Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere: ‘Ik heb nooit stress, dat is een cadeau in deze job’
Zes weken geleden stond Melissa Depraetere bij geen enkele krant op een lijstje voor eindejaarsinterviews. Toen werd het 18 november en volgde ze Conner Rousseau op aan het hoofd van Vooruit. Haar leven sloeg om.
Op Instagram is te zien dat ze op kerstavond in de keuken stond, daarover meer verder in dit verhaal. Op Kerstmis postte ze een foto van de ontbijttafel bij vader en moeder. Toen werd het drie dagen stil. Die drie dagen bracht Melissa Depraetere in Barcelona door. Met haar man, maar vanzelfsprekend ook met haar telefoon. Op het hoofdkwartier van Vooruit had ze een lijstje achtergelaten van wie haar mocht bellen.
Vier zaterdagen praat Rik Van Puymbroeck met iemand die in 2023 terugviel op de fundamenten van zijn leven. Ergens viel een beslissing die allesbepalend was. Nu is het vooruitkijken naar wat 2024 brengt.
Die drie dagen waren nodig na de drukste en meest overrompelende vijf weken van haar 31-jarige leven. Tel maar uit: plotse bekendheid, media-aandacht, verantwoordelijkheid, macht. ‘Voordien werkte ik als fractieleider in de Kamer en voorzitter van de afdeling in West-Vlaanderen al van 7 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds. Ik dacht: meer werken kan niet, wat kan het verschil zijn? Nu weet ik dat. Het verschil is dat élke minuut is ingevuld. Het ene moment vergader ik met de ambassadeur van Israël, het volgende moment geef ik een interview aan Dag Allemaal, en daarna los ik een probleem in een lokale afdeling op.’
Dit is nog zo’n moment, twee dagen voor kerst, halfvier in de namiddag. Op een plek die voor West-Vlamingen met al die a’s, g’s en h’s zo moeilijk uit te spreken moet zijn: De Gavers in Harelbeke, vlak bij Stasegem. Depraetere woont op 1 kilometer, haar ouders op 2 kilometer. Zoals heel Harelbeke poseerde ze hier voor haar eerstecommuniefoto’s, voor de vijver. ‘Sinds ik kind ben, kom ik hier minstens één keer per week’, zegt ze. ‘Op de vijver heb ik nog geschaatst. Maar ja, dat gaat nu niet meer. Twee keer per week kom ik nu nog joggen. Het is ideaal voor een wandeling van een uur.’
Er lopen honden met kersttruitjes, er zit een konijn, we komen wandelaars tegen, mountainbikers, maar iedereen laat haar met rust.
Als Conner Rousseau hier had gelopen, was het anders geweest. Maar hij is nu weg, en dus belde - om bij haar voorbeeld te blijven - Idit Rosenzweig-Abu, de ambassadeur van Israël, háár voor een ontmoeting. ‘Ook die van Palestina, trouwens. Ze wilde dat, omdat wij de minister van Ontwikkelingssamenwerking (Caroline Gennez, red.) hebben en we standpunten innemen over humanitaire hulp aan Gaza en over hoe Israël die blokkeert. Ze gaf 1.001 redenen waarom Israël geen humanitaire hulp wil doorlaten. Onvoorstelbaar. Was ik daar zenuwachtig voor? Ik ben niet snel onder de indruk van mensen.'
Toen ik als parlementslid begon, dacht ik vanaf de eerste dag: ik ga het debat voeren.
'Kris Verduyckt, die samen met mij als parlementslid begon, zei dat hij die eerste dag in de Kamer stilletjes achteraan zat te kijken naar al die grote namen. Ik had dat niet. Ik dacht van de eerste dag: ik ga het debat voeren. Ik heb nooit, of toch zo goed als nooit, stress. Dat is een ongelooflijk cadeau in deze job, want dat heb je niet te kiezen. Mijn moeder is de meest nerveuze persoon die ik ken. (lacht) Misschien had ik ooit wél wat zenuwen toen ik Frank Vandenbroucke voor het eerst ontmoette.’
