Afschaffing dividendtaks maakt Nederlandse beurs aantrekkelijker
De Amsterdamse beurs telt tientallen aandelen met royale dividenden. Wat zijn de interessante namen, nu de Hollandse fiscus uw coupons niet langer afroomt?
De Nederlandse overheid schaft op 1 januari 2019 de belasting op dividenden af. De beslissing maakt deel uit van het regeerakkoord tussen de vier partijen die de Nederlandse regering-Rutte III gaan vormen. Voor de coalitie van de liberale VVD, het christendemocratische CDA, de ChristenUnie en de links-liberale D66 is het een van de maatregelen om de economie meer zuurstof te geven, de administratieve rompslomp te verminderen én Nederland aantrekkelijker te maken voor buitenlandse bedrijven.
Voor buitenlandse beleggers worden Nederlandse aandelen meteen een pak interessanter.
De maatregel zal jaarlijks zo’n 1,4 miljard euro kosten. Die factuur zal Den Haag compenseren door elders fiscale aftrekposten te sluiten. Onder meer de renteaftrek wordt stevig aan banden gelegd. Postbusbedrijven zullen ook hogere taksen betalen op royalty’s en rente-inkomsten.
Met de beslissing wordt voor beleggers de fiscale kloof tussen België en Nederland nog groter. Terwijl ons land de roerende voorheffing de voorbije jaren fors optrok tot 30 procent, verlaagde Nederland die tot 15 procent. De Belgische beurstaks stijgt vanaf 1 januari van 0,27 naar 0,35 procent, terwijl een transactietaks in Nederland niet bestaat. En België voert vanaf 1 januari de effectentaks in, een belasting van 0,15 procent voor wie meer dan een half miljoen op zijn effectenrekening parkeert. Nederland heft wel een vermogenswinstbelasting, gebaseerd op een verondersteld rendement.
Voor Nederlandse particulieren en bedrijven verandert er niet zo veel. Nederlandse belastingbetalers konden de ingehouden dividendtaks al terugvorderen via hun personen- of vennootschapsbelasting, maar dat gebeurde via een administratieve mallemolen die moeilijk te controleren was. Voor buitenlandse beleggers worden Nederlandse aandelen wel meteen een pak interessanter. Nu betaalt een Belgische belegger twee keer belasting op Nederlandse aandelen: eerst int de Nederlandse fiscus 15 procent roerende voorheffing, daarna roomt ons Vadertje Staat nog eens 30 procent af van wat aan de grens overblijft.
Een voorbeeld: u hebt 100 aandelen Unilever . Over het boekjaar 2016 keerde de consumptiereus per aandeel 1,28 euro dividend uit. 128 euro dus voor 100 stuks. Daar bleef aan de grens - na 15 procent Nederlandse belasting - 108,8 euro van over. Met de 30 procent Belgische belasting ontving de Belgische kleine belegger netto uiteindelijk 76,16 euro, minder dan 60 procent van het brutobedrag dus. Vanaf 2019 gaat er alleen Belgische roerende voorheffing af. In ons voorbeeld houdt de Belgische belegger vanaf dan netto 89,60 euro in plaats van 76,16 euro over van het brutobedrag van 128 euro.
De beslissing is ook goed nieuws voor de aandeelhouders van Delhaize die hun stukken geruild hebben voor Ahold Delhaize . Het brutorendement van 3,89 procent zakt naar ‘slechts’ 2,72 in plaats van 2,31 procent.
Dividendtoppers
Getrouwheidstaks
Onze Mening | Kurt Vansteeland, redacteur Beleggen
De Nederlandse regering schrapt vanaf 2019 de roerende voorheffing op dividenden. De jaarlijkse opbrengst van 1,4 miljard - die Den Haag gaat compenseren door onder meer in de renteaftrek te snijden - weegt niet op tegen de enorme administratie die de dividendbelasting met zich meebrengt. Een vereenvoudiging die toe te juichen valt.
