Bescherm vrije meningsuiting en laat hoofddoek zoveel mogelijk toe

In de nasleep van de verschrikkelijke gebeurtenissen van vorige week in Parijs is de algemene reactie dat de vrijheid van meningsuiting moet beschermd worden. Dat individuele grondrecht is immers een van de fundamenten van onze liberale democratie. De vraag is echter hoe je dat doet en waar het nog beter kan.

Door Andreas Tirez, kernlid van de liberale denktank Liberales. Blogt op economieblog.be

Bart De Wever stelde tijdens de nieuwjaarsreceptie van de N-VA dat grote woorden en abstracte idealen niet volstaan, maar dat ook daden nodig zijn. Hij voegde de daad bij het woord door een niet al te flatterende cartoon van zichzelf te tweeten. Het is - ironisch genoeg - een symbolisch gebaar.

Advertentie

Maar het idee is wel correct. In algemene bewoordingen de vrijheid van meningsuiting verdedigen is onvoldoende. We moeten zelf doordenken over wat die vrijheid van meningsuiting betekent en hoe die concreet ingevuld kan worden. Uiteraard horen daar cartoons bij, ook als die een religie bespotten. Maar ook uitingen van religiositeit horen daar bij. Zo schreef Dyab Abou Jahjah in een opiniestuk voor de Standaard dat de hoofddoek ook een uiting is, zij het een religieuze uiting. En hij heeft gelijk. Het dragen van een hoofddoek moet dan ook zo vrij mogelijk kunnen gebeuren. Alvast wat de hoofddoek op school betreft, moeten de huidige regels aangepast worden.

Als er zonder tussenkomst van hogerhand onvoldoende ruimte is voor het niet-dragen van een hoofddoek, is die tussenkomst gerechtvaardigd.

De discussie over de hoofddoek op school dateert van 2009 toen een Antwerps Atheneum een hoofddoekverbod instelde op haar school. De directrice deed dit met pijn in het hart, maar de school kende te veel meisjes die een hoofddoek wilden dragen, waardoor de directie de groepsdruk op andere meisjes om een hoofddoek te dragen te hoog achtte.

Hier was sprake van ‘negatieve externaliteiten’: een meisje dat een hoofddoek draagt heeft ook effecten op andere meisjes, namelijk dat die zich verplicht kunnen voelen ook een hoofddoek te dragen. Om die negatieve bijwerkingen op individuen te bestrijden kan een tussenkomst van hogerhand, in dit geval de schooldirectie, gerechtvaardigd zijn. Immers, als dat niet gebeurt, dreigt er onvoldoende ruimte te zijn voor het niet-dragen van een hoofddoek. De vrijheid van expressie wordt dan beperkt.

Maar het mechanisme van externaliteiten speelt nog op een ander niveau. De plotse stijging van meisjes die een hoofddoek wilden dragen in het Antwerpse Atheneum werd veroorzaakt doordat andere scholen in de omgeving eerst een hoofddoekverbod instelden. Meisjes die de hoofddoek minder belangrijk vinden bleven op die scholen, maar meisjes die een hoofddoek wel belangrijk vonden gingen op zoek naar een school waar je de hoofddoek wel nog mag dragen. En na verloop van tijd bleven nog maar een paar scholen over, zodat die scholen een hogere concentratie kregen van meisjes die per se de hoofddoek wilden dragen en zo groepsdruk dreigden te veroorzaken.

Dezelfde redenering kan dan toegepast worden: om de negatieve nevenwerking op scholen te bestrijden kan een tussenkomst van hogerhand gerechtvaardigd zijn. Immers, als dat niet gebeurt, dreigt er onvoldoende ruimte te zijn voor het dragen van een hoofddoek. De vrijheid van expressie is dan te zeer beperkt. De overheid moet dan beslissen dat geen enkele school nog zelf mag beslissen de hoofddoek te verbieden.

Dat lost nog het probleem niet op als een bepaalde school toch een te hoge concentratie heeft van meisjes die per se de hoofddoek willen dragen en zo groepsdruk veroorzaken. Om daaraan tegemoet te komen zou, vanaf een bepaald voldoende hoog percentage meisjes die een hoofddoek willen dragen, een uitzondering mogelijk moeten zijn dat de schooldirectie toch een hoofddoekverbod oplegt. De meisjes die een hoofddoek dan heel belangrijk vinden, kunnen die dan nog steeds dragen op scholen waar het percentage onder de vooraf bepaalde drempel ligt.

Advertentie

Ik denk dat die maatregel een intelligente manier is om een bepaalde vrijheid van expressie, namelijk het al dan niet dragen van een hoofddoek, zoveel mogelijk te beschermen. En het zou kunnen dat een ruime meerderheid van de Belgen een hoofddoek dragen een slechte vorm van expressie vindt. Maar dat is in de discussie over de vrijheid van meningsuiting irrelevant: het gaat niet om de inhoud van de mening maar om het kunnen uiten van deze mening, op de manier die je zelf kiest. En zolang je anderen daarmee geen schade berokkent, ben je vrij dat te doen en hoe je dat doet.

Advertentie
Gesponsorde inhoud