De fiscus beloont tal van uitgaven en investeringen met een belastingvoordeel. Maar om dat te claimen in uw belastingaangifte van volgend jaar moet u de betalingen nog effectief in 2018 verricht hebben. Andere data zoals de factuurdatum of de polisdatum van een levensverzekering hebben geen enkele waarde.
Het heeft evenwel geen zin om ongebreideld te investeren. ‘De meeste voordelen zijn belastingverminderingen, wat betekent dat het voordeel wordt afgetrokken van de verschuldigde belasting. Wie geen, een beperkt of een vervangingsinkomen heeft en dus weinig of geen belastingen betaalt, dreigt het belastingvoordeel mis te lopen’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.
Let wel, het is niet omdat u elk jaar van de fiscus een terugbetaling krijgt dat u geen belastingen betaalt. Het betekent alleen dat u vooraf te veel belastingen betaalde, omdat bijvoorbeeld uw werkgever te veel bedrijfsvoorheffing van uw loon inhield.
1. Betaal uw facturen voor de kinderopvang
Hebt u baby’s, peuters, kleuters of kinderen jonger dan twaalf jaar? Betaal alle facturen voor de kinderopvang nog voor Nieuwjaar. Voor uitgaven tot 11,20 euro per opvangdag krijgt u een belastingvoordeel zolang uw kind op het moment van de opvang jonger is dan twaalf jaar (18 jaar voor kinderen met een zware handicap). ‘Voor de opvangkosten betaald in 2018 geldt een hoger belastingvoordeel voor alleenstaande ouders met een belastbaar inkomen tot 19.410 euro. Hun belastingvermindering hangt af van hun inkomen en schommelt tussen 45 tot 75 procent, zodat ze tot 8,40 euro per opvangdag kunnen recupereren’, zegt Wellens. Voor alle andere ouders blijft de belastingvermindering onveranderd op 45 procent, wat het maximale belastingvoordeel op 5,04 euro per opvangdag brengt.
2. Overweeg een levensverzekering
Wie geen lening meer heeft voor zijn gezinswoning en ook niet leende voor een tweede verblijf of investeringspand, kan sowieso op een fiscaalvriendelijke manier een extra pensioenkapitaal opbouwen. Voor stortingen tot 2.310 euro in een levensverzekering (tak 21) is er een federale belastingvermindering voor het langetermijnsparen van 30 procent.
Leende u als Vlaming voor uw gezinswoning vóór 2015 of financierde u de aankoop van een tweede verblijf of investeringsvastgoed? Dan zal u geen of nog nauwelijks belastingvoordeel halen uit een levensverzekering.
Maar ook voor wie wél nog een lening voor zijn gezinswoning heeft lopen, kan een levensverzekering fiscaal interessant zijn. ‘Vlamingen die leenden in 2016, 2017 of 2018 kunnen het belastingvoordeel voor het federale langetermijnsparen cumuleren met het belastingvoordeel voor de Vlaamse woonbonus, beide belastingvoordelen voor het maximumbedrag. Voor wie leende in 2015 leveren premiebetalingen tot 790 euro nog een belastingvoordeel op’, zegt Wellens.
Leende u als Vlaming voor uw gezinswoning vóór 2015 of financierde u de aankoop van een tweede verblijf of investeringsvastgoed? Dan zal u geen of nog nauwelijks belastingvoordeel halen uit een levensverzekering. De betalingen voor die leningen worden immers afgetrokken van de maximale korf van 2.310 euro voor het langetermijnsparen.
‘In Brussel is er geen belastingvoordeel meer voor leningen voor de gezinswoning gesloten vanaf 2017, waardoor de volledige korf van het langetermijnsparen benut kan worden’, zegt Wellens.
3. Optimaliseer uw woonlening
Het is jaren anders geweest, maar aan het belastingvoordeel voor de woning waar u zelf woont - de woonbonus - verandert in het Vlaams Gewest niets. Er is een belastingvoordeel voor een basisbedrag van 1.520 euro aan intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering. Voor wie leent voor zijn ‘enige’ woning is er een verhoging van 760 euro tijdens de eerste tien jaar van de lening en van 80 euro voor wie minstens drie kinderen ten laste heeft.
Als u pas aan het einde van het jaar een lening afsluit, is de kans groot dat u onvoldoende intresten en kapitaalaflossingen betaalt om het grensbedrag te halen. U kunt dan een voordeel halen uit een eenmalige premie voor uw schuldsaldoverzekering. Keerzijde van de medaille is dat eventuele latere uitkeringen van de verzekering belast zullen worden.
4. Laatste kans voor een mama-en-papalening
De mama-en-papalening is er voor inwoners van het Vlaams Gewest die geld uitlenen aan vrienden of familie om een krot in het Vlaams Gewest te renoveren. ‘Het belastingvoordeel wordt afgeschaft voor leningen gesloten vanaf 2019’, zegt Wellens. ‘Voor wie al in het systeem zit of nog voor Nieuwjaar geld uitleent, blijft het belastingvoordeel behouden.’
Het bedrag, de intrestvoet en de toepassingsmodaliteiten mogen vrij gekozen worden. De looptijd is geplafonneerd op 30 jaar. De belastingvermindering bedraagt 2,5 procent van het ontleende bedrag, met een maximum van 25.000 euro, zolang er uitstaand kapitaal is. U krijgt het belastingvoordeel de eerste keer in het jaar dat een van de kredietnemers zijn hoofdverblijfplaats vestigt in de gerenoveerde woning. Die moet er minstens acht jaar wonen, anders zal de fiscus het belastingvoordeel volledig terugvorderen.
