Nationale staking in Griekenland: vakbonden eisen hogere lonen

Voor de tweede keer dit jaar houden de Griekse vakbonden een algemene staking. Het openbaar vervoer en het vliegverkeer liggen woensdag lam. Sommige scholen, rechtbanken, banken en openbare diensten blijven gesloten. In enkele steden, waaronder Athene en Thessaloniki, zijn er ook betogingen.

De vakbonden eisen hogere lonen om de stijgende kosten voor het levensonderhoud bij te benen. 'De prijzen zijn zo gestegen dat we 10 procent minder goederen kopen in vergelijking met 2019', zei GSEE, een vakbond die meer dan 2 miljoen werknemers vertegenwoordigt. 'We staken voor het voor de hand liggende: loonsverhogingen en collectieve arbeidscontracten.'

Uit gegevens van het ministerie van Werk blijkt dat het gemiddelde Griekse maandloon 1.342 euro bedraagt. Dat is nog steeds 10 procent minder dan in 2010, het jaar waarin de Griekse schuldencrisis begon en het land - in ruil voor miljardensteun van Europa en het IMF - draconische besparingen en hervormingen opgelegd kreeg. Volgens Eurostat behoort het Griekse minimumloon, in termen van koopkracht, tot de laagste in de Europese Unie.

Onder de conservatieve regering van premier Kyriakos Mitsotakis steeg het maandelijkse minimumloon de afgelopen jaren wel met 35 procent tot 880 euro. En ze heeft als doel dat verder te verhogen naar 950 euro tegen het einde van haar ambtstermijn in 2027. Het gemiddelde maandloon zou tegen dan 1.500 euro moeten bedragen.

De nieuwe eisen van de vakbonden verwerpt de regering echter wegens de budgettaire krapte. Hoewel het land zijn doel voor een primair overschot van 2 procent overtreft, benadrukt de regering-Mitsotakis om voorzichtig te blijven om de rente op haar schuld te beperken. Die rente is nog steeds de hoogste in de eurozone.