Demografische tijdbom

algemeen hoofdredacteur

De rusthuisfacturen exploderen en het aantal ouderen stijgt pijlsnel. Om dat op te vangen moeten we zelf ook meer doen en niet alleen kijken naar de overheid.

De prijs van een rusthuis gaat pijlsnel de hoogte in, veel meer dan de inflatie, blijkt uit een data-analyse van De Tijd. Voor een pak ouderen is een rusthuisverblijf financieel niet haalbaar, moeten familieleden bijpassen of moeten OCMW's in de bres springen.

Dat de kostprijs zo oploopt, is niet omdat aandeelhouders met woekerwinsten weglopen - in tegenstelling tot veel demagogie daarover. Van de marges in de sector valt niet zo veel vet te halen. Veel instellingen krabben zich in de haren met de gestegen energieprijzen, de hogere en dus duurdere eisen voor gebouwen, en de complexere geneeskundige noden en dus duurdere zorgen.

Advertentie

Kortzichtigheid regeert

Onlangs waarschuwde Margot Cloet, de topvrouw van de grootste speler in de markt Zorgnet-Icuro, nog eens voor de demografische tijdbom. Tegen 2050 is een vijfde van de alleenstaanden ouder dan tachtig. Onze zorg, onze woningmarkt én onze begrotingen zijn daar onvoldoende, zelfs niet op voorbereid.

De waarde van een samenleving kan men afmeten aan hoe men zorg draagt voor ouderen.

Vergrijzingscommissies en economen waarschuwen al meer dan 20 jaar dat we ons budgettair moeten voorbereiden op de vergrijzing. Die heeft een impact op de pensioenfactuur, de gezondheidszorg en ons woon- en rusthuizenbeleid. De vergrijzing is niet langer iets 'dat op ons afkomt'. De bom is al aan het exploderen. De babyboomers van 1944 worden nu 80.

Dat regeringen al die jaren verzuimd hebben ons voor te bereiden, illustreert pijnlijk hoe kortzichtigheid het altijd haalt van langetermijnpolitiek. Het laatste vraagt moedige politici die beslissingen durven te nemen waarmee ze hun achterban op de korte termijn tegen de haren in strijken, maar die de moeite nemen om de noodzaak op langere termijn uit te leggen.

Geen financiële buffer

Maar zover zijn we dan. Wat nu? Volgens Zorgnet-Icuro volstaat zelfs een op zich al forse investering in 7.000 extra woongelegenheden tegen 2030 lang niet. Nu al is de trend zichtbaar, maar in de toekomst zullen alleen nog mensen met erg zware en complexe zorgnoden naar een woonzorgcentrum kunnen.

In Vlaanderen zijn ruim 220.000 85-plussers. In 2040 zijn dat er al bijna 130.000 meer. En tien jaar later ronden we de kaap van een half miljoen 85-plussers.

Weinigen zijn het oneens met het adagium dat het beste - en goedkoopste - rusthuis thuis is. Maar langer thuis wonen op een kwaliteitsvolle manier vereist een andere organisatie van onze gezondheidszorg, met meer investeringen in preventie en de eerstelijnszorg. Die laatste sector kampt met een chronisch personeelstekort, van huisartsen tot verplegenden aan huis en familie- en poetshulp.

Advertentie

Eén ding is zeker: dit probleem wordt in een sneltempo de komende jaren nog prangender. Vandaag zijn in Vlaanderen ruim 220.000 85-plussers. In 2040 zijn dat er al bijna 130.000 meer. En tien jaar later ronden we de kaap van een half miljoen 85-plussers.

Een volgende Vlaamse (ouderenzorg) én federale (gezondheidszorg) regering moet van de vergrijzing een grote prioriteit maken. Alleen, er is géén financiële buffer. Dat onze armlastige overheden langer voor almaar meer mensen steeds duurdere rusthuizen gaan kunnen financieren, is simpelweg een illusie.

Erg complexe zorg in gespecialiseerde woonzorgcentra zal altijd absoluut nodig zijn. Maar als voor een grote meerderheid het beste rusthuis thuis is, dringen zich ook fundamenteel andere manieren van samenwonen en samenleven op. De ene generatie die zorgt voor de andere. De buurt en de familie. De waarde van een samenleving kan men afmeten aan hoe men zorg draagt voor ouderen. Dat zal niet de taak zijn van de overheid alleen.

Advertentie
Gesponsorde inhoud