Langs de West-Vlaamse vluchtelingenroutes
Via Veurne en Zeebrugge proberen mensen zonder wettig verblijf als verstekelingen in het Verenigd Koninkrijk te raken. Burgemeesters én politiekorpsen vrezen voor tentenkampen à la Calais. ‘We geloven dat de huidige stroom maar de voorhoede is.’
In West-Vlaanderen, vooral aan de kust, arresteert de politie steeds meer mensen zonder geldige verblijfsdocumenten. In december vorig jaar 598, dit jaar steeg dat aantal al boven 900 uit. Allemaal hebben ze één doel: als verstekeling in een trailer of container in het Verenigd Koninkrijk geraken, vooral via Zeebrugge.
‘Velen uit de vluchtelingenkampen van Calais en Duinkerke zakken af naar West-Vlaanderen’, schetst Frank Demeester, mensensmokkelmagistraat bij het parket West-Vlaanderen. ‘Ze ontvluchten de uitzichtloze situatie in de Noord-Franse kampen, die uit hun voegen barsten. Maar ook de strenge bewaking van de havens bemoeilijkt de oversteek naar Engeland vanuit Frankrijk.’
‘Ze komen met het Franse openbaar vervoer naar het West-Vlaamse Adinkerke, al dan niet begeleid door mensensmokkelaars. Ofwel nemen ze dan de tram naar Zeebrugge, de enige Belgische haven die op Engeland vaart. Ofwel reizen ze met de trein van De Panne naar Veurne, waar elke dag tot 2.000 vrachtwagens passeren.’
In Veurne, op een zucht van de Franse grens, verschuilen mensen zonder wettig verblijf zich tot ’s avonds laat op de site van de voormalige suikerfabriek, vandaag een drassig natuurgebied op luttele meters van een paar grote tankstations en parkings voor vrachtwagens.
Vrachtwagenchauffeurs rijden zelf naar ons commissariaat. ‘De trailer zit vol met verstekelingen’, zeggen ze dan.
‘De hele wereld passeert hier’, lacht Toon Fonteyne, directeur operaties van de lokale politie Spoorkin. Met twee collega’s en drie speurhonden kamt hij deze ochtend het natuurgebied uit. Voor onze neus - aan de andere kant van de omheining - staan vrachtwagens geparkeerd. Aan de overzijde van de straat schuift een hele rij aan om te tanken.
Onbeheerd
Fonteyne: ‘De tankstations zijn bekend in binnen- en buitenland voor hun lage prijzen. Truckers overnachten hier op parkings. Sommigen zetten hun lading af en rijden vervolgens opnieuw richting binnenland. Die lading blijft dan een nacht onbeheerd achter, tot een Engelse chauffeur ermee verder rijdt. Dat is ideaal voor illegale vreemdelingen, die hun kans wagen als de nacht valt.’
‘Vanochtend kregen we een melding van een Tsjechische chauffeur, aan de truckstop een beetje verderop, waar ze parkeren en inkopen doen. Hij had twee verstekelingen gehoord in zijn trailer. Soms rijden de chauffeurs zelfs op eigen initiatief de parking van ons commissariaat op als ze verstekelingen hebben aangetroffen. Omdat hun anders serieuze boetes boven het hoofd hangen. De voorbije drie maanden gebeurde dat drie keer, soms zaten er 15 mensen in.’
Fonteyne onderscheidt in Veurne twee stromen van mensen zonder wettig verblijf. ‘Je hebt er die op eigen houtje uit Frankrijk komen. Sommigen stappen de paar kilometers van het treinstation van Veurne langs de sporen naar dit natuurgebied. We vonden al eens om half tien ’s avonds een groepje van dertig personen die naast de sporen lagen te slapen. Levensgevaarlijk is dat, want op dat uur rijden er nog treinen. Ze wisten dat blijkbaar niet.’
Smokkelcircuits
‘Maar je hebt ook georganiseerde smokkelcircuits, die vanuit buiten- én binnenland opereren. Zo heb je Albanese bendes die mensen met de taxi vanuit Antwerpen en Gent naar hier brengen. ‘Runners’ van de bende vertellen de illegalen dan wanneer ze in welke vrachtwagen richting Engeland moeten kruipen.’
Tussen de struiken, aan een van de lager gelegen waterbassins van het natuurgebied, besnuffelen de speurhonden een paar slaapzakken en dekens. ‘We ruimen hier geregeld dergelijke spullen op’, vertelt Fonteyne. Opvallend: in de omheining rond het natuurgebied springt om de zoveel meter een gat of een pas hersteld gedeelte in het oog. ‘Om de haverklap knippen ze er een stuk uit, telkens moet onze technische dienst de omheining repareren’, zucht Fonteyne.
