De babbelhypothese

Professor management aan de University of New South Wales in Sydney

Zijn Zoom, Teams en Skype de nieuwe martelkamers van ons professionele leven?

In lang vervlogen, onschuldige tijden - vorig jaar - schreef ik hier een stuk over de vergadering als marteltuig. Voor veel mensen zijn onproductieve vergaderingen een psychologische molensteen die we meeslepen doorheen ons werkleven. Maar het afgelopen jaar vonden vergaderingen plots vooral online plaats. De vraag is of die vergaderingen ook effectiever zijn.

Advertentie

Aanvankelijk was ik best enthousiast over het nieuwe vergaderformat. En ik was niet alleen. Veel mensen spraken over de hervonden efficiëntie van de online vergadering. Plots was er structuur, een voorbereiding en inspraak. Deelnemers testten enthousiast nieuwe digitale functies uit en staken braaf hun hand op voor te spreken. Omdat afdwalen in digitale zijgesprekken moeilijk is, leek iedereen meer bij de les te blijven.

De grote mond en de mekkeraar hebben de weg naar de vergadering teruggevonden. De virtuele vergadering is daarmee opnieuw het strijdtoneel voor de interne pikorde geworden.

De traditionele grote mond en eeuwige mekkeraar die steeds weer over de eigen problemen wil praten, bleek wonderwel de weg naar de digitale vergaderkamer niet gevonden te hebben. De introvert aangelegde collega kon voorzichtig zijn opmerkingen in de chatfunctie intikken, waar het enthousiast op duimpjes werd onthaald. Kortom, het digitale format leek een democratischere vorm van vergaderen aan te moedigen.

Maar ons geluk was van korte duur. Net zoals jonge pubers de eerste schooldagen in een nieuwe klas angstvallig de kat uit de boom kijken, bleken de eerst weken van virtuele vergaderingen de stilte voor de storm. Een nieuwe omgeving is altijd even de grote gelijkmaker. Maar na verloop van tijd pikken mensen hun oude gewoontes op. De grote mond en de mekkeraar hebben de weg naar de vergadering teruggevonden.

Aan het woord

De virtuele vergadering is daarmee opnieuw het strijdtoneel voor de interne pikorde geworden. In de wetenschappelijke literatuur heet dat fenomeen de babbelhypothese: Hoe langer iemand aan het woord is, hoe groter de kans dat die persoon als leider gezien wordt. Studies tonen aan dat het niet zozeer is wat iemand zegt, maar hoeveel iemand zegt wat bepaalt hoeveel informele autoriteit een persoon krijgt, ongeacht intelligentie, persoonlijkheid of expertise.

Advertentie

Al die luisterende gezichtjes op het scherm maken het voor de prater net verleidelijker om nog langer aan het woord te blijven.

Oorspronkelijk dacht men dat Zoom, als grote gelijkmaker, dat wauweleffect zou uitroeien. Maar ik heb grote twijfels. Waarom? Omdat online formats het veel moeilijker maken om iemand te onderbreken. Iemand onderbreken in een normale vergadering vraagt emotionele intelligente, goede sociale vaardigheden en wat moed: ‘Wie kijkt en luistert naar wie en hoe kan ik daarop inspelen?’ Op basis van non-verbaal gedrag en groepsdynamiek kan je inschatten wanneer de spreker een pauze zal laten vallen, en met een goed getimede interventie kan je van een micropauze gebruikmaken om het gesprek een andere richting uit te sturen.

Vertraging

In een digitale vergadering is dat ontzettend moeilijk. Er zit een kleine vertraging op geluid en beeld, zodat timing moeilijker is. Daardoor zijn er kleine momenten van verwarring waarbij mensen door elkaar spreken, maar het is de dominante speler die onbekommerd doorpraat. Of zoals Winston Churchill het samenvatte: ‘Don't interrupt me while I'm interrupting.’

De praters bedoelen het vaak goed, hoor. Ze vragen ook als eersten meer interactie in de virtuele vergadering. Dat zou best kunnen lukken, mochten ze zelf even vijf minuten hun mond houden.

De praters bedoelen het vaak goed, hoor. Ze vragen ook als eersten meer interactie in de virtuele vergadering. Dat zou best kunnen lukken, mochten zelf even vijf minuten hun mond houden. Hun goede bedoeling uit zich ook vaak in de vraag om alle digitale camera’s aan te houden. Een prater heeft namelijk een publiek nodig. Maar al die luisterende gezichtjes op het scherm maken het voor de prater net verleidelijker om nog langer aan het woord te blijven.

De digitale vergadering heeft de kloof tussen praters en zwijgers niet verkleind, maar net vergroot. De zwijgers praten nu nog minder. De stille werkers verdienen meer erkenning en respect. Zij luisteren, kiezen hoogstens één moment uit voor een welgeplaatste interventie en gaan dan aan de slag. Misschien moeten we een voorbeeld nemen aan hoe president-elect Joe Biden die andere wauwelaar onderbrak: ‘Will you shut up man?’

Frederik Anseel

Professor management aan de University of New South Wales in Sydney

Advertentie
Gesponsorde inhoud