Bob Dylan, een museumcurator met 66 liedjes
In 'The Philosophy of Modern Song' richt Bob Dylan als een museumcurator van het Amerikaanse songboek de schijnwerpers waarop hij ze het liefste richt: op de liedjes, niet op de zangers.
‘Je gaat iemands nummers niet beter begrijpen als je zijn levensverhaal kent', schrijft Bob Dylan in zijn nieuwste boek 'The philosophy of Modern Song. 'Frank Sinatra’s ‘I’m a Fool to Want You’ zou alles te maken hebben met zijn gevoelens voor Ava Gardner, maar dat is maar een weetje. 'Het gaat erom wat een liedje je laat voelen over je eigen leven.’
Dylan, die zijn privéleven sterk afsluit en er zelfs vaak over liegt, had het over zichzelf kunnen hebben, maar hij schrijft de woorden om een nummer van Elvis Costello genaamd 'Pump It Up' te duiden.
Het is Dylans eerste boek sinds hij in 2004 'Chronicles Volume 1' schreef. Er kwam nooit een 'Volume 2'. Het is vrij zeker dat grote delen van dat autobiografische werk verzonnen zijn, zoals de Harvard-professor Richard Thomas droog uitlegt in ‘Why Bob Dylan Matters’.
Waarom doet hij ertoe? Omwille van de songs. Dat is ook de insteek die Dylan zelf aanhoudt in zijn nieuwste boek: hij fileert 66 nummers. Soms heeft hij het over de verhaallijn, soms over het gitaarspel, soms legt hij het nummer uit door het contrast te maken met de Amerikaanse schrijver en dichter Edgar Allan Poe of er een verre voorloper van de Amerikaanse rapper Jay-Z in te zien.
Highway 61
De nummers die hij selecteerde vormen grotendeels het Amerikaanse songboek van de jaren 50 en 60, met namen als Carl Perkins, Hank Williams, Elvis Presley en Ray Charles. Ook sommige van hun erfgenamen zoals Warren Zevon, John Trudell en Jackson Browne passeren de revue, net als wat verdere uitstapjes naar The Clash, The Who en Costello.
De pen van Dylan slaat dezelfde toon aan als in zijn songs: met veel zwier schetst hij in enkele trekken een wereld. Over 'The Pretender' van Jackson Browne schrijft hij: ‘De ‘pretender’ is een bedreiging voor kerk en samenleving. Het komt niet bij hem op dat hij een dagje ouder wordt en hij is 'hondsnieuwsgierig' naar de andere sekse. Hij is iemand die zichzelf verkocht heeft voor een kruimel van de Amerikaanse droom. Hij is een venter, een dronkenlap met een kater, een niet te bevredigende sater. Hij is op pad, altijd net op weg naar Californië.’
Bob Dylans boek toont hoe hij zich de jongste decennia almaar vaker opstelt als een curator van de oude blues en country waarop de muziek van vandaag rust.
Het boek toont hoe Dylan zich de jongste decennia almaar vaker opstelt als een curator van de oude blues en country waarop de muziek van vandaag rust. Tussen 2006 en 2009 presenteerde hij het wekelijkse ‘Theme Radio Hour’, waarin hij plaatjes draaide die alles te maken hadden met een thema, zoals geweren, tranen of drinken.
Dylan spreekt zelden of nooit. Maar in 2015 stak hij onaangekondigd een lange speech af tijdens een ceremonie in Los Angeles. Het ging alleen maar over andere muziek: The Platters, Jimi Hendrix, Nina Simone. Hij toonde op welke schouders hij stond.
Hij citeerde toen zijn eigen nummer 'Highway 61 revisited': 'Georgia Sam he had a bloody nose. Welfare Department they wouldn’t give him no clothes. He asked poor Howard where can I go. Howard said there’s only one place I know. Sam said tell me quick man I got to run. Howard just pointed with his gun. And said that way down on Highway 61.'
Waarop Dylan besloot: 'Iedereen die zo vaak 'Key to the Highway' van Big Bill Bronzy heeft gezongen, zou dat geschreven hebben.' Datzelfde nummer, uit 1958, is nu een van de 66 hoofdstukjes in Dylans boek.
Jimmy Reed
Zelfs op zijn jongste plaat 'Rough and Rowdy Ways', die hij twee jaar geleden uitbracht en vorige maand kwam voorstellen in Vorst Nationaal, toont Dylan zich een museumcurator van het grote Amerikaanse songboek. 'Play Etta James, play I rather go blind', zingt hij in 'Murder Most Foul', waarna hij verder refereert aan The Eagles, The Beatles en Nat King Cole, aan 'Don't Let Me Be Misunderstood' en 'Stella by Starlight'.
En kijk, ook die nummers komen terug in het boek. 'Don't Let Me Be Misunderstood' omschrijft hij als 'het nummer van de jonge held'. Over 'Witchy Woman' van The Eagles schrijft hij: 'Het is problematisch in de omgang. Het gaat over geesten in de lucht.'
Hoewel we er zelden bij stilstaan, is muziek gemaakt van tijd, zoals een beeldhouwer of lasser werkt met fysieke ruimte.
Over de bluesmuzikant Jimmy Reed schrijft hij: 'Zijn nummers raken nooit de grond en zijn altijd in beweging. Van alle bluesartiesten van de jaren 50 was niemand zo country als hij. Hij is glad, hij is relaxed. Hij voelt niet het beton van de stad onder zijn voeten.' En ja, een van de nummers op Dylans jongste plaat heet 'Goodbye, Jimmy Reed'.
Het typeert Dylan. In tegenstelling tot The Rolling Stones toert hij niet met een show waarin hij 'the best of' van zijn carrière speelt. Hij stelt gewoon zijn jongste plaat voor en richt daarbij de breedhoeklens op de muziek van de jaren 50 en 60 waarop vandaag nog altijd wordt gebouwd, maar die we dreigen te vergeten. 'Hoewel we er zelden bij stilstaan, is muziek gemaakt van tijd', schrijft hij, 'zoals een beeldhouwer of lasser werkt met fysieke ruimte.'
'The Philosophy Of Modern Song', Bob Dylan, Uitgeverij Spectrum, 340 pagina's
Meest gelezen
- 1 Wall Street maakt grootste sprong sinds 2008 na bocht van Trump
- 2 Terwijl de wereld in brand staat, heerst chaos in het Witte Huis
- 3 Waarom Trump de bocht nam: China en beleggers legden bom onder 'wereldwijd baken van stabiliteit'
- 4 Wall Street maakt grootste sprong sinds 2008 na bocht van Trump
- 5 Soepelere voorwaarde vervroegd pensioen levert maximaal 1 jaar winst op