Advertentie
reportage

‘Zet hier iemand met een uniform en we rijden hem omver'

©Andrew McConnell/Panos

Twintig jaar na het einde van de burgeroorlog scheurt de brexit Ierland opnieuw in twee. De mogelijke terugkeer van een grens tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland legt de oude wonden bloot.

Hoe onzichtbaar kan een grens zijn? Die vraag stel ik me als ik op de hoofdweg tussen Dublin en Belfast voor de derde keer rechtsomkeer maak om het exacte punt te zoeken waar op 29 maart de Europese Unie zal eindigen en het losgekomen Verenigd Koninkrijk zal beginnen. Uiteindelijk moet ik mijn toevlucht nemen tot Google Maps. De grens blijkt niet meer dan een flauw stromend beekje waarin enkele weggeworpen flesjes energiedrank drijven.

Tijdens mijn driedaagse zoektocht naar de mogelijke gevolgen van nieuwe grenscontroles tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland, dat zich als onderdeel van het VK afscheurt van de EU, zal ik welgeteld 21 keer over de grens rijden. Nergens staat een bord om je te verwelkomen in een nieuw land. ‘Te gevoelig. Wegens de te pijnlijke recente geschiedenis’, zeggen verschillende mensen me.

©Mediafin

Alleen een geoefend oog ziet aan details waar de grens loopt. Aan de met golfplaten bedekte loodsen waar vuurwerk wordt verkocht dat in het zuiden sterk gereglementeerd is. Aan de snelheidslimieten die wisselen tussen mijl en kilometer per uur. Of aan de tankstations die in het zuiden klanten lokken met goedkopere diesel. ‘Brexit fuels’, zo heeft een daarvan zich optimistisch gedoopt.

De echte grens zit vooral in de hoofden van de mensen. ‘Nu de brexit nadert, is de terugkeer van een grens het eerste wat door mijn hoofd schiet als ik ’s morgens wakker word’, zegt Anne Campbell, een lokale Sinn Féin-politica, bij een koffie in een hotel langs de weg tussen Dublin en Belfast. ‘De politieke onzekerheid is enorm, en ondanks alle beloftes ligt iedereen hier wakker van een mogelijke terugkeer van de grens tussen de twee Ierlanden. Daar dreigt onze economie, maar ook onze felbevochten vrede het slachtoffer van te worden.’

‘Iedereen hier in de regio herinnert zich de wachttorens, blokkades, overvliegende helikopters en pesterijen aan de grens door het Britse leger tijdens de burgeroorlog. De grenskwestie is de doos van Pandora die de brexit heeft geopend, en die niemand er weer in krijgt’, treedt haar collega Ruairí Ó Murchú haar bij. ‘De politici in Londen spelen poker met de Ierse vrede als inzet. En ik vrees dat ze totaal niet inzien hoe slecht de kaarten liggen.’

Sinds het Goede Vrijdagakkoord in 1998 een einde maakte aan het bloederig Iers conflict, verdween de fysieke grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek, en kunnen mensen en goederen vrijuit heen en weer reizen. Maar door de brexit lijkt dat voorgoed verleden tijd te worden: hier komt de enige landgrens tussen het VK en de EU te liggen.

Iedereen in de regio herinnert zich de wachttorens, blokkades en pesterijen aan de grens.

Ruairí Ó Murchú
Sinn Féin-politicus

Wat op het spel staat, wordt snel duidelijk voor wie voorbij de tankstations en de vuurwerkwinkels aan de onzichtbare grens kijkt naar de tientallen littekens die de geschiedenis in dit schilderachtige landschap kerfde. Als ik tweehonderd meter van het vuile grensbeekje een zijweg insla, bots ik op een monument vol wapperende Ierse vlaggen en verse bloemen ter nagedachtenis van gesneuvelde Republikeinse militieleden.

