Het Château de Poncé in Frankrijk.
Het Château de Poncé in Frankrijk.
© Tijs Vervecken

Binnenkijken in het Château de Poncé, het vakantieverblijf van de familie La Forest Divonne

Op 18 januari opent de nieuwe galerie van La Forest Divonne in Brussel, en binnenkort staat ze op Brafa. Wij troffen de kunsthandelaars in hun vakantieverblijf in Frankrijk, het Château de Poncé.

Vergis je niet: je hebt ‘la Loire’ en er is ‘le Loir’. Langs beide Franse rivieren staan renaissancekastelen. De beroemdste koninklijke hoven aan de Loire heten Chambord, Chenonceau, Blois en Azay-le-Rideau. Maar ook in de vallei van de Loir – een zijriviertje van de Loire tussen Angers en Le Mans – staan enkele parels. Zoals het Château de Poncé, gebouwd rond 1540 en sinds 2010 bewoond door de familie De Malherbe-de la Forest Divonne.

Het indrukwekkende Château de Poncé, gebouwd rond 1540, is vandaag een plek waar geschiedenis en hedendaagse kunst samenkomen.
Het indrukwekkende Château de Poncé, gebouwd rond 1540, is vandaag een plek waar geschiedenis en hedendaagse kunst samenkomen.
© Tijs Vervecken
Advertentie
Advertentie

Die naam zal in kunstkringen zeker belletjes doen rinkelen. Guy de Malherbe is een bekende kunstschilder, en zijn vrouw Marie-Hélène de la Forest Divonne runt sinds 1988 een galerie voor hedendaagse kunst in Parijs. Hun zoon Jean verhuisde in 2016 van Parijs naar Brussel om daar een filiaal van Galerie La Forest Divonne te openen. ‘Le plus belge des galeristes français’, typeerde La Gazette Drouot hem vorige maand. ‘Dat is een compliment’, vindt hij. ‘Er zijn veel Franse galeries in Brussel, maar de meeste galeriehouders wonen er niet. Omdat ik in de stad leef, voel ik de pols van de hedendaagse creatie. Maar ik heb ook het contact met de natuur nodig. Hier, in het Château de Poncé, ons vakantiehuis in de geboortestreek van mijn vader, kom ik tot rust. In de lente is de tuin prachtig met de tulpen, in de winter heeft het kasteel iets mystieks.’

De Brusselse galeriehouder Jean de Malherbe met zijn moeder Marie-Hélène de La Forest Divonne, die sinds 1988 een galerie voor hedendaagse kunst in Parijs runt. De familie komt tot rust in het schilderachtige kasteel.
De Brusselse galeriehouder Jean de Malherbe met zijn moeder Marie-Hélène de La Forest Divonne, die sinds 1988 een galerie voor hedendaagse kunst in Parijs runt. De familie komt tot rust in het schilderachtige kasteel.
© Tijs Vervecken

Pingpong in het kasteel

Als je dit leest, is er geen rust meer voor de De Malherbes. Dit weekend verhuist de galerie naar een gloednieuwe locatie op de Louizalaan in Brussel. ‘Huiselijker, knusser, praktischer, en beter gelegen dan onze vroegere exporuimte in Sint-Gillis. We kunnen er nu meerdere tentoonstellingen tegelijk houden, plus private viewings’, zegt Jean de Malherbe. Een relaxed openingsweekend wordt het alleszins niet voor hem. Tijdens de vernissage wordt hun stand op Brafa opgebouwd, hun belangrijkste kunstbeurs van het jaar. Tegelijk viert Poncé ‘Saint-Vincent’: het dorpsfeest van de lokale wijnmakers. ‘Inclusief wijnwijding, de jaarlijkse koningsverkiezing én een fanfarestoet die eindigt met een banket in het kasteel’, zegt Jean de Malherbe. ‘Het is een stukje folklore waar ik erg van hou. In 2022 werd ik verkozen tot koning, volgend jaar is mijn vader aan de beurt.’