Dat moment vergeet ze nooit. Een jaar of vier geleden. Op het eerste congres dat Rousseau als voorzitter van toen nog de sp.a leidde, dook Vandenbroucke als gast op. ‘Frank speechte een minuut of tien en plots zei hij: ‘We hebben parlementsleden nodig zoals Melissa.’ Ik schrok. Die kénde mij. We hadden elkaar nog nooit gezien of gesproken, maar hij praatte over de schuldindustrie en dat was een dossier waar ik veel mee bezig was geweest.’
Dat ze vier jaar later zijn ‘baas’ is, en ook die van andere socialistische kopstukken die weliswaar ‘van vroeger’ zijn, moet vreemd aanvoelen. Denk aan Louis Tobback. Aan Willy Claes. ‘Ik vind het belangrijk met hen te overleggen. Het zijn inderdaad monumenten, van een ander tijdperk wel. Al in de eerste dagen leerde ik dat in zo’n partij iedereen over alles een mening heeft, maar uiteindelijk moet iemand beslissen: de voorzitter. Maar ik heb Willy gebeld en gezegd: ‘Ik heb een uitnodiging van de koning, ik moet je zien, want ik weet in geen honderd jaar wat ik daar moet gaan doen.’ Ik kon daarvoor moeilijk naar Conner bellen. Willy stelde me gerust. Je mag op het paleis jezelf zijn en je gedacht zeggen. Begin februari ga ik erheen. In iets deftigs, natuurlijk.’
Volle bak
We gaan het niet over sneakers of T-shirts hebben, de ponton aan De Gavers is er trouwens te glibberig voor. Depraetere poseert er in prachtig winters namiddaglicht, terwijl drie zwanen haar niet uit het oog verliezen.
Omdat ze de naam zelf al twee keer liet vallen, gaan we even door op het Rousseau-afscheid. Toen hij stopte als voorzitter, na de onthulling van zijn racistische uitspraken tegenover Roma, duidde hij haar aan als opvolger. Dacht ze eraan nee te zeggen? ‘Ja. Het was niet mijn ambitie om voorzitter te worden. Maar Conner liet geen ruimte. ‘Jij bent de enige voor wie ik een stap opzijzet. Je doet het', zei hij. Het was wat het was en ik ben iemand die volle bak gaat. We gingen met Frank en Caroline praten, het partijbureau werd bijeengeroepen. Pas later lichtte ik mijn man en mijn familie in.’
Plots was ze voorzitter. Maar in de heisa van de dag zei Bruno Tobback ’s avonds in ‘De afspraak op vrijdag’ dat 90 procent van het partijbureau het aanblijven van Rousseau had goedgekeurd als daarover was gestemd. ‘Dat was een emotionele uitspraak, en ze klopte niet. Kijk, Conner kwam binnen en zei: ‘Niemand kan nog op me inpraten, ik neem ontslag.’ Dat 90 procent emotioneel reageerde en hem dankbaar was voor het gedane werk, klopt. Sommigen vroegen hem toch expliciet om aan te blijven. Maar dat is iets anders dan dat hij tot de orde van de dag was overgegaan en 90 procent hem daarin zou zijn gevolgd.’
Op Tobbacks uitspraak volgde veel kritiek. Als het klopte, dan leek de socialistische partij geen afstand te nemen van het racistische karakter van Rousseaus uitspraken. Of, nog een stap verder, van een racist.
Het gaat met ups en downs nu bij Conner. Van een leven tegen 200 per uur naar volledige radiostilte is een grote ommekeer. Dat is emotioneel.
‘Ik zou zoiets nooit zeggen, ook niet als ik zat ben. Conner is felgebekt. Maar een racist is hij absoluut niet. Daarvan ben ik overtuigd. Ik ging mee naar De Barkentijn (een jeugdverblijf in Nieuwpoort waar Rousseau als monitor werkte, red.). Daar zitten veel mensen van andere origine', zegt Depraetere. 'Waarom deed hij die uitspraken dan? Ik wil hem niet te veel in een slachtofferrol duwen, maar hij had twee maanden aan een stuk bagger en valse beschuldigingen over zich heen gekregen en had maanden niets gedronken. Toen dat achter de rug lag en hij dacht dat we konden herstarten, liet hij zich een avond gaan. Hij dronk te veel, en dat was dom. Maar een racist is hij niet.’