Al weken aan een stuk is het alle hens aan dek. ‘Gelukkig springen nu een paar collega’s van de federale politie bij. Dagelijks houden we 10 à 15 mensen aan, uit Irak, Iran, Afghanistan en zelfs Vietnam. Vanochtend vroeg kregen we een melding vanop een bedrijventerrein. We pakten er 13 Eritreeërs op, mannen en vrouwen, die rondliepen aan de afrit van de E40. Ze waren er afgezet om in een vrachtwagen richting Engeland te kruipen.’
‘Hét grote probleem is dat de meesten steevast weigeren hun vingerafdrukken te laten nemen. Omdat ze absoluut geen asiel willen aanvragen in België. We kunnen hen niet dwingen, maar zonder vingerafdrukken kan je hen niet sluitend identificeren. Ze blijven zo ‘nobody’. Ze willen maar één ding: zo snel mogelijk in Groot-Brittannië raken.’
Dezelfde ambitie koesteren de tientallen jonge Iraniërs die zich in de namiddag ophouden aan de andere kant van de kust, rond de Stella Mariskerk van Zeebrugge, net achter de zeedijk. Enkele weken geleden, toen het vroor, zette pastoor Fernand Maréchal tijdelijk zijn kerk voor hen open.
Verdeeldheid
De toestroom van mensen zonder wettig verblijf zaait verdeeldheid onder de bevolking van Zeebrugge. Met een handvol vrijwilligers brengt Didier Franckx, die vanuit zijn appartement uitkijkt op de Stella Mariskerk, er ’s ochtends en ’s avonds eten en drinken. Al vier weken lang. ‘In twee dagen tijd verdubbelde het aantal hier, van 19 naar 38’, zegt Franckx. ‘Maar ik kan niet aanvaarden dat ze op straat honger lijden. Al denken de meeste omwonenden daar compleet anders over.’
Vele burgemeesters en inwoners van kuststeden zijn als de dood voor een permanent, grootschalig tentenkamp zoals in Calais en Duinkerke op West-Vlaamse bodem. Vooral met de paasvakantie en de vele toeristen in het achterhoofd. Preventief keren lokale politiekorpsen, recentelijk versterkt met acht federale agenten, elke hotspot - duinen, verlaten panden, natuurgebieden - dag en nacht binnenstebuiten. ‘Als we niet telkens alle matrassen, slaapzakken en tenten opruimen, zitten we hier binnen de kortste keren met een kamp’, zegt West-Vlaams provinciegouverneur Carl Decaluwé.
Eenzelfde klok luidt Renaat Landuyt (sp.a), de burgemeester van Brugge en voorzitter van de haven van Zeebrugge. ‘We reageren zeer alert en zien erop toe dat nergens kampementen opduiken. We geloven dat de huidige stroom maar de voorhoede is, om het systeem uit te testen. Als ze zwakke plekken vinden, volgen wellicht vele anderen.’
Ook vrijwilliger Franckx benadrukt dat hij geen permanent kamp wil. Hij wijst naar een groepje mannen in het hokje van de lokale petanqueclub, naast de kerk. ‘Ze hebben daar al eens een zeil gespannen, maar we hebben dat meteen verwijderd.’
Vandaag slapen de mensen zonder wettig verblijf rond de kerk, op dekens. Als het regent, halen ze plastic zeilen boven. Ze dragen dikke jassen en mutsen, hun sjaals opgetrokken tot vlak onder de ogen. Praten wil bijna niemand, er hangt elektriciteit in de lucht.
Een van hen, die onberispelijk Engels spreekt, staat ons wel kort te woord. De 21-jarige Khair - zijn echte naam wil hij niet kwijt - is een Iraniër. ‘Ik ben 2,5 maanden geleden met mijn neef vertrokken uit de ‘jungle’ van Calais. De sfeer was er verschrikkelijk. Vele mensen zijn ziek. Het is er gevaarlijk. Er wordt dikwijls gevochten. En de Franse politie sloeg ons. Ik probeerde ondertussen al tien keer aan boord van een schip te raken in de haven van Zeebrugge. Een keer zat ik al in het schip, maar toen heeft een migratiehond me geroken.’
We treffen uitsluitend jonge Iraanse mannen als Khair rond de Stella Mariskerk. Dat is geen toeval. Volgens Decaluwé komt 55 procent van alle mensen zonder wettig verblijf die vandaag rond Zeebrugge worden opgepakt uit Iran. Dat deed deze week alarmbellen deed afgaan. ‘Uit recente verhoren van de scheepvaartpolitie blijkt dat een netwerk van mensensmokkelaars Iraniërs op de bus of de trein zet in Duitsland, met een ticket enkele reis richting Belgische kust of Noord-Frankrijk. Ze komen dus niet alleen uit de Franse vluchtelingenkampen naar Zeebrugge’, zegt Decaluwé.
