Wel ja, beleg in alles wat niet hoort en u zult merken dat zo’n onethische beleggingen soms een hoger rendement opleveren dan investeringen in doorsneebedrijven. Dat blijkt uit de Amerikaanse Vice-index, die de prestaties opvolgt van bedrijven die goederen en diensten leveren die niet deugen. De Vice-index presteert vaak beter dan de Standard & Poor’s. Als u dus lak hebt aan ethische beleggingsvormen en alleen uit bent op snelle winst, weet u wat u te doen staat.
Maar misschien voelt u zich toch niet aangesproken, omdat u zich niet identificeert met de onethische pak-de-poenbelegger? Of omdat u geen opportunist bent die alleen maar gaat voor het hoogste rendement?
Een ‘duurzame belegger’ houdt voor zijn beleggingen niet alleen rekening met financiële criteria, maar ook met duurzame of ethische aspecten. Toch ligt de zoektocht naar duurzame beleggingen niet voor de hand. Want ondernemingen of beleggingsfondsen met het label duurzaam zijn vandaag schering en inslag. Bovendien blijkt het aartsmoeilijk om het kaf van het koren te scheiden. Want wat houdt het etiket duurzaam eigenlijk in? Is het wel meer dan een mooie strik rond een pakje waarvan u de inhoud toch niet helemaal doorgrondt? En waarop u - laten we eerlijk zijn - gemakshalve vertrouwt?
1. Is het zinvol om duurzame beleggingen te kopen bij een bank die ook niet-duurzame beleggingen aanbiedt?
Mogelijk is uw geweten gesust als uw bankadviseur u op het hart drukt dat uw centen niet naar wapenfabrikanten, goedkope-kledingketens, olieproducenten of goktenten vloeien. Maar hebt u al eens stilgestaan bij de vraag welk fonds uw adviseur aan de volgende klant aanbiedt? Misschien wel een beleggingsproduct waarbij de duurzaamheidscriteria helemaal niet van tel zijn. Wat is dan de impact van uw individuele keuze?
Een bank die duurzame beleggingsproducten aanbiedt maar tegelijk ook fondsen aan de man brengt met daarin bijvoorbeeld Lockheed Martin, het grootste defensieconcern ter wereld, is niet geloofwaardig.
Voor econoom Geert Noels, de oprichter van vermogensbeheerder Econopolis, is het duidelijk: ‘Als je duurzame producten aanbiedt, moet je volledige gamma duurzaam of ethisch zijn. Een aanbieder kan daar niet schizofreen in zijn. Wie geloofwaardig wil zijn, kan onmogelijk duurzame producten aan de man brengen en tegelijk fondsen met daarin bijvoorbeeld Lockheed Martin, het grootste defensieconcern ter wereld.’
Toch geeft Noels toe dat het soms moeilijk is om aan de verleiding te weerstaan. ‘Elke analist weet dat defensiebedrijven door de retoriek van de Amerikaanse president Donald Trump op een gegeven ogenblik de wind in de zeilen krijgen. Dan is het moeilijk om daar af te blijven. Maar alleen als je voluit de kaart van duurzame beleggingen trekt, creëer je een hefboom waarmee je impact kan hebben.’
2. Leidt duurzaam beleggen tot een beter rendement?
Noels’ mening wordt maar gedeeltelijk gedeeld door Dirk Coeckelbergh, die tot begin dit jaar directeur was bij de coöperatieve bank NewB en daarvoor actief was bij, onder meer, Bacob, DVV, Centea en Crelan. ‘De grootste verdelers van duurzame SRI-producten (socially responsible investing) in België zijn precies de grootbanken, die behalve ‘duurzame beleggingen’ ook ‘gewone beleggingen’ aanbieden. Als investeerders daar zouden afhaken, zou 80 procent van het duurzaam beleggen in ons land wegvallen. Wie duurzaam wil investeren, zou zich dan uitsluitend nog kunnen wenden tot kleinere spelers zoals Van Lanschot, Vdk of Triodos Bank.’ Of Econopolis, dat eveneens een volledig duurzaam beleggingsgamma aanbiedt.