Twee weken na zijn ontslag stapte Rousseau op als Vlaams Parlementslid. De media mijdt hij, maar zij heeft vanzelfsprekend nog contact met hem. ‘Het gaat met ups en downs nu. Van een leven tegen 200 per uur naar volledige radiostilte is een grote ommekeer. Dat is emotioneel. En erger nog: waar hij vier jaar aan heeft getimmerd, berokkende hij zelf schade.’
Melissa Depraetere (31) werd geboren in Kortrijk. Ze was als kind actief in de chiro in Harelbeke en studeerde politieke en
sociale wetenschappen aan de Universiteit Gent. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 was ze voor het eerst kandidaat voor de sp.a en haalde 495 voorkeurstemmen. Ze werd parlementair medewerker van Kamerlid Alain Top en spitte onder meer onnauwkeurigheden bij de vervanging van F-16-vliegtuigen uit. In 2019 werd ze zelf Kamerlid en fractieleidster. Op 18 november 2023 werd Depraetere voorzitter van Vooruit na het opstappen van Conner Rousseau. Ze woont in
Harelbeke en is getrouwd.
Dat Rousseau eraan dacht een stap opzij te zetten, wist Depraetere al voor 18 november. ‘Mijn grote schrik was dat datgene waaraan we keihard gewerkt hadden, erg gelinkt was aan Conner, en dat de interne eenheid zou wegvallen bij zijn vertrek. Dat blijkt niet zo te zijn. Het team is nog altijd even sterk, ook zonder hem.’
Nu, eerlijk: ‘De maanden voordien was ik een klein beetje uitgekeken op wat ik deed. Bij het begin van het parlementaire jaar dacht ik: weer een jaar hetzelfde debat, weer een jaar discussiëren met Peter De Roover (de fractieleider van de N-VA, red.). Ik weet wat hij zal zeggen en hij weet het van mij. Op de eerste fractievergadering in september had ik gezegd dat ik er niet veel goesting in had en dat het vlug verkiezingen mochten zijn. Dat de legislatuur precies een jaar te lang duurde. ‘Te lang? Ze duurt drie jaar te kort!’, zei Frank.'
Maar op 9 juni 2024 is het onherroepelijk zover. ‘Ik had schrik voor de eerste peiling (na het vertrek van Rousseau, red.). Ik was bang op 11 procent terug te vallen, maar het is heel goed meegevallen. Ik heb twee voordelen. Als de verkiezingen een succes worden, is het niet alleen mijn verdienste. Vallen ze tegen, dan is het niet alleen mijn schuld.’
'Allemaal show en PR'
We zijn voorbij halfweg het rondje rond de vijver. Depraeteres gsm heeft twee keer gerinkeld, ze heeft het zelf niet gehoord. Ze zegt dat ze er niet verslaafd aan is, maar ze weet dat in dat apparaat de wereld brult. Dat haar leven, sinds ze voorzitter werd, er veel meer door wordt bepaald.
Er is de constante nieuwsstroom en er is X. Op 27 november meldde de Parijse burgemeester Anne Hidalgo dat ze X, het oude Twitter dus, verliet. Weliswaar na meer dan 117.000 posts en met 1,5 miljoen volgers. Haar uitleg: ‘In de afgelopen jaren is Twitter het massavernietigingswapen geworden voor onze democratieën.’
In het begin van dit verhaal verwezen we naar een Instagram-post van Depraetere, de avond voor kerst, met een foto van zichzelf aan de kookpotten. Iemand zette de foto op X. Een bloemlezing van de commentaren: ‘Ons Melissa kookt nog op gas en zeker niet op elektriek/inductie. Daarnaast geloof ik er geen zak van dat ze kan koken. Allemaal show en PR.’ ‘Géén enkele vrouw die kan koken, bakt spek zonder schort voor haar beste blouse. Tegen het spatten. Dat zijn ze vergeten bij het fake nieuws.’ ‘Uwe boel is aangebrand. Je kan even goed koken als in de politiek zitten, denk ik.’