En wat doet België? Don’t ask. Hier heeft de Wetstraat het onding genaamd speculatietaks afgevoerd en in de feiten vervangen door het omgekeerde. De roerende voorheffing op dividenden beloopt nu 30 procent. Wie tref je daarmee? Niet de speculant die dinsdagochtend instapt en dinsdagmiddag weer verkoopt. Die maalt niet om een jaarlijks dividend. Wel de kleine, trouwe langetermijnbelegger die tot voor enkele jaren met VV-strips - een erfenis van de wet Cooreman-De Clercq - op veel aandelen een verminderde voorheffing van 15 procent genoot.
Beste Wetstraat, beschouw Nederland in deze als gidsland. Met de stelselmatige verhoging van de dividendbelasting tref je echt niet het ‘grote geld’. Wel de kleine man die zijn pensioen opbouwt en tegelijk het Belgische bedrijfsleven steunt.
Wie op het Damrak op zoek gaat naar dividendtoppers, vindt die snel. De sterindex AEX met de belangrijkste 25 Nederlandse aandelen levert een brutodividendrendement op van 3,25 procent, wat volgens analisten volgend boekjaar moet toenemen tot 3,46 procent. De AMX met middelgrote namen levert naar verwachting 3,08 procent op, de AsCX met de kleinere bedrijven 2,70 procent.
De dividendtoppers zitten vooral in de sectoren die ook in Brussel hoge couponrendementen uitkeren. Met een rendement van 7,78 procent is Wereldhave , de vastgoedmoeder van Wereldhave Belgium, het nummer één. Bij de beste twintig dividendbetalers, zitten liefst zes vastgoedgroepen. Daar hoort ook de Belgische logistieke speler WDP bij, aangezien die een tweede notering heeft in Amsterdam. Ook financiële instellingen zoals Aegon, ABN AMRO, ING, Van Lanschot Kempen en Kas Bank scoren hoog. Hun inkomsten zijn volatieler dan die van de vastgoedspelers, zodat de stroom van hun winstuitkeringen sterker kan schommelen.
Amsterdam is ook verleidelijk door de aanwezigheid van enkele wereldspelers in sectoren die in Brussel afwezig zijn. Voor een gespreide portefeuille zijn zulke Hollandse spelers interessant. Nederland staat sterk in machines voor halfgeleiders, met BESI als onbetwiste dividendtopper. Wilt u een vroegcyclisch conjunctuuraandeel, dan kunt u terecht bij de uitzendgroep Randstad. En in olie en gas bent u bijna nergens zekerder van uw dividend dan bij Shell . Ben van Beurden, de CEO van de oliereus, heeft al meermaals gezegd dat het dividend zo goed als heilig is, zelfs al zou Shell daarvoor activa moeten verkopen.
Weldra geen verschil meer in Shell-aandelen
De afschaffing van de dividendtaks opent de weg naar een eenmaking van de Nederlandse A- en de Britse B-aandelen van de oliereus Shell, stellen analisten. Nu noteren de aandelen zowel op de Amsterdamse als op de Londense beurs, maar die in Londen zijn doorgaans 1 à 2 procent duurder dan die in Amsterdam. Dat komt omdat Nederland belastingen heft op het dividend, terwijl de Britten al decennia geen dividendtaks afhouden
‘CEO Ben Van Beurden stelt al een tijdje dat hij beide aandelen wil eenmaken, maar dat het grote probleem een overeenkomst met de Nederlandse fiscus was’, schrijft ABN AMRO. ‘Nu dat opgelost wordt, staat niets een fusie nog in de weg.’ Al rest er nog één verschil: bij de aankoop van Britse aandelen moet u 0,5 procent taks (stamp duty) betalen, bij de verkoop niets.
Meest gelezen
- 1 Hoe groot zijn de verschillen tussen onderwijzers en werknemers?
- 2 'Markt onderschat groei bij D'Ieteren, Sofina en Brederode'
- 3 IT van de Vlaamse gemeenten komt in Canadese handen
- 4 Spanje wil belasting van 100 procent voor huizenkopers van buiten EU
- 5 Financieel vermogen van de Belgen met 1.252 miljard euro op hoogste peil ooit