Advertentie

Aan een volgende grensovergang op een secundaire weg laat de graffiti er geen twijfel over bestaan ‘We’re back, Brit Bastards!’, getekend: IRA. Het Iers Republikeins Leger is de paramilitaire organisatie die al sinds 1919 voor de Ierse zaak strijdt.

Wapens uit de grond

’s Avonds in de bar van mijn hotel in het slaperige havenstadje Warrenpoint, waar de grens iets verderop uit de Ierse Zee aan land komt, vertelt John Ford me laconiek dat de mensen hier nog niet zo lang weer met hun rug naar de deur durven te zitten. Nu ze eindelijk niet meer bang zijn om neergeschoten te worden door iemand van een ander geloof, duiken de spoken uit het verleden door de brexit weer op.

‘Vooral bij ouderen werkt een uniform nog altijd als een rode lap op een stier’, zegt Ford. ‘Ik geef het je op een briefje: als opnieuw soldaten, politieagenten of zelfs douanebeambten in het straatbeeld opduiken, is er zo een oude Republikein die zijn oude geweren uit de grond opgraaft en een aanslag pleegt. Waarna de unionisten, die trouw zweren aan Londen, wraak willen nemen en op hun beurt hun wapens opgraven. En voor je het weet, zit het spel weer op de wagen.’

©Andrew McConnell/Panos

Het gesprek met Ford toont hoe alomtegenwoordig de grens de dagelijkse conversaties beheerst. Waar anders in de wereld praat je bij een willekeurige ontmoeting aan de bar al na vijf minuten over de mogelijke impact van tarieven van de Wereldhandelsorganisatie en de verschillende btw-wetgevingen? Ford heeft een bedrijfje in schoonheidsproducten en maakt zich net als veel ondernemers in de buurt grote zorgen over de aanslepende onzekerheid door de brexit.

©Andrew McConnell/Panos

Ook Declan Fearon, die even verderop in Newry een keukenbedrijf runt, ligt ervan wakker. ‘Ik werk veel met Duitse keukens, vaak voor klanten uit de Republiek. Ik dreig in de absurde situatie te belanden dat ik heffingen moet betalen om die keukens te importeren van de EU naar het VK, en dan opnieuw om te exporteren van het VK naar de EU, dat hier dan net over de grens zal liggen. Dat is toch absurd?’

Daarom heeft Fearon zich aangesloten bij Border Communities Against Brexit. De lokale actiegroep doet er met ludieke acties, infocampagnes en lobbybezoeken in Brussel - tot bij de EU-onderhandelaars Guy Verhofstadt en Michel Barnier toe - alles aan om te vermijden dat er weer enige vorm van grens op het land komt.

‘Er passeren dagelijks 13.000 trucks over de grens, die 500 kilometer lang is en 303 overgangen telt, meer dan aan de hele oostelijke grens van de EU. De enige redelijke manier om controles uit te voeren is op de luchthaven en de havens aan de buitengrenzen van het eiland. Maar ik vrees dat ze daar in Westminster geen oren naar hebben. Noord-Ierland maakt maar 3 procent van het bruto binnenlands product van het VK uit.’

Als het VK uit de douane-unie en de eengemaakte Europese markt stapt, wat nog altijd de belofte is van de regering, is het ondenkbaar dat er nergens controles komen tussen de EU en het VK. En hoewel de onderhandelaars in Londen en Brussel met de zogeheten backstop hebben beloofd dat er geen fysieke grens komt midden op het Ierse eiland, lijkt niemand te weten hoe en waar dan wel controles moeten komen. Voor Londen mag de grens ook niet in de Ierse Zee komen te liggen, omdat Noord-Ierland dan de facto afgescheiden wordt van het moederland en dat is een absoluut taboe voor de Ierse unionistische partij DUP, die de Britse premier Theresa May nodig heeft om haar wankele meerderheid in het parlement te behouden.