‘Ik lees bijna niets’, zegt ze. ‘Als ik iets tweet, wat niet veel gebeurt, kijk ik er niet meer naar. Zéker niet als ik op tv ben geweest. Dan krijg je de meeste bagger. Ik lees het niet, want het is niet relevant, want heel verzuurd en heel extreemrechts. Ik zou er kunnen mee stoppen en heb het al overwogen. Soms tweet ik iets, bijvoorbeeld toen de echtgenoot van Sophie Wilmès overleed. Uit respect. Ik liet haar natuurlijk ook privé iets weten. Maar ik denk niet dat je met Twitter politiek nog iets bereikt. Vier jaar geleden misschien wel, nu hoeft het medium er niet te zijn.’
Wat doet het met een mens? ‘Toen ik pas fractieleider was, schreef iemand uit Harelbeke: ‘Ik weet waar ze woont, ik weet naar welke Delhaize ze gaat, we moeten haar pakken en verkrachten.’ Mijn ouders, die dat hadden gelezen, waren erg aangedaan. Ik vroeg de burgemeester van Harelbeke, Alain Top, om raad en liet de politie het bericht lezen. Ze wisten wie de man was en dat hij een psychisch probleem had. Een echte bedreiging vormde hij niet. Later kwam ik hem effectief tegen in de Delhaize. Hij zei niets en knikte eens vriendelijk.’
Toen ik pas politica was, paste ik mijn kleding en mijn taal wat aan. Tot enkele vriendinnen een opmerking maakten en ik dacht: foert, ze hebben gelijk.
Het zijn de uitwassen van het internet. Op datzelfde internet vinden we deze quote van Abraham Lincoln: ‘Als je het karakter van een mens wil leren kennen, moet je hem macht geven.’ Die macht heeft Depraetere. Over een partij met zestig vaste medewerkers. Ze heeft nu een chauffeur. ‘Uit Sint-Niklaas’, zegt ze glimlachend. ‘Ja, die was nog voor de vorige voorzitter voorzien en ik wilde hem niet ontslaan. Het was zijn schuld niet dat Conner vertrok. ’s Morgens blijf ik met de trein naar Brussel gaan. Maar als ik ’s avonds nog naar Hasselt of Antwerpen moet, is het wel handig. Waar ik niet bij had stilgestaan, is dat ik veel meer telefoons krijg. Op de trein is dat lastiger.’
Maar, denkend aan Lincoln, is de vraag: veranderde de macht haar? ‘Toen ik pas politica was, paste ik mijn kleding en mijn taal wat aan. Tot enkele vriendinnen een opmerking maakten en ik dacht: foert, ze hebben gelijk. Mijn papa ging werken toen hij 16 was, mijn mama toen ze 14 was. Ik was als kind veel bij mijn grootouders aan vaderskant. Daar was geen warm water, er was geen badkamer. Natuurlijk heb ik een nieuwe wereld ontdekt, maar die andere wereld is er nog.'
'Al heb ik mijn ouders geleerd dat het fijn kan zijn eens lekker te eten. Niet alleen op restaurant, ook thuis', zegt ze. 'Vroeger was het vlees, patatten en appelmoes. Door op kot te gaan ontdekte ik andere lekkere maaltijden. Ja, ik ben intussen al weleens echt chic gaan eten. Maar de traditie om voor mijn verjaardag altijd naar hetzelfde Griekse restaurant te gaan, die bestaat nog. Vroeger was dat de Zorba in Waregem. Toen dat restaurant stopte, werd het de Dionysos in Kortrijk. Op reis nemen we het openbaar vervoer en je zal me niet zien in de vipruimte van Rock Werchter of in de loges van het voetbal. Dat is geen deel van mijn job.’
Gewoon gezin
Waar we nu lopen, nam ze twee weken eerder een promofilmpje op. ‘Het is Vooruit. Of het is achteruit. Kies maar’, was de kernboodschap. Ze sprak met ‘gij’ en zei: ‘Ik kom uit een gewoon gezin. Ik weet dus waar gij van wakker ligt. Ik ben een van u.’
