Sociaal akkoord bij rusthuisuitbater Orpea

Vlak voor het paasweekend hebben de directie en de vakbonden bij de rusthuisuitbater Orpea een sociaal akkoord bereikt. Dat lieten de socialistische, christelijke en liberale vakbond vrijdag in een gezamenlijke mededeling weten.

Orpea België kondigde in februari aan dat het zeven rusthuizen in Brussel en drie in Vlaanderen wil sluiten wegens een te lage bezettingsgraad. De bewoners en het personeel kunnen terecht in andere woon-zorgcentra van de groep. In België telt Orpea een zestigtal wzc's en meer dan 4.000 werknemers.

Sociaal akkoord

De vakbonden en de directie hebben een sociaal akkoord bereikt over de overplaatsing van de zowat 500 betrokken werknemers. In een cao legden ze vast dat de personeelsleden hun loonvoorwaarden en anciënniteit behouden en minstens twee jaar jobzekerheid krijgen.

Daarnaast zal Orpea bij de overplaatsingen rekening houden met de voorkeur van de werknemers. Het betrokken personeel krijgt om het 'ongemak' door de transfer te compenseren zes extra vakantiedagen: drie in 2023 en drie in 2024. Volgens de vakbonden zou de overplaatsing van het personeel eind juni afgerond zijn.

Voor zijn toekomstplan, waarvoor volgens de rusthuisuitbater 90 miljoen euro nodig is, zoekt Orpea België nog geld. De financiering zou van de Franse, beursgenoteerde moedergroep of van een externe investeerder moeten komen. De vakbonden zeiden vrijdag dat ze de financiële situatie 'aandachtig' opvolgen.

Orpea was in januari 2022 in opspraak gekomen door het boek 'Les Fossoyeurs' ('De doodgravers') van de Franse journalist Victor Castanet. In het boek was sprake van rantsoenering en ouderen die in hun uitwerpselen blijven zitten of dagenlang geen verzorging krijgen. De Franse groep zit ook op een grote schuldenberg.