Put bij ‘Lehman in het klein’ blijkt kolossaal groot

De lijken die bij MF Global uit de kast vallen, zijn stilaan niet meer te tellen. Wellicht is de put die John Corzine en co achterlieten bij het legendarische beurshuis twee keer zo groot als eerst gedacht. Al meer dan 1,2 miljard dollar van de klanten blijkt ‘zoek’.

Wat liep er mis? Begin deze maand vroeg MF Global bescherming tegen zijn schuldeisers, de zogenaamde ‘chapter 11’. De beursmakelaar had zich grondig verslikt in Europees probleempapier, zoals van de PIIGS-landen en België. Het gaat om het grootste faillissement sinds Lehman Brothers, die andere illustere Wall Street-legende.

Bij de afwikkeling van het gerechtelijk akkoord bleek al snel dat er een gat van 600 miljoen dollar in de boeken schuilde. Maar dat bleek te optimistisch. Voorlopig hebben de curatoren maar 60 procent van het geld op de rekeningen van de klanten kunnen 'terugvinden'. Daardoor is de put in de boekhouding intussen opgelopen tot 1,2 miljard dollar, dubbel zoveel dus als verwacht.

Wellicht is er fraude in het spel. Of is sprake van kolossale boekhouderflaters. ‘De boeken van MF Global zijn zodanig verknoeid dat een enkele persoon die chaos niet geschapen kan hebben’, merkt financieel experte Janet Tavakoli op. ‘Tal van mensen moesten akkoord gaan om controlemechanismes, regels en procedures overboord te gooien. Ik betwijfel of dit gebeurd is op amper twee weken voor MF Global implodeerde’.

Geknoei met de boekhouding lijkt dus waarschijnlijker, geloven waarnemers. Wellicht heeft MF Global nooit bepaalde obligaties aangeschaft die het voor zijn klanten had moeten beheren. In plaats daarvan zou de beursmakelaar voor eigen rekening met het geld van de klanten aan de slag zijn gegaan. Dat is een grove schending van de Amerikaanse wet, die niet toelaat om geld van het huis te mengen met dat van de klanten.

Zelfs als al het geld ooit teruggevonden – als dat al kan – blijft het ontoelaatbaar, vindt Tavakoli. ‘Het volledig terugkrijgen is nog niet hetzelfde als schadeloosstelling. Mensen is de toegang tot hun geld ontzegd, en zaken en reputaties zijn beschadigd.’

Ze vergelijkt de praktijk met de aankoop van een Rolls Royce. ‘Je mag de overtollige cash van je klanten gebruiken om een Rolls Royce te kopen. Je mag die vervolgens met winst verkopen en een deel daarvan in je zak steken. Je mag ook een Rolls Royce kopen en die proberen te verkopen met het geld van je eigen bedrijf', zegt ze. 'Maar je mag nooit het geld van je klanten nemen om afbetalingen te doen op Rolls Royce van je bedrijf. Daarbij wordt het bijna onmogelijk om de schade te verhullen als je ooit een accident krijgt.'