Dat haar vader een gepensioneerd lasser is en haar moeder een poetsvrouw, is bekend. Thuis was politiek geen issue. Maar pas 17 dook haar naam op 22 januari 2010 voor het eerst op in Krant van West-Vlaanderen bij een verkoopactie voor Vredeseilanden. ‘Waar dat engagement vandaan komt, is moeilijk te zeggen. Als kind kon ik al niet tegen onrechtvaardigheid. Mijn ouders werden gek van me, omdat ik bij het nieuws constant commentaar gaf als er verslag was van een oorlog. Maar een exact moment? Thuis hadden we geen krant, alleen Sportmagazine. Mijn ouders waren mensen die niet zoveel zelf in handen namen. Als ik naar de tandarts moest, hadden ze liever dat ik zelf belde voor een afspraak. Toen ze verbouwden, heb ik veel geregeld. Net als mijn broer heb ik geleerd mijn plan te trekken. Ook Jeffrey, die postbode is, is geëngageerd.’
Haar ouders schrokken toen ze op het oudercontact in het zesde middelbaar ‘geschiedenis of politieke en sociale wetenschappen’ antwoordde op de vraag wat ze volgend jaar zou studeren. ‘Ze hadden er niet bij stilgestaan dát ik verder zou studeren. Maar mijn leraar geschiedenis in het vijfde middelbaar van de Pleinschool in Kortrijk had mijn interesse gevoed. Hij gaf geschiedenis op een heel politieke manier, dat sprak me aan. Toen ik onlangs voorzitter werd, kreeg ik een mail van de directrice van de school om me te feliciteren. Ik heb haar geantwoord dat ik, als ze nog ooit schooldebatten organiseren, graag kom.’
Ik hang niet aan de politiek vast. Er zijn zeker nog tien andere dingen die ik ooit zou willen doen.
Aan de universiteit, in Gent, legde een voorzittersdebat haar leven in de plooi waarin het nu ligt. ‘Caroline Gennez was toen voorzitter van de sp.a, en na het debat stelde ik vast dat ik het alleen met haar standpunten eens was. Dan moet ik wel een socialist zijn, dacht ik. Toen ik kind was, wilde ik poetsvrouw worden. Zoals mijn mama. Het is dit geworden, en ik ga er keihard voor. Maar ik hang niet aan de politiek vast. Er zijn zeker nog tien andere dingen die ik ooit zou willen doen. Horeca, bijvoorbeeld. Als flexi-jobber werkte ik ooit bij koffiehuis Mokka & Meer in Deerlijk. En met mijn man heb ik er nog over nagedacht een koffiebar te beginnen in Stasegem. Dat bestaat nog niet.’
De vraag is of haar constante nadruk op de ‘gewone’ man nodig is. Met die terminologie suggereer je toch dat er een betere klasse is? ‘Dat weet ik. Ik heb daar al over nagedacht. Maar 'arbeidersklasse' is niet meer correct, want er zijn veel andere mensen die niet in staat zijn met hun individuele stem een verschil te maken voor zichzelf. Mensen die hard werken, al hun facturen betalen en doen wat ze moeten doen, maar die niet rondkomen. Die mensen bedoel ik.’
Daarom haar boodschap: koopkracht, zorg en onderwijs. ‘Elke dag krijg ik mails van parlementsleden. ‘Cultuur, daarover moeten we communiceren.’ Nee, dat moeten we volgens mij niet. Stel daar parlementaire vragen over, maar onze focus is koopkracht, zorg en onderwijs. Er zijn zeven partijvoorzitters en je moet bij de beste twee zijn. Dat kan als je erin slaagt de verkiezingen over jouw thema’s te laten gaan.’
Dat, zegt ze, is haar betrachting voor 9 juni. Acht weken voordien zal ze zes dagen op zeven en acht uur per dag huisbezoeken doen. ‘We doen dat anders ook, alleen niet zes dagen op zeven. Het leert me veel. Ooit belde ik bij een man aan die zei dat hij een kleine zelfstandige is en dat hij het ook lastig had om de eindjes aan elkaar te knopen. Ik had het tot dan altijd over werknemers. Sindsdien let ik daarop.’
