Moet de politiek Van Hool redden?

algemeen hoofdredacteur

Waarom zou de familiale busbouwer Van Hool wel recht hebben op een overheidsredding en andere bedrijven niet? Toch niet omdat verkiezingen lonken?

Op minder dan 100 dagen voor de verkiezingen krijgt de Vlaamse regering een heikel industrieel dossier op haar bord. De busbouwer Van Hool zit in slechte papieren. De saneringsmanager wil de Belgische productie opdoeken, waardoor honderden banen kunnen sneuvelen. De politiek en de banken onderzoeken of ze te elfder ure een reddingsboei gooien.

Hoe lastig ook voor de betrokken werknemers en ondernemersfamilie, de vraag stelt zich of een staatsinterventie met vele miljoenen bij de busbouwer een zinvolle besteding van overheidsgeld is. Heeft de overheid enige garantie dat die miljoenen het bedrijf weer op de juiste sporen helpen? Of gaat het over het dempen van een bodemloze put?

Advertentie

Niet dat er niets aan gelegen is. Als een dergelijke industriële activiteit verdwijnt, verdwijnen duizenden directe en indirecte industriejobs. Die specifieke industriejobs komen maar zelden terug.

Op het eerste gezicht valt iets te zeggen voor het tijdelijk ondersteunen van zo'n industriële speler, als het bijvoorbeeld om een uitzonderlijk liquiditeitsprobleem zou gaan. Maar de problemen bij Van Hool zitten dieper. Er zijn veel vragen over het businessmodel. Het bedrijf laat zich qua prijs de loef afsteken door de concurrentie en heeft niet alleen liquiditeits- maar ook solvabiliteitsproblemen.

Als een familie die er generaties in geïnvesteerd heeft, afhaakt, als de banken voorbehoud maken, als andere investeerders niet toehappen, wat heeft de overheid er dan te zoeken?

Moet de belastingbetaler een jarenlang slecht gerund bedrijf dat lang geen kompas had omdat het het toneel was van onwaarschijnlijke familie-intriges te hulp schieten? Een bedrijf dat te zwaar op de verkeerde innovatie heeft ingezet en achterop loopt met zijn elektrificatie? Waarom zou Van Hool wel recht hebben op een overheidsredding en andere bedrijven niet?

Een reddingsboei van de Vlaamse regering voor Van Hool is alleen onder zeer, zeer specifieke voorwaarden te rechtvaardigen. Ten eerste moet het nieuwe businessplan overtuigend aantonen dat het bedrijf met extra kapitaal en na een sanering binnen een redelijke termijn weer op eigen benen rendabel kan draaien. De instap moet dus tijdelijk zijn.

Ten tweede moeten ook privépartijen meestappen, de familie of andere, in het reddingsavontuur. Dat is voorlopig (zeker tot vrijdag) niet het geval. Als een familie die er generaties in heeft geïnvesteerd, afhaakt, als de banken voorbehoud maken, als andere investeerders niet toehappen, wat heeft de overheid er dan te zoeken? Wat is anders het volgende bedrijf dat een overheidsinfuus nodig heeft?

Advertentie

En last but not least, beoordeel het dossier op zijn economische en niet op zijn verkiezingsmerites.

Het is erg jammer dat het zo moet lopen en dat familiebedrijven daardoor in een verkeerd daglicht komen te staan. In Vlaanderen pompen veel ondernemende families hopen risicodragend kapitaal in bedrijven. Die hebben vaak over meerdere generaties heen prachtige bedrijven opgebouwd. Twee daarvan, Lotus Bakeries van de familie Boone en Euronav van de familie Saverys, kregen deze week het nieuws dat ze in de Bel20 worden opgenomen. Het zijn families die het opgebouwde vermogen vaak in nieuwe investeringen en bedrijven of in expansie pompen.

Eerder dan dat de politiek wegens verkiezingsredenen de portefeuille te onbesuisd opentrekt voor een onzekere redding, moet ze bedrijven veel vroeger de wind in de zeilen geven. Ze moet een omgeving scheppen waarin al die families en nieuwe mensen die wél de juiste ondernemingsspirit hebben, kunnen ondernemen in een juridisch zeker kader. Zonder een moordende (para)fiscale druk die productie van Vlaanderen naar Noord-Macedonië duwt en met ambitieuze maar haalbare voorwaarden voor vergunningen. Zo zullen vele tientallen andere Van Hools bloeien.

Advertentie
Gesponsorde inhoud