Zonder productiviteitsgroei lukken beloftes voor ‘meer’ niet
De factuur van de vele 'meer'-beloftes kan enkel worden betaald door een sterkere productiviteitsgroei en/of door meer mensen aan het werk te krijgen.
‘Waar in Europa worden pensioenen verhoogd, uitkeringen verhoogd, historisch geïnvesteerd in de zorg, lonen verhoogd bovenop de index, een premie daarbovenop gegeven en de minimumlonen verhoogd?’, vroeg Vooruit-voorzitter Conner Rousseau vorige week in 'Terzake'. De vraag hoe we dat allemaal gaan betalen, werd vreemd genoeg niet gesteld.
Macro-economisch bekeken is dat nochtans vrij eenvoudig. De uiteindelijke rekening van al die beloftes voor ‘meer’ kan enkel worden betaald door sterkere productiviteitsgroei en/of door meer mensen aan het werk te krijgen.
Meer mensen aan het werk krijgen is het meest tastbaar. Vandaar gaat allicht ook de meeste politieke aandacht naar die piste, ook al blijven concrete maatregelen grotendeels uit. Het echte verschil voor onze toekomstige welvaart moet evenwel worden gemaakt door de productiviteitsgroei. En dat ziet er niet hoopgevend uit. Voor de huidige crisis vertraagde onze productiviteitsgroei al decennia. Bovendien was die vertraging bij ons meer uitgesproken dan in andere industrielanden.
Het echte verschil voor onze toekomstige welvaart wordt gemaakt door de productiviteitsgroei. En dat ziet er niet hoopgevend uit.
Het is nog te vroeg voor een definitieve evaluatie, maar allicht was de crisis geen goede zaak voor onze productiviteitsgroei. Minder investeringen, minder onderwijs en opleiding, een zekere zombificatie van de economie en een beweging weg van de internationale handel wegen op die groei. De versnelling van de digitalisering compenseert dat, maar allicht onvoldoende om alle negatieve effecten weg te werken.
Mager relanceplan
We kunnen deze crisis wel aangrijpen om onze economie structureel te versterken. Maar ook dat valt voorlopig nogal tegen. Het relanceplan dat onlangs ingediend werd bij Europa is een poging in die richting. Bijkomende productieve overheidsinvesteringen kunnen de productiviteit opkrikken, maar de bedragen (0,3% van het bruto binnenlands product per jaar voor de komende vijf jaar) blijven te beperkt om van een echte gamechanger te kunnen spreken.
De bedragen van het relanceplan van de regering zijn te beperkt. Bovendien valt het qua hervormingen veel te licht uit.
Bovendien valt het relanceplan qua hervormingen veel te licht uit. Nochtans is op dat terrein net in België grote vooruitgang te boeken. Maar dat vereist onder andere een meer groeivriendelijke fiscaliteit, deregulering, meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt, en effectiever onderwijs en opleiding.
Productiviteit is voor de brede bevolking een te vaag begrip. Het komt dan ook weinig aan bod in het publieke debat. Niettemin, als we de komende jaren onze productiviteitsgroei niet gevoelig kunnen opkrikken, kunnen we al die plannen voor verhogingen van de pensioenen, uitkeringen en lonen maar beter vergeten. Het echte werk van deze regering moet op dat vlak nog beginnen.
Bart Van Craeynest
Hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek 'Terug naar de feiten'.