Willy De Clercq, een zeldzame beleggersvriend
Met droefenis nemen we kennis van het overlijden van Willy De Clercq. De voormalige PVV-politicus (nu Open VLD) was niet alleen een groot staatsman, hij was ook een zeldzame beleggersvriend.
Anno 2011 lijken politici in elke belegger een wilde speculant te zien, die afgaand op de nota-Di Rupo alleen nog goed is als melkkoe voor de begroting.
Contrasteer dit met Willy De Clercq, die voor één van de meeste geïnspireerde brokken wetgeving van de voorbije dertig jaar tekende. De toenmalige minister van Financiën zag in tegenstelling tot de huidige generatie politici de massa spaargeld van de Belg niet als een soort flappentapper om de begroting te spijzen.
Wel wist De Clercq die berg spaargeld te mobiliseren ten dienste van risicokapitaal, de beurs, en vooral de Belgische economie. En dat op een ogenblik dat de Belgische economie in de vroege jaren tachtig als 'zieke man van Europa' op apegapen lag.
Samen met CVP-senator Etienne Cooreman tekende De Clercq in maart 1982 voor het 'koninklijk besluit 15' of de 'wet Cooreman - De Clercq'. Het was het deel van De Clercq dat inzoomde op de belegger.
Wie tussen 1982 en 1985 een deel van zijn spaarcenten in Belgische aandelen belegde, of in rijkelijk met Belgische aandelen gestoffeerde beleggingsfondsen, mocht tot 40.000 frank (1.000 euro) van zijn belastbaar inkomen aftrekken. De belegger moest zijn aandelen wel minstens vijf jaar bijhouden.
De aantrekkende conjunctuur in de jaren tachtig hielp uiteraard ook een handje, maar toch droeg de geïnspireerde wetgeving van de tandem Cooreman - De Clercq ontegensprekelijk een steentje bij aan de heropleving van de economie.
Ook de Brusselse beurs kwam uit de vergeethoek en speelde in de jaren 80 en 90 eindelijk weer haar rol als koppelteken tussen spaarder en ondernemer. Na jaren drooglegging trokken bedrijven als Côte d'Or, Ackermans & Van Haaren en Tiense Suiker naar de beurs, andere bedrijven maakt gretig gebruik van de kans via de beurs fiscaal voordelig geld op te halen voor hun expansie.
Van dit beleggers- en beursvriendelijk klimaat schiet niets meer over. Meer nog: het enige restant van de wet Cooreman - De Clercq is nu ook bedreigd. Die erfenis is immers de 'VV-strip', beursgenoteerde effecten die beleggers recht geven op een verminderde roerende voorheffing van 15 in plaats van 25 procent op hun dividend.
De op zijn zachtst gezegd beleggersonvriendelijke nota-Di Rupo wil ook met die laatste erfenis komaf maken. Voortaan zou op alle dividenden zonder uitzondering een roerende voorheffing van 25 procent gelden. De VV-strip was tot nog toe de enige manier voor aandelenbeleggers om onder de discriminatie tegenover (staats)obligaties, waar de fiscus nu maar 15 procent van afroomt, uit te komen.
Politici zijn in hun nijvere zoektocht naar nieuwe inkomsten dus meer bezig met het laatste restje 'De Clercq' op de beurs te viseren, dan zich de vraag te stellen hoe ze de 200 miljard die de Belg op zijn spaarboekje parkeert ten dienste van de economie kunnen mobiliseren. Het moge duidelijk zijn: de nieuwe Willy De Clercq is nog niet meteen opgestaan.
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 4 Euroclear werd bijna voor 2 miljard euro opgelicht, maar parket weigert dat te onderzoeken
- 5 Welke ETF's zijn het interessantst voor Belgische beleggers?