Vier Iraniërs, die hun boterhammen eten op een dekentje, bevestigen het bestaan van de Duitse route. ‘Yes, we come from Germany’, bijt een van hen ons toe. Maar als we vragen hoeveel ze de smokkelaars betaalden, schieten ze in de lach. ‘Schrijf maar op: we kwamen met de taxi.’
Het juiste moment
Na 23 uur zullen deze mannen allemaal proberen de haven van Zeebrugge binnen te dringen. Franckx, die er 28 jaar als arbeider heeft gewerkt, rijdt met ons naar de plek waar hun tocht begint. Aan het einde van de zeedijk stappen we uit. Franckx strijkt met zijn hand door een hoopje zand en helmgras op een van de banken langs een lange promenade. ‘Ze trekken zich op aan het helmgras van de duin boven de bank. Zo klauteren ze op de betonnen muur die de zeedijk van de haven scheidt. Van daarboven hebben ze een goed zicht op de P&O-terminal, aan de overkant van de straat, waar vracht- en vooral personenvervoer naar Engeland vertrekt. Ze wachten op het juiste moment om naar de overkant te sprinten en over het hek te klimmen.’
De ontelbare mislukte pogingen leiden tot aandoenlijke taferelen, aldus Franckx. ‘Een van hen gaf iedereen een hand, net na het avondeten aan de kerk. ‘I’m going to England’, zei hij resoluut. Iedereen wenste hem veel geluk. De volgende dag, toen ik het ontbijt uitdeelde, zat hij er gewoon weer.’ Van opgeven is geen sprake. ‘De collega’s van de scheepvaartpolitie zien dezelfde persoon soms vijf, zes keer tijdens dezelfde shift.’
Aan de andere kant van de haven van Zeebrugge, op het grondgebied van Knokke-Heist, zitten we ondertussen in een combi met commissaris Gregory Desmidt en een collega-agent. Gewapend met een thermische camera en zaklampen kammen ze in het pikdonker het natuurreservaat Sashul in Heist uit, dat grenst aan de haven van Zeebrugge. ‘We treffen op ons grondgebied bijna dagelijks mensen zonder geldige verblijfsdocumenten aan. Soms twee, soms vijftien op een dag.’
Ik heb al tien keer geprobeerd in de haven van Zeebrugge aan boord van een schip te raken.
In een vogelkijkhut waait ons de geur van een vuurtje tegemoet. In de hoek van de hut ligt een hoop smeulende as. Desmidt toont foto’s op zijn dienst-gsm. ‘Ik trof hier een tijd geleden zeven Iraniërs aan, in hun slaapzak.’ Door de kijkgaten van de hut heb je een goed zicht op de haventerminal, waar ze vrachtverkeer naar Engeland behandelen. Op de 2,5 meter hoge omheining liggen rollen prikkeldraad. Desmidt: ‘Maar dat houdt hen niet tegen. Ze gooien er zeilen of dekens op. Ofwel wikkelt een van hen zich in karton en werpt hij er zich op, zodat eerst alle anderen erover kunnen klimmen.’
Enorme schade
Volgens commissaris Desmidt investeerde de haven van Zeebrugge onlangs fors in beveiliging. ‘Honderdduizenden euro’s in extra en hogere omheiningen, bijkomende bewakingscamera’s en -agenten. In een terminal plaatsten ze drie rijen hekken na elkaar, met daarbovenop en daartussen prikkeldraad. De economische schade is enorm als een lading wordt beschadigd. Zo richtte eentje onlangs zelfs voor 46.000 euro schade aan, omdat de lading werd afgeschreven.’
Het is ondertussen acht uur. Aan een tramhalte in Heist staat de combi op de rem. Commissaris Desmidt rept zich naar vijf jonge mannen. ‘Allemaal Iraniërs’, zegt hij, terwijl hij hun bevelschriften om het Belgisch grondgebied te verlaten inspecteert. ‘De scheepvaartpolitie gaf die een paar dagen geleden. Vier van hen hadden het land al moeten verlaten. (diepe zucht) Nu begint voor ons de administratieve rompslomp weer van voren af aan...’
Meest gelezen
- 1 Oost-Vlaming casht tientallen miljoenen op software voor 'next big thing' in bouw
- 2 Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
- 3 Aflopende Oekraïens-Russische deal verhoogt druk op Europese gasprijzen
- 4 Karl Huts zet grote stap naar opvolging van zijn vader bij Katoen Natie
- 5 Trump wil Groenland en Panamakanaal inlijven: een grap of doordachte strategie?