Advertentie

Spartaanse Spanjaarden

Stel dat een man zo dik geworden is dat hij nog moeilijk in zijn kleren kan. Dan heeft hij twee mogelijk­heden. Of hij kan vermageren, of hij kan zijn kleren laten uitnemen zodat ze ruimer zitten. Vervang nu ‘man’ door ‘Spanje’, vermageren door ‘competitiever worden’ en ‘uitnemen’ door ‘devalueren’ en je krijgt vrij vertaald het volgende: Stel dat Spanje zo diep in de problemen zit dat het amper zijn hoofd boven water kan houden. Dan heeft het twee mogelijkheden. Of het kan zijn competitiviteit verbeteren door te snijden in de lonen, of het kan zijn munt devalueren en zo zijn concurrentiekracht herwinnen.

Natuurlijk is het een valse vraag, want die laatste optie bestaat niet voor Madrid. Verankerd in de eurozone heeft Spanje geen eigen monetair beleid meer aangezien dat is uitbesteed aan de onafhankelijke Europese Centrale Bank. En dus moet Spanje zijn schaapjes op het droge hijsen met bijzonder pijnlijke hervormingen en inleveringen.

Uit cijfers van de denktank OESO blijkt hoe groot die interne devaluatie wel is. Sinds de piek in het voorjaar van 2009 zijn de Spaanse loonkosten met 10 procent gezakt. In landen als Italië, Frankrijk en - het zal niet verbazen - België zijn de loonkosten tijdens die ­periode toegenomen, waardoor Spanje ­weer op competitief gewicht lijkt te geraken. Het helpt natuurlijk ook dat zelfs in Duitsland, de economische juggernaut en concurrentiekampioen, het voorbije jaar de werk­nemers opslag hebben gekregen.

Advertentie

De verbetering van de Spaanse concurrentiepositie wordt mooi geïllustreerd door de evolutie van de handels­balans. De grafiek geeft het verschil tussen de waarde van de in- en uitvoer weer. Als de eerste hoger is dan de tweede, is er een tekort. De cijfers voor april - die gisteren gepubliceerd werden - toonden een tekort van 1,64 miljard euro. De uitvoer steeg in april jaar op jaar met 18,6 procent, terwijl de invoer met 7,2 procent toenam. In maart tekende de handelsbalans nog voor het eerste overschot sinds de start van de statistieken in 1971.

Ondanks de verslechtering van de handelsbalans in april toont de trend van het voorbije jaar duidelijk aan dat Spanje timmert aan de weg van het concurrentieherstel. Het land blijft evenwel gebukt onder een loodzware schuldenlast. Bovendien is het einde van de begrotingstekorten zeker nog niet in zicht. De bankensector is verre van opgekuist, ondanks de noodsteun uit Europa die, vergeet dat niet, wel degelijk  terugbetaald moet worden. Solidariteit tussen de eurolanden blijft immers een huizenhoog taboe, want de rijkere en meer spartaanse eurolanden willen niet opdraaien voor het Spaanse huizendebacle. Of om in de metafoor te blijven: aangezien de kleermakers de naden weigeren uit te nemen, zal de montignaccer zich in zijn krappe pakje moeten wringen.

In Statler bespreekt Daan Ballegeer een stukje economische actualiteit

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Paul Gheysens richtte in 1985 Ghelamco op en bouwde het uit tot een van de grootste vastgoedontwikkelaars van het land.
Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
In veertig jaar tijd bouwde de boerenzoon Paul Gheysens zijn familiebedrijf Ghelamco uit tot een van de belangrijkste en bekendste vastgoedontwikkelaars van België. Net nu zijn imperium in woelig water zit, staat hij voor een dubbele generatiewissel. Portret van een brutale visionair met een neus voor opportuniteiten.
Gesponsorde inhoud