Coeckelbergh, die ook enkele boeken heeft geschreven over ethisch en duurzaam beleggen, vindt wel dat grootbanken die consequent willen zijn, beter hun volledige aanbod verduurzamen. Maar dan om een reden die ze zelf voortdurend als verkoopargument aanhalen. ‘Grootbanken verkopen niet zozeer duurzame fondsen omdat de wereld daar beter van wordt. Neen, hun motto is dat duurzame beleggingen op lange termijn leiden tot een hoger rendement of tot hetzelfde rendement als een gewoon fonds, maar dan met minder risico’s. Welnu, als een bank dat poneert, kan ze toch niet anders dan haar volledige pakket te verduurzamen? Waarom zou een bank of vermogensbeheerder dan nog gewone fondsen aanbieden? Nagenoeg alle studies wijzen uit dat ethisch beleggen op lange termijn minstens evenveel opbrengt als gewone beleggingsvormen. Daarover bestaat nog weinig discussie.’
3. Is de ‘uitsluitingslijst’ van ’s werelds grootste pensioenfonds een goede leidraad?
Veel kans dus dat uw bankier u een duurzame belegging aanbiedt. Bent u kritisch ingesteld, dan kunt u misschien toch even vragen waarom uw adviseur precies op bedrijf x of fonds y het etiket duurzaam plakt. Wellicht vertelt hij u dan dat hij bewust bepaalde bedrijven, sectoren of landen weert, en daarbij gebruikmaakt van een zogenaamde ‘uitsluitingslijst’.
Beheerders verwijzen geregeld naar de uitsluitingslijst van het ‘Statens pensionfond utland’, het Noorse staatsfonds dat met ruim 1.000 miljard euro aan activa onder beheer het grootste ter wereld is. Bedrijven op die zwarte lijst vinden bijvoorbeeld geen genade in de producten van Econopolis. En de lijst wordt ook gebruikt door bijvoorbeeld Portfolio21, het duurzame project van Belfius Insurance in samenwerking met Candriam en Vigeo.
Duurzaam levengids 2018
De beste tips om energie te besparen en uw geld duurzaam te laten renderen
De Duurzaam Levengids is op 21/4 verschenen. Bent u abonnee van De Tijd? Klik hier om de gids (PDF versie) te lezen.
‘Het Noorse staatsfonds weigert te investeren in ondernemingen die de mensenrechten schenden of bijdragen tot de productie van kernwapens, in sigarettenfabrikanten of in ondernemingen die zware milieuschade veroorzaken’, legt Maxim Gilis van Econopolis uit.
Dat klinkt radicaler dan het is, want het Noorse staatsfonds, ook bekend als het ‘oliefonds’, investeert voorlopig nog wél in vervuilende olie- en gasbedrijven, terwijl het eerder nochtans uit kolen stapte. ‘Het Noorse oliefonds sluit relatief weinig bedrijven uit’, zegt Coeckelbergh. ‘Maar het heeft wel een enorme impact.’ Aanpassingen in het fonds worden op de financiële markten op de voet gevolgd. En als deze mastodont beslist om zich uit een bedrijf terug te trekken, zijn ethische overwegingen nooit veraf. Eerder kondigden de Noren aan om de ondernemingen in portefeuille door te lichten op belastingontwijking en zich te scharen achter de massaclaim tegen Volkswagen in de zaak van de sjoemelsoftware. Het maakte ooit ook ophef toen het om ethische redenen een gigantisch pakket aandelen verkocht van de Franse oliereus Total.
4. Wie beslist of een bedrijf duurzaam is?
→ Of een onderneming duurzaam is, wordt meestal beoordeeld door een intern team van de bank of vermogensbeheerder bij wie u aanklopt. ‘Nogal wat assetmanagers hebben dat onderzoek in de periode 2000-2010 geïnternaliseerd, onder meer omdat ze te veel personeel hadden. Zo werden er duurzaamheidsteams opgericht. Maar het risico bestaat dat de resultaten van hun analyses worden afgestemd op wat de verkopers bij diezelfde vermogensbeheerder willen’, aldus Coeckelbergh. ‘Zo was er ooit een onderzoeker die een petroleumbedrijf als duurzaam bestempelde, terwijl de vermogensbeheerder waarvoor hij werkte 100 miljoen dollar voor datzelfde oliebedrijf beheerde.’ Toch wil Coeckelbergh het risico niet overdrijven. ‘Dat verhaal is een randverschijnsel. De analyses van interne duurzaamheidsteams worden ook gepubliceerd. En als die gemanipuleerd blijken, blijft de kritiek niet uit.’
