Advertentie

De Belgische vriend en apostel van Mark Zuckerberg

Alexis Lebedoff is de allereerste en enige werknemer van Facebook in België. Hij moet bedrijven overtuigen reclame te posten naast uw profiel.

Zowat 4,5 miljoen Belgen zijn lid van de sociaalnetwerksite Facebook, maar de aanwezigheid van het bedrijf Facebook in ons land is beperkt tot … één persoon. ‘Client partner’ Alexis Lebedoff (37) is het verlengstuk van Mark Zuckerberg in België. De man rijdt het land rond en moet ervoor zorgen dat ook bedrijven vlot de weg vinden naar het jongste beursgenoteerd bedrijf.

Pas sinds eind maart heeft Facebook zijn allereerste pion in België. Voordien gebeurde alles vanuit Amsterdam. ‘Maar ook nu ben ik niet echt alleen in België’, zegt Lebedoff. ‘Ik krijg heel veel steun van de zes mensen die in Amsterdam werken. Ik ben ook een à twee dagen per week in Nederland. En voor de grote internationale reclamecampagnes werk ik samen met het Amerikaanse team.’

Advertentie

Zoals elke nieuwe Facebook-werknemer trok Lebedoff - sinds 2007 op het netwerk - naar Silicon Valley voor zijn opleiding. Hij sprak er Mark Zuckerberg. ‘Elke vrijdag houdt Zuckerberg een vragenuurtje voor alle werknemers. Ik heb toen mijn stoute schoenen aangetrokken en een vraag gesteld. Achteraf heb ik hem ook even de hand geschud.’

De rol van Lebedoff valt nog het best te omschrijven als die van een apostel. Hij moet de visie en het geloof van Facebook uitdragen bij Belgische bedrijven. ‘We staan aan het begin van een totaal nieuwe manier van marketing en communiceren met de klant.’ Maar de Belg heeft niet het gevoel dat hij met leken te doen heeft. ‘Onze ondernemers zijn al vrij goed mee met Facebook. Maar ze hebben nog hulp nodig. Ik help hen daarbij.’

De grootste troef van het bedrijf is uiteraard het immense bereik (ruim 900 miljoen gebruikers) en de kennis over al die mensen. Dat maakt het mogelijk om heel gericht te adverteren. Bij Facebook onderscheidt men drie niveaus van de manier waarop bedrijven Facebook betrekken in hun marketingmix: als sociale media, sociale marketing of sociale business.

Lebedoff: ‘We spreken van sociale media bij bedrijven die hun eerste stappen deden op Facebook. Ze hebben een profielpagina aangemaakt en posten daar regelmatig iets op. Ook experimenteerden een aantal onder hen al met advertenties op de website.’ Sociale marketing wordt bereikt wanneer bedrijven Facebook (en Twitter) centraal stellen in hun marketingplan. In België zitten onder meer Unilever en AB InBev volgens Lebedoff op dat niveau.

‘Als jij Jupiler leuk vindt op Facebook, dan zegt dat iets over jou. Bovendien geef je je toestemming om met het merk te interageren. Jupiler kan die kans grijpen om te communiceren over muziekfestivals of optredens, zaken die zijn doelgroep leuk vindt. De kans dat jij dat doorstuurt naar je vrienden wordt zo vergroot. Want niet alleen fans kopen meer van jouw producten, maar ook vrienden van fans. En als je dan een nieuw pintje op de markt brengt, zal je doelgroep er meer voor open staan.’

Praten met de fans is gratis. Maar Facebook raadt bedrijven toch aan om iets extra te doen, tegen betaling. ‘Slechts 16 procent van de fans ziet je post. Om dat percentage te verhogen kan je reclame kopen of sponsored stories (verhalen die prominent opduiken in je Facebook-newsfeed, red.).’

Advertentie

Het summum in Facebook-termen is ‘social business’. Daarbij maakt een bedrijf een applicatie voor Facebook. Onder meer Spotify deed dat.

Volgens Lebedoff is het medium niet enkel geschikt voor multinationals. ‘Ik kan me best voorstellen dat een fotograaf uit Brasschaat reclame maakt voor huwelijksreportages bij verloofden en dat hij nadien zijn foto’s post op de profielpagina van ieder die op de trouw aanwezig was.’

Lebedoff gaat niet onbeslagen het ijs op. De man was tot voor kort verantwoordelijk voor de reclameregie van Microsoft België. Voordien werkte hij bij Belgacom-dochter Skynet.

De Belgische manager vreest niet dat Facebook over zijn hoogtepunt is. ‘Ik vrees ook niet dat jonge mensen zullen vluchten. Toen Facebook nog een netwerk enkel voor universiteitsstudenten was, twijfelde men ook lang of men het zou openstellen. Men vreesde dat de aantrekkelijkheid zou dalen. We kennen het resultaat.’

Advertentie
Gesponsorde inhoud