5. Sla nog een voorraadje diensten- en wijkwerkcheques in
Ook al hebt u de cheques niet meer nodig om uw hulp voor Nieuwjaar te betalen, toch kan het interessant zijn ze nu al in te slaan. De wijk-werkcheques vervangen in Vlaanderen de vroegere PWA-cheques. De aangekochte cheques kunt u zonder probleem volgend jaar gebruiken: wijk-werkcheques blijven twaalf maanden geldig, dienstencheques acht maanden.
Ook voor mensen met een laag inkomen en voor gepensioneerden zijn dienstencheques interessant.
Cheques inslaan is maar nuttig voor zover u het grensbedrag van 1.470 euro aan diensten- en wijk-werkcheques niet bereikt hebt. Bent u gehuwd of woont u samen, dan kan uw partner in eigen naam voor eenzelfde bedrag cheques kopen. Het belastingvoordeel verschilt naargelang het gewest: in Vlaanderen is er een belastingvermindering van 30 procent, in Brussel is dat 15 procent.
‘Ook voor mensen met een laag inkomen en voor gepensioneerden zijn dienstencheques interessant. Als ze te weinig belastingen betalen om het voordeel te verrekenen, wordt het saldo in de vorm van een belastingkrediet terugbetaald’, zegt Wellens.
6. Laat uw goed hart spreken
De eindejaarsperiode is dé tijd van het jaar om een goede daad te stellen. En als u het goed aanpakt, recupereert u een deeltje van de fiscus. Voor giften aan erkende instelling zoals het Rode Kruis, de Koning Boudewijnstichting, Gaia, Kom op tegen Kanker en de Koninklijke Muntschouwburg krijgt u een belastingvermindering van 45 procent. Voorwaarde is dat u in 2018 minstens 40 euro - al dan niet in één betaling - hebt gestort aan eenzelfde instelling.
Een andere optie is de aankoop van aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen zoals Alterfin, Oikocredit en Incofin. Die geven microkredieten en leveren financiële diensten aan personen die zeer kleine ondernemingen oprichten of al exploiteren in ontwikkelingslanden en geen toegang hebben tot de gangbare financiële circuits. U moet voor minstens 380 euro intekenen op aandelen op naam en ze minimaal vijf jaar bijhouden. Voor investeringen tot maximaal 6.400 euro krijgt u een belastingvermindering van 5 procent. Als u uw aandelen vroeger dan vijf jaar verkoopt, moet u het belastingvoordeel dat betrekking heeft op de resterende periode teruggeven.
7. Leen geld uit aan een onderneming
U hebt twee opties om fiscaal voordelig geld uit te lenen aan een onderneming.
Met de win-winlening kunnen Vlamingen een kmo, een vriend of een familielid dat zelfstandige is, financieren. U mag tot maximaal 50.000 euro aan een of meer kredietnemers uitlenen. De lening heeft een vaste looptijd van acht jaar en de rentevoet bedraagt minimaal 1 en maximaal 2 procent. De ontlener krijgt een belastingvermindering van 2,5 procent op het openstaande kapitaal, wat het maximale voordeel op 1.250 euro brengt. Voorwaarde is dat het geld uiterlijk op 1 januari 2019 op het in de akte vermelde bankrekeningnummer van de kredietnemer staat.
De belastingvermindering voor startende ondernemingen is er voor alle Belgen. ‘Nieuw is dat vanaf 2018 niet alleen starters, maar ook groeibedrijven in aanmerking komen’, zegt Wellens. Een ‘groeibedrijf’ is een kmo die minstens vier en maximaal tien jaar bestaat, minstens tien voltijdse werknemers in dienst heeft en gedurende de twee voorafgaande jaren een groei kan aantonen van minimaal 10 procent in werkgelegenheid en/of omzet. Voor investeringen in zo’n groeibedrijf kunt u een belastingvermindering van 25 procent claimen.
Het belastingvoordeel voor investeringen in startende ondernemingen (minder dan vier jaar oud) hangt af van de omvang van het bedrijf: voor een investering in een kleine onderneming is er een eenmalige belastingvermindering van 30 procent, voor een microonderneming van 45 procent. U kunt in 2018 maximaal 100.000 euro investeren in startende en groeibedrijven samen. U kunt rechtstreeks investeren, maar ook via een crowdfundingplatform.
8. Spaar voor uw pensioen
Pensioensparen is dé klassieker onder de belastingvoordelen. Nieuw is dat u vanaf dit jaar de keuze hebt tussen twee formules. Zoals vanouds leveren stortingen tot 960 euro een belastingvoordeel van 30 procent op. Maar u kunt ook meer sparen: tot 1.230 euro, zij het tegen een lager belastingvoordeel van 25 procent. Dat lagere percentage wordt op de hele storting toegepast. Ook bij gespaarde bedragen tussen 960 en 1.230 euro blijft het belastingvoordeel beperkt tot 25 procent. Wil u meer dan 960 euro sparen, dan moet u uw bank dat expliciet laten weten. Storten kan tot het einde van het jaar waarin u 64 jaar wordt.
Let op, pensioensparen mag u niet combineren met de aankoop van aandelen van uw werkgever. Voor een aankoop van maximaal 770 euro aan nieuwe aandelen in de vennootschap van uw werkgever of een moederonderneming is er een belastingvermindering van 30 procent.
Sinds deze zomer hebben zelfstandigen zonder vennootschap een nieuwe mogelijkheid om extra pensioenkapitaal op te bouwen: de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ). Premies gestort in een tak 21-spaarverzekering of een tak 23-beleggingsverzekering leveren een belastingvermindering van 30 procent op. Wel moet de som van het wettelijk pensioen en het opgebouwde kapitaal via POZ en VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen) beperkt blijven tot 80 procent van het gemiddelde beroepsinkomen van de afgelopen drie jaar. Op de stortingen moet een premietaks van 4,4 procent betaald worden.