Er is een heel groot verschil tussen een pensioenspaarverzekering in een tak21- of tak23-jasje. De tak21-pensioenspaarverzekering is de defensieve variant. Er is een kapitaalgarantie plus een gegarandeerd rendement (al bedraagt dat steeds vaker 0 procent). Dat rendement kan eventueel worden aangevuld met een winstdeelname. Die is afhankelijk van de resultaten van de verzekeraar en is dus nooit gegarandeerd. Het bij elkaar gespaarde tak21-kapitaal is ook voor 100.000 euro per verzekerde en per verzekeringsmaatschappij beschermd door het Garantiefonds.
Maar pensioensparen kan ook via een tak23-verzekering. ‘Dat is eigenlijk een beleggingsfonds in een verzekeringsjasje’, zegt John Romain van financieel planner Immotheker Finotheker. Een tak23-beleggingsverzekering biedt geen kapitaalgarantie en geen gegarandeerde rente en de belegger is voor het rendement volledig afhankelijk van de prestaties van de achterliggende beleggingen. En net zoals bij de pensioenspaarfondsen bij de banken kunnen beleggers kiezen voor een product waarbij het risicoprofiel van de achterliggende fondsen varieert van defensief (met vooral obligaties) tot heel agressief (met bijna uitsluitend aandelen). Een pensioenspaarfonds of levensverzekeringsfonds (tak23) geniet geen enkele bescherming van het bij elkaar gespaarde kapitaal. De portefeuilles van de fondsen moeten het hebben van de grote spreiding, waardoor het risico beperkt wordt. En gaat uw bankier of verzekeraar op de fles, weet dan dat er meerdere wettelijke maatregelen werden genomen om uw vermogen te beschermen.
1. Kiezen voor tak21 of tak23? Of een combinatie van de twee?
Een pensioenspaarder die geen enkel risico wil lopen, kiest het best voor een tak21-verzekering. Geen enkel pensioenspaarfonds - zelfs niet het meest defensieve - kan dezelfde kapitaalgarantie bieden.
Maar hoe zit dat met tak23-verzekeringen? Waarom zou een pensioenspaarder een pensioenspaarverzekering verkiezen boven een pensioenspaarfonds van een bank? De kostenstructuur van een pensioenspaarverzekering is inderdaad zwaarder vanwege het verzekeringsjasje, maar de keuze is hier veel groter.
De meerwaarde schuilt vooral in de combinatie van een tak21- en een tak23-contract, wat men ook weleens een tak44-product noemt. ‘Het is eigenlijk een levensverzekering die bestaat uit twee luiken: een zonder risico (tak21) en een met risico (tak23)’, zegt Romain. Het risicoprofiel van een pensioenbelegger is immers geen statisch gegeven. Wie op zijn 35ste begint met pensioensparen, heeft nog een decennialange beleggingshorizon voor zich. In dat geval raden financieel experts aan om voluit de kaart van de aandelen te trekken, want er is nog voldoende tijd om te herstellen van eventuele beurscrisissen.
‘Een pensioenspaarder van 55 jaar daarentegen doet er goed aan om het risicoprofiel van zijn pensioenspaarpot drastisch terug te dringen’, zegt Romain. ‘Niemand wil de laatste jaren voor zijn pensioen een deel van zijn spaarcenten in rook zien opgaan door een beurscrash. Toch niet wanneer een belegger dat geld nodig heeft om zijn pensioenkloof te dichten.’
TIP!
Met een tak44-product kan een pensioenspaarder dus het grootste gedeelte van zijn leven sparen via een tak23-contract om pakweg tien jaar voor de pensioenleeftijd dat volledige kapitaal over te brengen naar een tak21-spaarverzekering. Dat gebeurt boetevrij en zonder dat de fiscus langskomt. ‘Op die manier is de pensioenspaarder er zeker van dat zijn kapitaal tijdens de laatste tien jaar is gegarandeerd. Die zekerheid heeft een belegger niet bij een pensioenfonds, ook niet wanneer hij uiteindelijk kiest voor een defensief fonds’, zegt Romain.
Welke verzekeringen heeft u echt nodig en welke dumpt u beter?
De juiste verzekering voor elke fase in uw leven.
De Verzekeringsgids is op 20/10 verschenen. Bent u abonnee van De Tijd? Klik hier om de gids (PDF versie) te lezen.
Het is trouwens niet mogelijk om het pensioenkapitaal over te brengen van een pensioenspaarfonds naar een pensioenspaarverzekering, of omgekeerd. Net daarom is het zo belangrijk om van bij het begin goed na te denken over de keuze tussen pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering.
2. Hoeveel fiscaal voordeel levert het op?
Let goed op de kosten wanneer u een verzekeringscontract afsluit in het kader van pensioensparen, want die kunnen een grote hap uit het rendement nemen. Toch telt het totale nettorendement.
Bij pensioensparen is ook de fiscaliteit belangrijk. Om te beginnen is er een aanzienlijk fiscaal voordeel. Er zijn twee fiscale maximumbedragen:
- Wie tot 960 euro spaart, kiest eigenlijk fiscaal optimaal, want krijgt een belastingvermindering van 30 procent en kan dus tot 288 euro terugkrijgen van de belastingen.
- Wie een groter eindkapitaal wil, kan tot 1.230 euro storten. In dat geval bedraagt de belastingvermindering 25 procent (of maximaal 307,5 euro).
3. Hoe zwaar wordt u belast?
Op het opgebouwde pensioenkapitaal zijn er vanzelfsprekend belastingen verschuldigd. Op uw 60ste verjaardag is een eenmalige bevrijdende belasting (de anticipatieve taks) verschuldigd van 8 procent. Bij de tak21-verzekering wordt die taks berekend op basis van alle stortingen en de gewaarborgde rente (de winstdeelname wordt dus niet belast). Bij een tak23-verzekering wordt de volledige reserve belast tegen 8 procent.
Bij uw pensioenspaarfonds is de belastbare basis gebaseerd op een fictief rendement van 4,75 procent (voor stortingen na 1992) en van 6,25 procent (voor stortingen ervoor), ongeacht of u dat rendement hebt behaald of niet. Let wel: het fiscale plaatje is veel minder gunstig wanneer het kapitaal wordt opgevraagd vóór uw zestigste verjaardag of wanneer het verzekeringscontract werd afgesloten na uw 55ste verjaardag.