Een pingpongtafel tussen historische meubels in de Salle des Gardes beklemtoont de familiale sfeer van het Château de Poncé.
Een pingpongtafel tussen historische meubels in de Salle des Gardes beklemtoont de familiale sfeer van het Château de Poncé.
© Tijs Vervecken
Advertentie

Gelukkig is er van die drukke agenda nog niks te merken als we kort na nieuwjaar de familie opzoeken in het Château de Poncé. Op het vuur pruttelt een pot-au-feu, in het wijnglas komt een uitmuntende Pineau d’Aunis uit de streek. Kerst en nieuw spenderen Guy de Malherbe en zijn vrouw Marie-Hélène de la Forest Divonne steevast ‘en famille’ in hun kasteel. De sporen van het feestgedruis zijn nog niet helemaal uitgewist. Beneden, in de Salle des Gardes, hangt nog een dartsbord naast een open haard uit de renaissance. In de zaal ernaast staat een pingpongtafel tussen haute-époquemeubelen. ‘Mijn broer heeft hier oudejaar gevierd met vijftien vrienden’, vertelt Jean de Malherbe. ‘Dit is geen museum, maar een familiehuis. We willen bewust een dialoog creëren tussen vroeger en nu. Vergeet niet dat alles in dit kasteel ooit hedendaags was.’

Advertentie
Advertentie
Een originele open haard uit de renaissance met gesculpteerde demonen aan weerszijden. ‘Die komen tot leven als je het vuur aansteekt’, aldus schilder Guy de Malherbe.
Een originele open haard uit de renaissance met gesculpteerde demonen aan weerszijden. ‘Die komen tot leven als je het vuur aansteekt’, aldus schilder Guy de Malherbe.
© Tijs Vervecken

Overtreffende trap

Jean de Malherbe en zijn moeder nemen ons mee naar het paradepaardje van het kasteel: de fenomenale traphal met 136 ‘cassettes’, diepere vlakken die ritme en reliëf geven aan het plafond en uitgehouwen zijn in lokale tufsteen. ‘Daar in de hoek staat de datum gebeiteld: 1542. Op dat moment bouwden de Franse koningen hun kastelen in de Loirestreek. De beste artisans uit die tijd reisden van werf naar werf om prestigieuze opdrachten uit te voeren. Goed mogelijk dat onze steenkappers ook in Chambord decors hebben gemaakt. De opdrachtgevers van het kasteel waren alleszins trouw aan de Franse koning François I. Daarom is zijn embleem, de salamander, in het plafond afgebeeld. Maar we zien ook draken, engelen, leeuwen en taferelen uit het leven van Hercules. Heel de traphal vertelt een verhaal. De eerste kasteelheer zal in de renaissance zijn gasten ongetwijfeld geëntertaind hebben met een mooie uitleg. Net zoals kunstverzamelaars dat nu doen, als ze trots hun collectie toelichten aan bezoekers.’

Waarom elke chef een ‘Château’-fornuis van La Cornue in zijn keuken wil

Hoe hoger je de trap oploopt, hoe barokker het decor van de 136 cassettes wordt. Onderweg naar boven passeren we aan een staatsieportret van Marie-Hélène de la Forest Divonne, geschilderd door Vincent Bioulès. Helemaal boven in de traphal staan we oog in oog met een borstbeeld van de beroemde Franse dichter Pierre de Ronsard. ‘Hij is geboren in een huis aan de overkant van de Loir, hier vier kilometer verderop. De Ronsard leefde in de tijd dat Poncé gebouwd werd’, zegt Jean de Malherbe, die in Parijs eerst literatuur, en daarna kunstgeschiedenis en handelswetenschappen studeerde. ‘Hoogstwaarschijnlijk heeft hij nog rondgelopen op dit domein.’

