Waarom corona geen Ever Given is
De maan, 14 sleepboten en een Nederlands baggerbedrijf kregen de wereldhandel opnieuw vlottend. Waarom kan een globale krachtinspanning ook de coronacrisis niet oplossen?
Het vastgelopen schip Ever Given inspireerde amateuringenieurs op sociale media tot een stroom van creatieve oplossingen. De ideeën toonden dat als een probleem helder en duidelijk omschreven is, de mogelijkheden van de menselijke geest bijna onbeperkt zijn.
Die voluntaristische houding is verleidelijk: als we er genoeg hersenkracht en middelen tegen aan gooien, is er voor elk probleem een technologische oplossing. Ik ben een techno-optimist, maar het idee dat er een een-op-eenoplossing voor elk probleem is, is een denkfout die tot frustratie, ontgoocheling en spanningen leidt. De coronacrisis is het voorbeeld bij uitstek.
Snode problemen hebben geen duidelijke oplossing. De beleidsmaker die ze probeert aan te pakken krijgt steeds weer de toorn van het publiek over zich: ‘Hoe is het mogelijk dat je geen oplossing vindt, zijn jullie dan werkelijk zo dom?’
Midden jaren 60 waren Horst Rittel en Melvin Webber beiden verbonden aan Berkeley als architect-stedenbouwkundigen. In projecten voor stadsplanning kampten ze met een weerkerende frustratie. Ingenieurs formuleerden voor elk probleem een kant-en-klaar technologisch antwoord, om dan te moeten vaststellen dat elke oplossing een nieuw probleem creëerde. Samen formuleerden ze het beroemde onderscheid tussen tame (‘tamme’) en wicked (‘snode’) problemen.
Tamme problemen zijn problemen waarop wetenschappers en ingenieurs zich meestal richten. Het probleem is niet eenvoudig, maar kan wel duidelijk gedefinieerd worden. Denk aan een chemisch proces of een wiskundige vergelijking. Of iets complexer: een man op de maan zetten of een containerschip vlottend krijgen. Het doel is duidelijk, kan aangepakt worden met de nodige wil en middelen en je kan achteraf bepalen of het probleem opgelost is: er staat een man op de maan of niet. Het schip vaart of niet.
Oorzaken
Wicked of snode problemen zijn niet oplosbaar volgens traditionele opvattingen. Ze hebben vele, verweven oorzaken en hebben geen eenduidige oplossing. Alle betrokken partijen hebben een andere visie op het probleem en op wat een goede of slechte oplossing zou zijn. Klimaatopwarming, gezondheidszorg, ongelijkheid, terrorisme, of armoede zijn klassieke voorbeelden.
Het verschil tussen tamme en snode problemen is niet dat de ene moeilijker zijn dan de andere. Ze zijn fundamenteel anders van aard. ‘We moeten het verkeersprobleem in de stad oplossen’, kan geïnterpreteerd worden als ‘we hebben een fly-over nodig’, ‘we hebben beter openbaar vervoer nodig’ of ‘we moeten werkverkeer ontmoedigen’.
Het formuleren van het probleem is deel van het probleem. Snode problemen hebben geen eindpunt. De mobiliteit in de stad kan altijd verbeterd worden. Je stopt met het probleem niet omdat het probleem opgelost is. Je stopt omdat je geen middelen meer hebt of omdat iedereen het welletjes vindt.
Bij de coronacrisis zien we dat landen beurtelings de kop van Jut zijn. Geen enkel land ontsnapt eraan.
Snode problemen dienen zich vaak bedrieglijk aan als tamme problemen. Als je maar competent genoeg bent en er genoeg middelen tegen aan smijt, lijkt het probleem oplosbaar: ‘Blokkeer de export van vaccins. Zet desnoods het leger in. Sluit alle scholen en alle grenzen.’ Elk nieuw falen lijkt ofwel veroorzaakt door een gebrek aan competentie of door een gebrek aan wil en inspanning.
Het dieperliggende probleem is dat snode problemen geen duidelijke oplossing hebben. De beleidsmaker die ze probeert aan te pakken krijgt steeds weer de toorn van het publiek over zich heen: ‘Hoe is het mogelijk dat je geen oplossing vindt, zijn jullie dan werkelijk zo dom?’ Bij de coronacrisis zien we dat landen beurtelings de kop van Jut zijn. Geen enkel land ontsnapt eraan. Zelfs Nieuw-Zeeland en Australië, die schijnbaar de ergste coronastorm aan zich zagen voorbijgaan, zitten verveeld met hun oplossing. Ze zijn afgesloten van de wereld. Hun logica heeft het onmogelijk gemaakt plots de grenzen weer te openen. Dat is eigen aan snode problemen: ze verschuiven steeds weer.
Politici moeten de aard van snode problemen begrijpen om te kunnen omgaan met de verwachtingen van de burger. Dat betekent niet dat ze zich fatalistisch bij het probleem moeten neerleggen. Wel moeten ze aanvaarden dat elke oplossing per definitie ontoereikend zal zijn. Uiteindelijk zullen we een toestand bereiken waar we met het virus kunnen leven. Laten we ondertussen mensen geen hemel of hel voorspiegelen.
Frederik Anseel
Professor management aan de University of New South Wales in Sydney
Meest gelezen
- 1 De must-reads van het weekend
- 2 Vlaams minister Annick De Ridder: 'Ik zit hier niet om de Vlaming cadeaus te geven'
- 3 Faillissement voor Lunch Garden en gedeeltelijke overname door CIM Capital
- 4 Ondernemer Marc Coucke: ‘Politici vragen me soms om advies. Maar of ze luisteren, weet ik niet’
- 5 Aan verlaagde registratierechten van 2 procent hangen strikte voorwaarden