Het is de inflatie

Het voorlopige akkoord met Griekenland doet de existentiële problemen in de eurozone weer even wijken. Problemen die trouwens niet opgelost zouden worden als iedereen het Duitse model volgt, zoals sommigen beweren. De muntunie heeft een systeemfout en die heeft veel met inflatie te maken.

Door Andreas Tirez, kernlid van de liberale denktank Liberales. Blogt op economieblog.be

Bij de start van de eurozone in 2002 presteerde Duitsland ondermaats, waardoor het zelf de begrotingsregels meerdere jaren overtrad. Maar het klom langzaam uit het dal en is al jaren opnieuw de economische motor van Europa. Sommigen prijzen Duitsland dan ook aan als te volgen voorbeeld voor de andere eurolanden.

Advertentie
©Twitter

Dat alle landen in de muntunie dezelfde strategie volgen om zo dezelfde prestaties te kunnen leveren als Duitsland, is echter onmogelijk. Duitsland klom uit het dal in een periode van hoogconjunctuur waardoor het zich uit zijn crisis kon exporteren. En voorts, en dat is volgens mij onderbelicht, kon Duitsland die prestatie net neerzetten omdat het in de eurozone zat en, in tegenstelling tot andere eurolanden, een traditie had van lage inflatie.

De Duitsers hebben hun prestatie immers niet te danken aan het feit dat ze plots productiever geworden zijn. Duitse bakkers bakten niet plots meer broden per uur dan hun collega’s elders. Hun broden waren echter wel goedkoper omdat de lonen er lager zijn. Duitsland is dus vooral in monetaire termen productiever, en niet zozeer in reële productie.

De Duitse loonmatiging in de jaren 2000 heeft wel degelijk gewerkt, maar ten koste van andere landen. Dat is ook de reden waarom niet iedereen met hetzelfde succes het Duitse model kan volgen.

De Duitse loonmatiging in de jaren 2000 heeft dus wel degelijk gewerkt, maar ten koste van andere landen. Dat is ook de reden waarom niet iedereen met hetzelfde succes het Duitse model kan volgen. Niet enkel omdat we nu een economische recessie beleven die veroorzaakt is door vraaguitval, maar ook omdat er helemaal niets verandert als iedereen dezelfde strategie van loonmatiging volgt. Loonmatiging zorgt voor een versterking van de concurrentiekracht en dat is altijd ten opzichte van anderen; als iedereen dat doet, zijn we terug bij af.

Dat Duitsland in de eurozone zit, heeft het succes van de Duitse loonmatiging nog eens versterkt. Het was vóór de eurozone al zo dat de inflatie in Duitsland consequent lager was dan elders. De tabel toont dat met de linkse cijferkolom, die de cumulatieve extra inflatie geeft van een aantal eurolanden ten opzichte van Duitsland in de zeven jaar voor de creatie van de eurozone. De Griekse inflatie was in die periode in totaal bijna 30 procent hoger dan de Duitse, maar ook de andere landen uit de periferie hadden een totale inflatie die 10 procent hoger lag.

©Mediafin

Voor de start van de eurozone hoefde een hoge inflatie niet dramatisch voor de concurrentiekracht te zijn, omdat de nationale munt steeds kon devalueren als de concurrentiekracht te zwak geworden was. Trouwens, dat gebeurde niet enkel in de periferie, maar ook bijvoorbeeld in Frankrijk en België. De voorwaarde om tot de eurozone te kunnen toetreden was dat de inflatie beperkt moest blijven. Zoals te zien in de tabel hebben de meeste eurolanden hun inflatie ten opzichte van Duitsland kunnen verminderen. Een hele prestatie, zeker als je weet dat er geen nationale centrale banken meer waren om de inflatie te beteugelen. Toch bleef de inflatie, vooral in de periferie, een pak hoger dan in Duitsland. Een hogere inflatie, ook al is die gedaald tegenover vroeger, is in een muntunie veel nefaster omdat devaluatie er niet meer kan. Daardoor werd de Duitse herwonnen concurrentiekracht gebetonneerd.

En of dat nog niet genoeg was, is de grote divergentie in inflatie ook in het voordeel van Duitsland. Omdat de euro vanuit Duits oogpunt ondergewaardeerd werd ten opzichte van andere munten, waardoor ook meer kon worden geëxporteerd naar niet-eurolanden. De ECB voert immers een beleid voor het gemiddelde.

Advertentie

Al die effecten zijn te wijten aan een verschillende inflatie binnen één muntunie. Diegene met de laagste inflatie trekt aan het langste eind en de landen met een hogere inflatie zijn de pineut. En dat terwijl het instrument bij uitstek om de inflatie te beteugelen, de nationale rentepolitiek, uit handen is gegeven.

Advertentie
Gesponsorde inhoud