Noodproviand

Op de weg naar Clones, zo’n 50 kilometer naar het westen, zijn de littekens overal. Er zijn de kransen van klaprozen en kruisjes voor de 18 Britse soldaten die op 27 augustus 1979 werden opgeblazen door een bom onder hun militair konvooi. Er is de Mountain Lodge Pentecoastal Church, waar IRA-militanten op 20 november 1983 het vuur openden op kerkgangers met drie dodelijke slachtoffers en talrijke gewonden tot gevolg. Er zijn de monumenten voor de tien katholieke hongerstakers die hun actie met hun leven bekochten. Er is de kleine gedenksteen voor de 17-jarige IRA-militant Tony Ahern in Rosslea, die omkwam bij een bos aan de grens toen zijn bom vroegtijdig ontplofte.

Bernard McNally wijst naar de parking tegenover de lokale Supervalu-supermarkt, waarvan hij de eigenaar is. Op de plek waar mijn auto geparkeerd staat, ontplofte een autobom toen de vroegere supermarkteigenaar zijn koffer opendeed. Een wraakactie van de unionisten uit het noorden. Iets verderop in de straat toont hij me een geïmproviseerde parking die de triestige rij leegstaande buurtwinkels een nog desolater uitzicht geeft. ‘Ook daar ontplofte een bom van de loyalisten die trouw zijn aan het VK. Het huis werd nooit heropgebouwd.’

Douaniers die bedrijven komen controleren zullen als een provocatie beschouwd worden en een nieuw doelwit vormen.

David Phinnemore
professor politicologie

Clones lag jaren in het vuur van de strijd. Het is een soort enclave in de Ierse Republiek die half omsloten wordt door Noord-Ierland. Vanaf 29 maart dreigt de stad een merkwaardige uitstulping van de EU in vreemd gebied te worden. ‘Van de acht toegangswegen tot Clones komen er vijf vanuit Noord-Ierland,’ zegt McNally. ‘De grens is hier overal.’

Net als veel grote Ierse bedrijven en overheidsorganisaties is Musgrave, de moedergroep van zijn Supervalu-supermarkt, de jongste maanden druk bezig geweest met het opstellen van noodplannen voor het geval er op 29 maart geen akkoord tussen Brussel en Londen uit de bus is gekomen. ‘Samen met de 15 andere uitbaters van onze keten hier aan de grens hebben we de ene noodvergadering na de andere. Op de jongste bijeenkomst hebben we een lijst gekregen van producten waarvan we best een voorraad van twee tot drie weken aanleggen. Er wordt gevreesd dat ze niet tijdig kunnen worden geleverd.’

Op de lijst staan onder meer luiers, koekjes met melkchocolade en vodka. Niet meteen levensnoodzakelijke producten, benadrukt McNally. Op het lokale radionieuws zijn er al berichten over mensen die beginnen te hamsteren. ‘Het kan snel gaan. Het lijkt alsof mensen gewoon zitten te wachten op een crisissituatie om te beginnen hamsteren.’

Helemaal absurd wordt het enkele kilometers buiten het dorp, bij de brandstoffen- en doe-het-zelfhandel van Eamon Fitzpatrick. Hij gebaart me te volgen op zijn terrein, en stopt plots halverwege. ‘We zijn net de toekomstige Europese buitengrens overgestoken,’ zegt hij glimlachend, waarna hij even terugkeert en ostentatief met zijn benen gespreid gaat staan. ‘Nu sta ik met één been in Europa en met het andere erbuiten.’

Handelaar Eamon Fitzpatrick: 'Grens loopt door mijn terrein'

Het tankstation dat hij uitbaat, ligt aan de Ierse kant van de grens, de kassa en de winkel liggen aan de kant van het VK. De onzekerheid is groot, maar Fitzpatrick is creatief. Aan de Europese kant heeft hij een klein kantoortje - lees: een groot uitgevallen tuinhuis - laten bijbouwen. ‘Zo kan ik straks kiezen aan welke kant het best is om zaken te doen’, lacht hij.