→ Banken of vermogensbeheerders die geen interne of geen grote teams meer hebben, doen voor de beoordeling van ondernemingen of overheden vaak een beroep op externe onderzoeksbureaus zoals Vigeo Eiris (www.vigeo-eiris.com) of Sustainalytics (www.sustainalytics.com).
De honderd werknemers van dat laatste bedrijf screenen bijvoorbeeld meer dan 8.400 ondernemingen wereldwijd op basis van de ESG-criteria, waarbij ESG staat voor ecologie, samenleving en deugdelijk bestuur. Sustainalytics stelt niet alleen kwalitatieve rapporten op, maar deelt ook duurzaamheidsscores uit. ‘Die gaan van 0 tot 100’, zegt Maxim Gilis van Econopolis. ‘Bovendien analyseert Sustainalytics hoe een bedrijf zich qua duurzaamheid verhoudt tot andere ondernemingen in dezelfde sector.’ Wie voor een bedrijf kiest dat in zijn sector qua duurzaamheid tot de ‘best in class’ behoort, mag dus zeker zijn dat hij duurzaam belegt.
Eén nuance toch: in sectoren met weinig ondernemingen kan één enkele duurzaamheidsfactor ertoe leiden dat een bedrijf veel beter scoort dan de overige firma’s.
5. Wie beslist of een fonds duurzaam is?
→ ‘Fondsen die door Belgische vermogensbeheerders als duurzaam naar voor worden geschoven, voldoen aan de criteria die binnen de Belgische Vereniging van Vermogensbeheerders (Beama) tot stand zijn gekomen’, zegt Coeckelbergh. Dat zijn de zogenaamde DMVI-fondsen, fondsen die naast de gebruikelijke financiële criteria ook structureel en systematisch rekening houden met milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur.
Een lijst van de fondsen die aan die criteria voldoen, vindt u op www.beama.be/nl/duurzame-icbs
→ Tegelijk kan een bank of vermogensbeheerder aan een externe speler een certificatie vragen van een fonds dat het zelf als duurzaam bestempelt. Zo’n certificatie houdt in dat het fonds de door de vermogensbeheerder zelf vooropgestelde criteria naleeft. Instanties die in België aanvaard worden voor het toekennen van zo’n certificaten, zijn Ethibel, elke erkende commissaris-revisor of een onafhankelijke adviesraad.
→ Tot slot, en dan gaan de aanbieders nog een stap verder, kunnen fondsen een label krijgen. ‘In dat geval moeten de fondsen van de banken of vermogensbeheerders aan de strengere voorwaarden voldoen die de labelverstrekker oplegt’, aldus Coeckelbergh.
Voorbeelden van producten met zo’n label zijn, onder meer, Argenta-Fund Responsible Growth Fund, Candriam Fund Sustainable Index Equities Europe, Banque de Luxembourg BL - Equities Horizon, alle met een Ethibel-label.
6. Wat als u nog een stap verder wilt gaan en wilt kiezen voor bedrijven die een positieve bijdrage leveren aan een betere wereld?
U kunt investeren in ondernemingen die verantwoord omgaan met mens, maatschappij en milieu. Maar u kunt uw goede bedoelingen nog concreter maken en bewust kiezen voor ondernemingen die ook een positieve bijdrage leveren aan een betere wereld. ‘Het gaat dan om bedrijven die hun personeel, klanten en aandeelhouders meetrekken in hun maatschappelijk doel’, aldus Noels. Zo belanden we bij de echte ‘impactbelegger’. ‘Iemand die echt resultaat wil zien in maatschappij of milieu en die het financieel rendement niet als eerste bekommernis ziet’, zegt Noels.
Zo’n impactbelegger kan investeren in bedrijven die actief zoeken naar oplossingen voor de problemen die gepaard gaan met de vergrijzing of met de grote gezondheidskwesties. Of die de vervuiling een halt willen toeroepen. ‘Zo’n bedrijven zijn niet nieuw’, zegt Noels. ‘Velen denken misschien aan Tesla. Maar ook de oprichter van Toyota pleitte er 15 jaar geleden al voor om te werken aan een auto die amper 1 liter brandstof per 100 kilometer verbruikt. En Unilever zet zich als voedingsreus het meest in tegen obesitas en ondervoeding. Wie als belegger echt impact wil hebben, moet op zoek naar dat soort ondernemingen.’