De nieuwe turingtest: een miljard verdienen in je pyjama
De grens tussen solo-ondernemer en minimultinational vervaagt. Wat vandaag tien mensen doen, kan morgen door één mens en tien AI’s. En overmorgen misschien zelfs zonder die mens.
Toen OpenAI vorige week zijn jongste kapitaalronde aankondigde - het haalde 40 miljard dollar op tegen een waardering van 300 miljard - viel één zinnetje op in het persbericht: 'New funding to build towards AGI'.
Geen ‘AI’, maar wel degelijk AGI. OpenAI streeft dus naar Artificial General Intelligence: intelligentie die niet beperkt is tot taal of beeldherkenning, maar alle menselijke taken even goed of zelfs beter kan uitvoeren.
Dat is niet niks. Tot voor kort was AGI het exclusieve terrein van nerds, visionairen en sciencefictionauteurs. Nu duikt de term plots op in een formeel persbericht van het invloedrijkste AI-bedrijf ter wereld. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Alsof het wil zeggen: we zijn er bijna.
In Silicon Valley wordt gegokt op de eerste one-person unicorn. Dat is een start-up met een waardering van 1 miljard dollar, gerund door één persoon, ondersteund door een batterij aan AI’s. Eén mens met een idee en een leger digitale collega’s.
Volgens Bill Gates is de conclusie helder. Binnen tien jaar hebben we geen dokters of leerkrachten meer nodig, althans niet het soort dat we vandaag kennen. AI zal diagnoses stellen, behandelingen voorstellen, vragen van patiënten beantwoorden, lessen voorbereiden, differentiëren én verbeteren. Wat overblijft, is menselijke warmte, empathie en nabijheid - als we daar tenminste nog tijd voor maken.
In Silicon Valley wordt intussen gegokt op een andere mijlpaal: de eerste one-person unicorn. Dat is een start-up met een waardering van 1 miljard dollar, gerund door één persoon, ondersteund door een batterij aan AI’s die programmeren, verkopen, contracteren, visualiseren en communiceren. Geen team van honderd, geen investeringsrondes, geen Slack-kanalen vol misverstanden. Eén mens met een idee en een leger digitale collega’s.
De hele AI-industrie verschuift richting agents. Na de generatieve AI, die tekst en beeld kon 'genereren', komt nu de opvolger die iets kan 'doen'. Een betaling uitvoeren, een boeking maken, een afspraak vastleggen, of andere AI’s aansturen. Actie, geen imitatie.
'Kom binnen maand terug met 1 miljoen'
In dat licht lijkt de klassieke turingtest in één klap verouderd. Al in 1950 vroeg Alan Turing zich af: Kunnen machines denken? Omdat ‘denken’ moeilijk te definiëren was, ontwierp hij een praktische test: als een machine in een gesprek niet te onderscheiden was van een mens, dan moest ze wel intelligent zijn.
Vandaag voeren we gesprekken met modellen die zich moeiteloos als mens voordoen. Ze schrijven sollicitatiebrieven, flirten op datingapps, troosten ons bij liefdesverdriet - en worden almaar vaker niet herkend als machine. De turingtest? Afgevinkt.
Maar wat is dan de nieuwe test?
Volgens Mustafa Suleyman, medeoprichter van de AI-speler DeepMind en auteur van 'The Coming Wave', is die eenvoudig. Bezorg een AI 100.000 dollar als startkapitaal, een stevige klets GPU’s (chips cruciaal voor AI-berekeningen, red.) en een account op Amazon.com, en geef de instructie: ‘Kom binnen een maand terug met 1 miljoen dollar. Begin maar te traden.’ Geen rollenspel, geen illusie. Gewoon: doe iets in de echte wereld. Handel. Onderneem. Groei.
De fundamenten van werk en economie veranderen voor onze ogen - en sneller dan we ooit hadden gedacht.
Het risico is niet dat AI ons vervangt. Het risico is dat het sommigen versterkt en anderen onzichtbaar maakt.
Ook Ethan Mollick, professor aan Wharton en expert in AI en werk, ziet de contouren van die toekomst. Hij noemt AI geen gereedschap, maar een stagiaire: een digitale collega die dag en nacht rapporten samenvat, marktonderzoek doet, pitches bedenkt en strategieën uitstippelt. En hij voegt er telkens aan toe: ‘Iedereen werkt nu met een team, ook als je alleen bent.’
De grens tussen solo-ondernemer en minimultinational vervaagt. Wat vandaag tien mensen doen, kan morgen door één mens en tien AI’s. En overmorgen misschien zelfs zonder die mens.
Terwijl wij vrolijk Studio Ghibli-plaatjes van onze huisdieren maken, worden de echte vragen almaar urgenter. Wat als AI en kapitaal samensmelten, en mensen meer en meer optioneel worden? Wat als de rendabelste ‘werknemers’ geen koffie meer drinken of ouderschapsverlof nodig hebben? Wat als productiviteitsgroei exponentieel wordt, maar dan alleen voor wie toegang heeft tot de juiste modellen?
Wie die nieuwe intelligentie bezit of weet aan te sturen, heeft een voordeel dat niet lineair is, maar exponentieel. Het risico is niet dat AI ons vervangt. Het risico is dat het sommigen versterkt en anderen onzichtbaar maakt.
Toen vorige week maandag in ons land alles stilstond, bekroop me een vreemd gevoel. De staking probeerde halsstarrig terug te klauwen naar een verleden dat nooit meer terugkomt. Maar de echte discussie over de toekomst van werk en samenleving wordt nauwelijks gevoerd. Daar gaan we het niet mee halen. Zoals Turing het al zei, lang voor AGI een modewoord werd: ‘We can only see a short distance ahead, but we can see plenty there that needs to be done.’
Meest gelezen
- 1 Stella Li, topvrouw Chinese autobouwer BYD: 'Wij hebben 122.000 ingenieurs, ons inhalen wordt moeilijk'
- 2 Beperkte index voor hoge pensioenen en meer geld voor defensie: dit staat in De Wevers paasakkoord
- 3 Wat betekent het paasakkoord voor uw pensioen?
- 4 De must-reads van het weekend
- 5 Van Bol.com naar nucleaire start-up: Belgische bouwt nieuwe kleine kernreactor