Fitzpatrick heeft twee toegangswegen tot zijn zaak, een uit het noorden en een uit het zuiden. Toch maakt hij zich grote zorgen. ‘Als hier opnieuw een grens komt, komen daar problemen van. Er zullen meteen mensen zijn die geld ruiken en zaken beginnen te smokkelen. Als ze een douanier tegenkomen, zullen ze hem in zijn gezicht uitlachen. En dus is de volgende stap een politieman en een militair. En als iemand met een uniform die smokkelaars wil tegenhouden, zullen sommigen hem gewoon omver rijden, daar ben ik zeker van.’

Politicus Pat Treanor: 'Oude spanningen zijn snel terug'

Lokale politici als Pat Treanor (Sinn Féin) proberen de gemoederen in deze grensregio al jaren te bedaren. Ze zetten in op sociale projecten en lokale tewerkstelling, en zetten samenwerkingsverbanden over de grens op. Net als veel republikeinen hoopt hij dat de economische malaise door de brexit ook protestanten uit het noorden zal doen inzien dat er op termijn maar één oplossing is: een eengemaakt Ierland.

Maar ook Treanor, die in de jaren tachtig vijf jaar in de cel zat omdat hij lid was van het IRA, is pessimistisch. ‘In tegenstelling tot de mooie beloftes over de backstop, verdenk ik veel loyalisten in Noord-Ierland maar ook politici in Londen ervan dat ze uiteindelijk terug naar een opgesplitst Ierland willen.’

Gekneveld

Zeker in Noord-Ierland is niet iedereen tegen de grens. In Lisnaskea, 10 kilometer naar het noorden, ontmoet ik de 80-jarige Maureen North. In tegenstelling tot de meeste bewoners van de grensstreek heeft zij wel overtuigd voor een brexit gestemd. ‘Wegens de overdaad aan Europese wetten en al het geld dat in Brussel wordt verspild’, zegt ze. Ze pleit ook voor een fysieke grens. ‘Het gaat toch om twee verschillende landen? Die moet je apart houden.’

North is lid van de van de South East Fermanagh Foundation, een vereniging die zich inzet voor slachtoffers van het terrorisme. Het tankstation en de winkel die ze aan de grens openhield, werd tot drie keer toe opgeblazen door het IRA, omdat ze spullen verkocht aan Britse soldaten. Bij een mislukte ontmijningspoging zag ze hoe een soldaat aan stukken werd geblazen. Haar zoon werd ontvoerd door het IRA, waarbij ze zelf gekneveld werd en een hele nacht in een veld lag voor Britse soldaten haar vonden.

©Andrew McConnell/Panos

Dat ook aan Noord-Ierse kant de grens gevoelig ligt, beseft ze maar al te goed. ‘In de lokale textielfabriek zijn vroeger een zestal loyalisten het slachtoffer geworden van het IRA. Het kan niet anders dan dat ze verraden zijn door een collega. In het dorp wordt nog altijd gespeculeerd over wie de mol in de fabriek was. Het wantrouwen leeft voort.’

Er zijn nog militante splinterbewegingen actief die van de minste uiting van een grens gebruik zullen maken om hun agenda met geweld kracht bij te zetten, vertelt professor politicologie David Phinnemore me enkele dagen later aan de Queen’s University in Belfast. ‘De politieke retoriek van Theresa May en Jean-Claude Juncker van de jongste dagen suggereert nu dat je controles kan invoeren op enige afstand van de grens, bijvoorbeeld in bedrijven. Maar zelfs in dat geval zullen activisten die douaniers als een provocatie beschouwen en kunnen ze een nieuw doelwit vormen.’