Afgehakte vinger
Voor en na die stembusgang zal Depraetere met de andere partijvoorzitters in de clinch moeten gaan. Mensen met wie ze nu al contact heeft. ‘Toen ik Conner eens moest vervangen bij een Voka-debat, kwam ik Bart De Wever tegen. Dat hij niet erg hartelijk was, is zacht uitgedrukt. Nu is dat anders. We belden al eens en kwamen elkaar onlangs toevallig tegen bij een interview. Zoals met de andere voorzitters zal ik binnenkort ook met hem samenzitten, dat is goed om onze standpunten duidelijk te maken. Ik begrijp het wel. De Wever is al twintig jaar de leading man in de Vlaamse politiek. Hij heeft geen tijd om met alle parlementsleden een vriendschappelijke relatie op te bouwen. Maar als je zelf voorzitter wordt, verandert dat.’
Mijn opa was een man met veel humor. Dat hij niet weet waar ik vandaag sta, vind ik jammer.
Onvermijdelijk komt ze, nog wat verder naar rechts, Tom Van Grieken tegen. De man die van de Conner Rousseau-uitspraken gebruikmaakte om zichzelf en het Vlaams Belang als antiracistisch voor te stellen. Ze is er zich van bewust dat de socialistische beweging in vorige generaties veel arbeidersstemmen is verloren aan extreemrechts. Vorige week riep ABVV-topvrouw Miranda Ulens haar leden nog op níét voor het Vlaams Belang te stemmen en ze vestigde haar socialistische hoop op Melissa Depraetere. Al zei zij ooit dat het cordon sanitaire ‘de domste uitvinding ooit’ was.
‘Dat was in de periode dat ik wat minder op mijn woorden lette. Maar heel duidelijk: er is geen enkele mogelijkheid om met zulke mensen en met zo’n gedachtegoed samen te werken. Wat ik bedoelde, kwam vanuit een ervaring in een schooldebat. Daar kwam de vraag aan elke deelnemer: voor of tegen het cordon? Iedereen sprak zich voor het cordon uit. Zestienjarigen wéten niet wat die term betekent. Hij is zelfs van voor mijn tijd en het Vlaams Belang kruipt daardoor nog altijd in een slachtofferrol. Toen ik aan de beurt was, heb ik uitgelegd dat het Vlaams Belang onder meer tegen lgbtq-rechten is. Toen reageerde die zaal wel. De term cordon heeft ze naar 30 procent geleid en dat is de verantwoordelijkheid van de traditionele partijen.’
We staan terug op de parking van De Gavers, waar het donker is. De dorpsgek die ons bij aankomst met een liedje over pis en kak dacht te verblijden, ligt wellicht al in bed. Zij maakt zich op voor Barcelona en zal onderweg naar de podcast van de Britse Labour-schaduwpremier Angela Rayner luisteren. We geven haar een boek over rouw mee. ‘Veel heb ik wat dat betreft nog niet meegemaakt’, zegt ze. ‘Alleen de ouders van mijn papa zijn er niet meer. Mijn opa was een man met veel humor. Dat hij niet weet waar ik vandaag sta, vind ik jammer.'
'Verder heb ik weinig tegenslagen gehad. Alleen werd voor de zomer bij ons ingebroken en werd onze auto gestolen. Terwijl we thuis waren en mijn metekindje bij ons overnachtte. Onze auto is twee weken geleden teruggevonden, in Duitsland. In dezelfde periode werden 35 auto’s gestolen in de regio door een criminele bende, die van ons werd blijkbaar gebruikt door de spin in het web. We krijgen hem terug. (lacht) Ik hoop dat ik er geen afgehakte vinger in vind.’
Meest gelezen
- 1 Trumps vete met Zelensky scheurt westerse alliantie uiteen
- 2 NAVO-leider Rutte dringt aan op herstel van Zelensky-Trump-relatie, Orbán wil EU-gesprek met Rusland
- 3 De middenstand regeert het land niét, zegt econoom Johan Lambrecht: 'Managers zijn geen ondernemers, maar ze kapen wel het debat'
- 4 Starmer ontvangt Zelensky en Europese leiders in Londen: wat staat op de agenda?
- 5 Sam Baro, ondernemer en eigenaar van AA Gent: ‘Ik pak graag dingen vast waarvan een ander zegt: daar moet je niet aan beginnen’