Advertentie

De lessen van een faillissement

©mfn online editor import

Met de val van Dexia is de illusie van het binationale bankenmodel definitief gebroken. Zeker nu met de dag duidelijker wordt dat in de financiële groep van evenwaardigheid en gelijkheid geen sprake was.

De Frans-Belgische constructie die Dexia heette, was vanaf het begin een wankel geheel. Net als de Nederlands-Belgische constructie Fortis. Op crisismomenten is iedere consensus zoek en is het ieder voor zich. Het belang van de vennootschap is dan ondergeschikt aan alle andere belangen. Het nationale belang eerst.

In het geval van Dexia was er nog een bijkomend probleem. Het ging namelijk om twee banken die in hoofdzaak de lokale besturen financierden. Banken dus die projecten van lokale en regionale politici financierden. Uiteraard wilden de politici graag een vinger in de pap houden. Voor de Belgische tak van Dexia hield dat vooral in dat de Gemeentelijke Holding zich jaarlijks kon laven aan de dividendenstroom. Zolang die vloeide, werden geen vragen gesteld. Het politieke eigenbelang primeerde.

Advertentie

Uit de ondergang van Dexia, maar ook van Fortis, blijkt nog maar eens dat het toezicht op verschillende niveaus faalde. Dat geldt voor de raden van bestuur en voor de toezichthouders. En bij de ‘redding’ van Dexia in 2008 ook voor de politieke klasse in België en Frankrijk.

De raden van bestuur zijn slechte toezichthouders. Dat blijkt pijnlijk bij elke ondergang van een bedrijf, niet alleen in België. Een gebrek aan kennis, betrokkenheid en, ultiem, een blind geloof in het management, laten de ergste uitwassen toe. Maar eveneens blijkt dat de toezichthouders in een lastig parket komen. Zelfs als die hun huiswerk grondig doen, weten de bedrijven op een of andere manier wel de hiaten in het toezicht te vinden. In het geval van Dexia beweert iedere toezichthouder zijn werk gedaan te hebben, maar hun ingrepen waren op het einde van de dag toch onvoldoende. Zolang het toezicht niet in één hand zit, is een binationale constructie gedoemd te mislukken bij iedere serieuze crisis.

Dat neemt niet weg dat de mechanismen van de mislukking onderzocht moeten worden. In het geval van Dexia staat iedere Belg sinds 10 oktober voor 5.000 euro garant als er lijken uit de kast vallen. Dat is een extra reden om een parlementaire onderzoekscommissie op te richten naar het falen van de financiële groep. Het nadeel is wel dat elke politieke partij in dit land van ver of dichtbij betrokken is bij Dexia.

Daarom zou het op zijn minst nuttig zijn een college van onafhankelijke experts aan te stellen om uit te zoeken wat fout liep en hoe dat verholpen kan worden. De Belgen hebben recht op die waarheid. Het gaat dan niet alleen om de tussen 2008 en 2010 gemaakte fouten. Maar ook om een onderzoek naar de lamentabele toestand van Dexia in 2008 en wie daar verantwoordelijk voor was. Als dat onderzoek niet ontaardt in een politiek spektakel, moet het mogelijk zijn daar zinnige lessen uit te trekken.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Opmars van Chinese automerken in België valt stil
De verkoop van Chinese auto's in ons land is in de tweede helft van dit jaar gedaald. Ondanks de komst van een aantal nieuwe merken valt de opmars stil.
Gesponsorde inhoud