A Derry Christmas

Gids Adrian Calann: 'Vlaggen om doorn in oog te steken'

Hoe levendig dat activisme nog is, blijkt in Londonderry. Op de historische stadswallen staat in grote witte letters ‘The IRA is here to stay’ geschilderd. ‘De gemeentediensten hebben het opschrift nog niet verwijderd. Het staat er dus nog maar net’, zegt de gids Adrian Calann, die me door de stad leidt.

In Bishop Street toont Calann me de roetplekken en de beschadigde paaltjes voor het gerechtsgebouw. Hier ontplofte vorige maand een autobom. ‘Op zich was ze niet zo krachtig. Maar het had erger kunnen aflopen.’ Hij wijst naar een camera even verderop. ‘Die beelden toonden dat enkele minuten voor de ontploffing een groep studenten naast de auto stapte. Als de bom iets vroeger was ontploft, dan had dit een ramp kunnen zijn.’

Samen met Belfast was Derry jaren het centrum van de strijd tussen de republikeinen en het Britse leger, met als triest hoogtepunt het neerschieten van 14 ongewapende betogers op Bloody Sunday, 30 januari 1972. De strijd is niet geluwd, blijkt uit de verwoede discussies over de naam van de stad. Voor de protestanten is het - uit trouw aan het moederland - Londonderry. Voor de katholieken is het Derry. En dus is het officieel Derry Londonderry. Eind vorig jaar moest de gemeente nog een campagne terugtrekken na protest van de unionisten. ‘We wish you a Derry Christmas’, lag te gevoelig. En ‘we wish you a Derry Londonderry Christmas’ bekte wellicht niet zo goed.

‘Eigenlijk zijn de problemen hier helemaal niet gestopt na het Goede Vrijdagakkoord’, zegt Calann. Hij wijst naar een stevig hek dat hoog boven de straat uittorent. Het is zo’n 100 meter breed en scheidt een katholieke van een protestantse wijk in het stadscentrum. ‘Om te vermijden dat stenen en verfbommen over en weer gegooid worden.’

©Andrew McConnell/Panos

Via een metalen deur, die ’s nachts nog altijd wordt afgesloten als het onrustig is, neemt Calann me mee de protestantse wijk in. Alle stoepranden zijn wit-rood-blauw geschilderd, de kleuren van de Union Jack. De vlag van het VK wappert aan lantaarnpalen waar prikkeldraad rond gespannen is. ‘Zodat de vlag niet wordt weggehaald door katholieken.’

‘Three colour flag’, roept een jongetje provocerend als we hem passeren. Hij doelt op de Ierse vlaggen die deze kinderen op hun beurt proberen te stelen in de wijk aan de andere kant van het hek om ze te kunnen verbranden. Adrian schudt het hoofd. ‘Hoe oud is hij? Acht? En nu al denkt hij in oorlogstermen. De scholen in deze stad zijn bijna zonder uitzondering gesegregeerd: ze zijn óf protestants óf katholiek. De grens loopt dwars door de opvoeding van onze kinderen.’

De fysieke grens loopt ongeveer 4 kilometer buiten de stad. Bij valavond rijd ik naar de plek waar ze in de Atlantische Oceaan uitmondt. Op een modderig zijwegje staan nog twee geel geschilderde betonnen blokken die de Britse soldaten tijdens de burgeroorlog optrokken om de doorgang te versperren. Het zijn enkele van de weinige overblijfselen van de opsplitsing van het eiland.

Na drie dagen reizen tussen littekens is de onzichtbare grens zichtbaar geworden.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Iedereen een hoger diploma? 'Wat is er mis met een geweldige stielman?'
Omdat te weinig bso-leerlingen slagen in het hoger onderwijs, coacht de Karel de Grote Hogeschool vanaf dit schooljaar beroepsscholieren naar een bacheloropleiding. Maar is al dat verder studeren wel nodig nu de arbeidsmarkt smeekt om vakmensen? ‘We moeten af van het idee dat de enige weg naar succes via een diploma hoger onderwijs loopt.’