet alleen een neef of vriend als erfgenaam aanduidt, maar dat u ook een of meerdere goede doelen in uw testament opneemt.
Vreest u dat u een deel van uw erfenis zult mislopen?Wilt u exact weten hoe u uw kinderen uit een vorige relatie kunt beschermen? Of vraagt u zich af hoe u zoveel mogelijk aan uw partner kunt nalaten? Stuur uw vraag via www.netto.be/belactie naar de redactie en op dinsdag 17 september (tussen 18 en 21 uur) belt een notaris u gratis op met het antwoord.
Bij een duolegaat wordt namelijk overeengekomen dat het goede doel alle erfbelasting betaalt, dus ook die op het legaat van uw neef of goede vriend. ‘De vzw of stichting kan een voordelig vast tarief in de erfbelasting genieten op het erfdeel dat zij ontvangt’, verduidelijkt Nathalie Seppion, estate planner bij bank Degroof Petercam. ‘Op het erfdeel dat toekomt aan uw naasten betaalt zij de gewone tarieven.’ De neef of vriend moet dan zelf geen erfbelasting meer betalen en houdt zo netto meer over.
Welke organisaties komen in aanmerking voor een duolegaat?
Alle vzw’s, internationale vzw’s (ivzw’s), private stichtingen en stichtingen van openbaar nut: van het Rode Kruis tot Plan International, van Gaia tot SOS Kinderdorpen.
Waarom is een duolegaat fiscaal interessant?
Een duolegaat levert beduidend meer op voor de niet-rechtstreekse erfgenaam dan voor het goede doel. Als er in Vlaanderen van een erfenis van 100.000 euro 65.000 naar de niet-rechtstreekse erfgenaam gaat en 35.000 euro naar het goede doel, houdt het goede doel na betaling van de erfbelasting nog 9.775 euro over. De niet-rechtstreekse erfgenaam behoudt de volledige 65.000 euro.
Waarom vergt een duolegaat rekenwerk?
Het is de erflater die bepaalt hoeveel de erfgenaam en het goede doel elk krijgen. De verdeling moet wel zo worden berekend dat beide partijen er voordeel uit halen. Bij een duolegaat de erfgenaam en het goede doel elk de helft van die 100.000 euro geven, heeft geen zin, want dan houdt de erfgenaam minder over dan de 59.500 euro die zou overblijven na betaling van zijn erfbelasting op het volledige bedrag van 100.000 euro.
Een duolegaat is niet alleen voordelig voor de erfgenaam, maar ook voor het goede doel.
Tegelijk moet het bedrag dat het goede doel ontvangt groot genoeg zijn, zodat na betaling van de erfbelasting de vzw of private stichting er ook nog iets aan overhoudt. Als de erfgenaam 72.000 euro van de 100.000 euro zou krijgen, dan houdt het goede doel nog 220 euro over. Een beetje weinig om door de hele administratieve molen te gaan. Goed rekenen bij de verdeling is dus belangrijk.
Hoeveel erfbelasting moet een goed doel betalen als het een legaat ontvangt?
Zeven manieren om minder erfbelasting te betalen
Bekijk hier de PDF van het magazine (7/9/2019)
Elke regio hanteert zijn eigen tarieven om erfenissen te belasten. Daardoor zitten er niet alleen verschillen op de belasting die de erfgenaam moet betalen. Ook wat de goede doelen aan een duolegaat overhouden, verschilt naarmate de nalatenschap zich in Vlaanderen, Wallonië of Brussel situeert.
- In het Vlaams Gewest bedraagt de erfbelasting 8,8 procent voor alle stichtingen van openbaar nut, vzw’s, ivzw’s en private stichtingen.
- In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt de erfbelasting 6,6 procent voor stichtingen van openbaar nut (7 procent vanaf 19 september 2019), 12,5 procent voor vzw’s, ivzw’s en private stichtingen die een fiscaal attest kunnen afleveren (7 procent vanaf 19 september 2019) en 25 procent voor vzw’s en private stichtingen die geen fiscaal attest kunnen afleveren.
- In het Waals Gewest bedraagt de erfbelasting 7 procent voor stichtingen van openbaar nut, vzw’s, ivzw’s en private stichtingen.