Fetisj
Nu Europa het bbp anders berekent, blijkt hoe relatief de doelstellingen inzake begrotingstekort en schuldgraad zijn. Dat betekent echter niet dat ze onbelangrijk zijn.
Eindelijk nog eens een onverwachte meevaller voor onze overheidsfinanciën! Europa wijzigt de manier waarop het bruto binnenlands product (bbp) - de in een tijdspanne van één jaar geproduceerde toegevoegde waarde - wordt berekend. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling worden niet langer als een kostenpost geboekt, maar beschouwd als een investering. Door de nieuwe berekeningsmethode valt het bbp in ons land opeens 2 tot 3 procent hoger uit. Alleen op papier worden wij Belgen daar rijker van. Maar het heeft wel enkele aangename effecten. Het doet enkele indicatoren van onze overheidsfinanciën er een stukje minder slecht uitzien. Het begrotingstekort en de overheidsschuld - en de doelstellingen ter zake - worden immers gewoonlijk uitgedrukt in procent van het bbp. Als dat bbp groter wordt, daalt het begrotingstekort en de schuldgraad, ook al dalen die in nominale bedragen helemaal niet.
De herberekening van het bbp bewijst hoe relatief de doelstellingen zijn op het vlak van begrotingstekort en overheidsschuld. Minister van Financiën Koen Geens heeft eind vorig jaar heksentoeren moeten uithalen om de staatsschuld beneden de drempel van 100 procent van het bbp te houden - zoals de regering beloofd had aan Europa. Het overheidsbelang van 25 procent in BNP Paribas Fortis werd verkocht, er werd via een ingewikkelde financiële constructie een voorschot genomen op het geld dat België nog te goed heeft van Europa voor de verkoop van het Berlaymontgebouw. En nu blijkt dat dat allemaal niet nodig was.
Het geeft munitie aan de critici die stellen dat de door Europa opgelegde doelstellingen voor begrotingstekort en schuldgraad alleen maar een fetisj zijn. Ze hebben niet helemaal ongelijk. Maar toch: de andere berekening van het bbp verandert niets aan het tekort en aan de schuld, en aan de noodzaak om die allebei terug te dringen.
Want ook al blijkt nu hoe relatief die normen zijn, het betekent niet dat ze onbelangrijk zijn. Want de financiële markten houden er wel degelijk rekening mee, als ze een oordeel vellen over de kredietwaardigheid van een land. Zodra de staatsschuld boven 100 procent van het bbp klimt, gaan sommige alarmlichten knipperen. Door zijn hoge staatsschuld is België erg gevoelig voor rentestijgingen. Een combinatie van de hoge staatsschuld met politieke instabiliteit - wie garandeert dat er na de verkiezingen van mei snel een regering kan worden gevormd? - maakt dat het vertrouwen van de financiële markten in België snel kan worden opgezegd. Daarom is het wel degelijk belangrijk de schuldgraad beneden 100 procent te houden. Die doelstelling kan niet als een fetisj worden weggewimpeld. Het was verstandig van de regering-Di Rupo om ervoor te zorgen dat die drempel niet werd overschreden.
De meevaller die we nu in de schoot geworpen krijgen door een andere berekening van het bbp, mag niet worden opgesoupeerd door hem in mindering te brengen van de saneringsinspanningen die nog nodig zijn. Deze meevaller moet structureel worden vastgeklikt.
Meest gelezen
- 1 Oost-Vlaming casht tientallen miljoenen op software voor 'next big thing' in bouw
- 2 Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
- 3 Aflopende Oekraïens-Russische deal verhoogt druk op Europese gasprijzen
- 4 Karl Huts zet grote stap naar opvolging van zijn vader bij Katoen Natie
- 5 Trump wil Groenland en Panamakanaal inlijven: een grap of doordachte strategie?