Niet willen zaaien? Niet kunnen oogsten!
Oké, Google investeert 300 miljoen euro in zijn Henegouwse hub. Total zet 1 miljard opzij voor zijn Antwerpse raffinaderij. GM wil toch doorgaan met zijn Europese zorgenkind Opel, en houdt daar 4 miljard euro voor klaar. Goed.
Maar lang niet goed genoeg. Voor elk groot bedrijf dat in zijn Europese toekomst wil investeren, vinden we makkelijk drie tegenvoorbeelden. Zoals de Russische gasgigant Gaz-prom die met zijn met tientallen miljarden gevulde zakken voluit op Azië focust.
De statistieken zijn griezelig. De bedrijfsinvesteringen in de Europese Unie lagen in de periode 2007-2011 liefst 15 procent of 350 miljard euro lager dan in de vorige periode. Dat was de grootste terugval sinds er statistieken van bestaan.
Dat heeft niet enkel met de hoge loonkosten te maken. Ook met de regelneverij, de vaak onredelijke of onlogische maar vooral onstandvastige economische wetgeving, de bureaucratie, drukkingsgroepen die zowat alle grote projecten eindeloos kunnen vertragen, de focus op besparingen in plaats van op groei, het oprukkende populisme en de vijandige retoriek aan het adres van ondernemers.
En, niet te vergeten, met de aanhoudende onzekerheid over de Europese crisis. De euro zal allicht niet meer uiteenspatten nu, maar kunnen we een Japans deflatiescenario vermijden? De jongste tijd laat namelijk ook de consument in de sterke eurolanden het afweten. De Duitse autoverkoop zakte in het eerste kwartaal met 13 procent.
In die omstandigheden blijft de portemonnee van de ondernemers potdicht. De consultant Accenture ondervroeg onlangs 450 bedrijfsleiders met activiteiten in de eurozone. 72 procent van hen focust op een kostenreductie in onze regionen. Ongeveer de helft wil zijn Europees personeel inkrimpen. Opvallend weinig niet-Europese bedrijven hebben investeringsplannen in de eurozone. De Chinezen, de IT-reus Huawei op kop, willen overal ter wereld een grotere rol spelen, maar dan toch liever overal anders dan in Europa. Nog opvallender: amper 3 procent van de Amerikanen wil van de eurocrisis profiteren om aan deze kant van de Oceaan op koopjesjacht te komen. 'Europa gaat nog een lange tijd aanmodderen', zei Jeff Immelt, de topman van General Electric, vorig jaar. 'Europa is er erger aan toe dan verwacht', vulde hij eerder deze maand aan.
Ook de Europeanen investeren veel te weinig in hun contreien. Nochtans hebben Europese bedrijven stapels cash liggen - 800 miljard euro volgens recente schattingen. En, indien nodig, kunnen ze uiterst goedkoop lenen, gezien de erg lage tarieven voor bedrijfsobligaties. Maar ze doen het niet.
En nochtans zijn dringend investeringen nodig, onder meer in Europese infrastructuur: telecom, energie-efficiënte woningen, transport, luchthavens, schaliegas, noem maar op.
Investeren is bouwen aan de toekomst. Die 350 miljard euro minder investeringen leiden tot 543 miljard euro minder winst in de periode 2009-2020, berekende McKinsey. Als dat zo doorgaat, dreigt een verdere delokalisering en een zorgwekkende uitholling van de winsten en de algemene welvaart. En wordt de term 'oud continent' wel erg passend.
In Waldorf bespreekt Pierre Huylenbroeck dagelijks een stukje economische actualiteit
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 4 Euroclear werd bijna voor 2 miljard euro opgelicht, maar parket weigert dat te onderzoeken
- 5 De must reads van het weekend