Diesel voor het eerst écht duurder dan benzine
Het zat er al een tijdje aan te komen, maar vandaag betalen we meer voor diesel dan voor benzine. Dat is het gevolg van stijgende basisprijs van diesel, maar - op langere termijn - vooral van de taxshift.
Als u straks met uw dieselwagen langs de pomp rijdt, zal u voor een tank van 50 liter 10 cent meer betalen dan als u een benzinewagen had: 71,20 euro tegenover 71,10. Geen wereld van verschil, maar toch een symbolische kaap die gerond wordt: voor het eerst in de geschiedenis is diesel duurder (1,424 euro per liter) dan benzine 95 E10 (1,422 euro).
Voor gewone benzine 95 was dat twee weken geleden al zo, maar die benzinevariant is nauwelijks nog te krijgen. Het gaat hier om de officiële maximumtarieven. Aan de pomp kunnen die lager liggen.
Door dieselrijden duurder dan benzinerijden te maken, daalt de uitstoot van fijnstof, maar die van CO2 stijgt.
De historische wissel komt er vooreerst omdat de basisprijs van diesel, zoals die van de raffinaderijen komt, met 3,3 cent per liter stijgt, door een prijsstijging op de internationale markten.
Puur een gevolg van vraag en aanbod, en niet meteen het gevolg van stijgende accijnzen. Die stijgen paradoxaal genoeg pas als de marktprijs van diesel daalt. Dat mechanisme is het cliquetsysteem, waarmee de regering de accijnzen op diesel trapsgewijs verhoogt. Een daling van de basisprijs wordt voor de helft ingepikt door stijgende accijnzen.
‘De 3,3 cent hogere dieselprijs op de markten is een forse verhoging’, legt Omer Coekaerts, onafhankelijk expert inzake energie en brandstofprijzen, uit.
‘Het valt te verwachten dat de dieselprijs binnenkort weer daalt. Pas dan treedt het cliquetsysteem in werking. Stel dat de marktprijs met 2 eurocent per liter terugvalt, dan zal de consument aan de pomp maar 1 cent minder betalen. De andere cent steekt de fiscus als extraatje op zak.’
De maatregel is het gevolg van de beslissing van de regering-Michel eind 2015 om de accijnzen van diesel en benzine tegen eind 2018 gelijk te trekken. De enige prijsverschillen aan de pomp zouden dan voortkomen uit verschillen in de prijs van de basisproducten. Zo wil ze de taxshift financieren, de verschuiving van de belasting op arbeid naar andere meer ‘schadelijke’ posten.
Het is de bedoeling dat op 1 januari 2019 de accijnzen op benzine en diesel gelijk liggen, op 573,7588 euro per 1.000 liter. Met de btw erbij gerekend is dat 58 procent van wat u betaalt aan de pomp. De regering verdient dus meer aan uw tankbeurt dan de producenten en distributeurs samen. Bij gelijke brandstofprijzen is de benzineauto aan de winnende hand. Die kost 10 à 15 procent minder bij de aankoop en u betaalt er minder verkeersbelasting op.
Volgens Coekaerts speelt ook het lobbywerk van de petroleumsector een rol. ‘Die zit op grote voorraden benzine en bewerkt de Europese overheden al jaren om die brandstof aantrekkelijker te maken.’
Coekaerts noemt de gelijktrekking ‘waanzin’. ‘Het wordt allemaal verkocht als een stimulans om van ongezonde diesel- naar schone benzinewagens over te schakelen. Maar dat is totaal niet doordacht. De uitstoot van fijn stof mag er misschien door dalen, maar de uitstoot van CO2 zal stijgen doordat een benzinewagen per kilometer 20 procent meer brandstof verbruikt dan een dieselwagen. Bovendien bevat benzine meer kankerverwekkende stoffen. Autobouwers werken ook al jaren aan steeds zuinigere en schonere dieselmotoren, een inspanning die nu ontraden wordt.’
De gevolgen laten zich voelen. Terwijl diesel- en benzinewagens in september vorig jaar elk nog goed waren voor zowat 47 procent van de Belgische inschrijvingen, waren dieselauto’s in januari nog goed voor minder dan 37 procent van de inschrijvingen. In februari namen benzineauto’s 58 procent van de inschrijvingen voor hun rekening.
Meest gelezen
- 1 Roerende voorheffing brengt een derde meer op door vlucht naar obligaties en termijnrekeningen
- 2 11 lonende tips voor uw portemonnee in 2025
- 3 Jimmy Carter (1924-2024), de pindaboer die niet kon oogsten
- 4 Federale formatie: Arizona-partijen mikken op regering tegen eind januari
- 5 Een toost op eeuwig beursmomentum