De traphal van het Château de Poncé, een meesterwerk van renaissancekunst, herbergt 136 ‘cassettes’, mogelijk gesculpteerd door artisans die ook in de koninklijke Loirekastelen actief waren.
De traphal van het Château de Poncé, een meesterwerk van renaissancekunst, herbergt 136 ‘cassettes’, mogelijk gesculpteerd door artisans die ook in de koninklijke Loirekastelen actief waren.
© Tijs Vervecken
Advertentie

Geruïneerde ruïne

In een kasteel van vijfhonderd jaar oud, waar Pierre de Ronsard misschien nog vertoefde, is tijd een relatief begrip. Je gaat er anders mee om dan in een nieuwbouwvakantiewoning. ‘De tijd hier stilzetten of terugdraaien was nooit onze bedoeling. Als ik hier logeer, slaap ik in een achttiende-eeuwse kamer met een antiek bed en origineel behangpapier. Maar ik beschouw dat niet als een decor, wel als een levend familiehuis. We willen er geen stijldecor van maken met periodemeubels, zoals zovele Fransen in hun château. Daarom combineren we hier antiek met hedendaagse kunst en modern meubilair’, zegt Jean de Malherbe.

Restaurant L’Assiette Champenoise (***) bij Reims | Smaakvol eten bij chef met persoonlijkheid

‘Dit kasteel is altijd een plek voor hedendaagse creatie geweest. De vorige bewoners waren een koppel keramisten. Hun atelier in de achttiende-eeuwse stallingen gebruikt mijn vader nu als schildersstudio en opslagruimte. Het kasteel­domein is de voorbije eeuwen altijd een levende plek geweest. In 1830 liet de toenmalige eigenaar een gigantische nieuwbouwruïne aanleggen. In de ‘gothic revival’-periode was zo’n ‘garden folly’ heel modieus. Het vervallen tuinornament zette in de eerste plaats aan tot contemplatie. Maar in ons geval is die neogotische ruïne van honderd meter breed en dertig meter hoog ook functioneel: ze moest de afbrokkelende klif achter het kasteel tegenhouden. De ironie wil dat in de jaren 80 een deel is ingestort. De valse ruïne is een echte ruïne geworden.’

Als Jean de Malherbe hier logeert, slaapt hij in een achttiende-eeuwse kamer met een antiek bed.
Als Jean de Malherbe hier logeert, slaapt hij in een achttiende-eeuwse kamer met een antiek bed.
© Tijs Vervecken

Leven met geschiedenis

Aan de andere kant van de tuin is in de achttiende eeuw nog zo’n typische folly aangelegd: een labyrint. Het leidt naar een gigantische plataan, die minstens driehonderd jaar oud is. ‘In die tijd was dat een exotische soort, vandaar de centrale plek die hij kreeg. Als kind is mijn vader vaak komen spelen in het doolhof en in het kasteel’, zegt Jean de Malherbe.

‘Toen ik in 2010 hoorde dat Poncé te koop kwam, hebben we niet lang getwijfeld’, vertelt Guy de Malherbe even later in zijn atelier. ‘Ook al wisten Marie-Hélène en ik niet goed waaraan we begonnen. We hebben enorme werken verricht. Er is nu hedendaags comfort, maar je moet wel aanvaarden dat het soms tocht of koud is. In een kasteel wonen vergt een bepaalde ingesteldheid. Je leeft hier elke dag met de geschiedenis. Maar eigenlijk ben je nooit klaar met zo’n gebouw. Er is altijd wel iets te herstellen of te restaureren. We zijn geen miljardairs, we hebben dat kasteel nooit gekocht om het perfect te renoveren. We wilden gewoon dat het tot leven kwam.’

Het atelier van Guy de Malherbe in de achttiende-eeuwse stallingen.
Het atelier van Guy de Malherbe in de achttiende-eeuwse stallingen.
© Tijs Vervecken

La Forest Divonne
| Adres | Louizalaan 130, 1000 Brussel
| Website | galerielaforestdivonne.com
| Van 26 januari tot en met 2 februari exposeert de galerie op Brafa Art Fair

Het Château de Poncé en de tuinen
| Open voor bezoekers | Vanaf april
| Website | chateaudeponce.com

Advertentie