Mercedes-Benz verkoopt begin volgend jaar een racewagen die volgens specialisten wel eens de op een na duurste oldtimer ooit geveild zou kunnen worden.
'Deze kans mag u niet missen', schrijft het veilinghuis RM Sotheby's zonder verpinken in de catalogus voor de veiling van de Mercedes-Benz W196R Stromlinienrennwagen. Die vindt begin volgend jaar plaats in het Mercedes-Benz-museum in Stuttgart. Het veilinghuis en de autobouwer halen alles uit de kast om de zilvergrijze racewagen uit 1954 voor minstens 50 miljoen euro te verkopen. Experts houden er rekening mee dat de uiteindelijke verkoopprijs makkelijk tientallen miljoenen euro's hoger kan liggen.
Daarmee zou de Stromlinienrennwagen een van de duurste auto's ter wereld worden. Alleen de in 2022 voor 135 miljoen euro verkochte Mercedes-Benz 300 SLR Uhlenhaut is meer waard. Van dat model zijn er niet meer dan twee gemaakt.
Minstens 50 miljoen euro verwacht het museum van het Amerikaanse racecircuit van Indianapolis op de halen met de verkoop van zijn pronkstuk. Het museum moet dringend verbouwd worden en de middelen zijn beperkt, waardoor het besloot de Stromlinienrennwagen te verkopen.
Zijn hoge waarde dankt de Stromlinienrennwagen aan het feit dat het een van de iconische auto's was waarmee Mercedes-Benz in het begin van de jaren 50 de race-wereld domineerde. In tegenstelling tot de huidige formule 1 golden toen nog geen gedetailleerde regels voor de vorm van de racewagens. De aerodynamica van de W196R was in zijn tijd ongekend, waardoor hij van Mercedes de bijnaam Stromlinienrennwagen kreeg.
Van de tien exemplaren die van de W196R gemaakt werden, hebben er slechts vier de carrosserie zoals die van de auto die nu verkocht wordt. Dat de Italiaanse racelegende en vijfvoudig wereldkampioen formule 1 Juan Manuel Fangio met die auto de Grote Prijs van Buenos Aires won en Sir Stirling Moss vervolgens won op het circuit van Monza werkt prijsverhogend.
De hoogte van de prijs wordt verder beïnvloed door de onberispelijke staat van de auto en doordat de bolide de voorbije zeven decennia slechts twee eigenaren had. Mercedes schonk de auto in 1965 aan het museum in Indianapolis.
Racewagens uit de jaren 50 en 60 zijn op dit moment met afstand de populairste bij gefortuneerde verzamelaars. Alle auto's in de top tien van duurste oldtimers zijn gemaakt tussen 1954 en 1967.
De prijzen voor de duurste oldtimers gingen de voorbije 15 jaar door het dak. Terwijl in 2010 10 miljoen euro zo'n beetje het maximum was, schoten de prijzen voor de beste exemplaren steeds verder door, tot meer dan 40 miljoen euro, en dus zelfs 135 miljoen in het geval van de Mercedes-Benz 300 SLR Uhlenhaut.