Advertentie

Vakbonden moeten rechtspersoonlijkheid krijgen

©Photonews

De spoorstaking van 30 juni kost de NMBS 13 miljoen euro aan gemiste inkomsten en de vakbonden kunnen niet aansprakelijk worden gesteld, omdat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben (De Tijd, 17 juli). Dat gebrek aan rechtspersoonlijkheid is echter louter een ‘juridische techniek’, die toelaat dat men ongestraft onrechtmatig kan optreden. Tijd om dat verouderde beginsel overboord te werpen.

Door Roger Blanpain, professor arbeidsrecht

Er is in de spoorsector een recht op staking. Maar staken kan enkel als laatste middel worden aangewend, wanneer onderhandelingen over loons- en arbeidsvoorwaarden tot geen resultaat leiden en alle middelen voor een vreedzame oplossing (verzoening, bemiddeling…) uitgeput zijn. Ook dient er een passende verhouding te zijn tussen de eisen van de vakbonden en de schade die wordt aangericht. Je organiseert bijvoorbeeld geen spoorstaking omwille van enkele maaltijdcheques. Stakingen kunnen dus onrechtmatig zijn en tot schadevergoeding aanleiding geven. Niet enkel de NMBS, maar ook reizigers en ondernemingen lijden schade.

Advertentie

Maar dan stuit je op het op het gebrek aan rechtspersoonlijkheid van de vakbonden. Wie geen rechtspersoonlijkheid heeft, zo wordt gesteld, kan in ons land in rechte niet aangesproken worden. Dit geldt bijvoorbeeld bij vorderingen tegen werknemersorganisaties voor het bekomen van schadevergoeding omwille van onrechtmatige acties, op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk wetboek (wie schade berokkent, moet die vergoeden).

Georganiseerde onverantwoordelijkheid

Dit komt neer op een onaanvaardbaar systeem van georganiseerde onverantwoordelijkheid en doet afbreuk aan het beginsel dat wie een recht heeft ook de mogelijkheid moet hebben om dit recht uit te oefenen en waar te maken.

Het is hoog tijd dat men van dit verouderde beginsel afstapt. Wie zich als een feitelijke en sociologische eenheid opstelt en als zodanig aan het rechtsverkeer deelneemt, moet ook als een juridische eenheid worden aanzien, met alle verantwoordelijkheid van dien. Wie handelt als voorzitter of vrijgestelde van een organisatie, vertegenwoordigt die organisatie ook in rechte en meteen is die organisatie in rechte eventueel aansprakelijk. Ons Hof van Cassatie aanvaardde dat het in bepaalde gevallen mogelijk is een werknemersorganisatie aan te spreken via haar lasthebber of vertegenwoordiger (1988).

Rechtspraak 

Er is trouwens heel wat interessante rechtspraak op dat vlak.

In Hof van Beroep van Luik werd geoordeeld (1986): ‘De eis in kortgeding tegen een vakbond zonder rechtspersoonlijkheid (hier de Luikse metaalarbeidersbond van het ABVV) kan niet gericht worden tegen de vakbond zelf, maar wel tegen de secretaris-generaal van deze feitelijke vereniging, omdat deze de vakbond naar buiten toe feitelijk vertegenwoordigt, alsook tegen de twee vakbondsafgevaardigden, die de staking in de fabriek (Cuivre et Zinc) ontketenden .

Advertentie

In een andere zaak oordeelde het Hof van Cassatie (1993): ‘wanneer een eisende partij een veroordeling vordert tegen een vereniging die geen rechtspersoonlijkheid heeft, en de rechter de gevraagde veroordeling uitspreekt, is de veroordeelde vereniging partij in het geding; zij kan mitsdien tegen haar veroordeling opkomen door rechtsmiddelen bij wet bepaald’.

Feitelijke vereniging

‘Een feitelijke vereniging kan gedagvaard worden in hoofde van de schijnmandataris ad litem’ (met het oog op een proces, nvdr), oordeelde een vrederechter in Torhout (1994).

Kortom, het gebrek aan rechtspersoonlijkheid is een ‘juridische techniek’, die toelaat dat men ongestraft onrechtmatig kan optreden. Dat kan niet langer. Iemand die een recht heeft moet dan kunnen waar maken. 

Terecht stelt professor Van Eeckhoutte (UGent): ‘Alleen in het raam van een dergelijke opvatting kunnen de rechten van derden ten aanzien van zogenaamde feitelijke verenigingen met honderdduizenden leden worden gehandhaafd’. 

 

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Alain De Laet, de eigenaar van Brouwerij Huyghe: 'Onze brouwerijen vullen elkaar aan. Delirium Tremens is een merk met een speels imago, terwijl de Gouden Carolus-bieren een klassieker imago hebben.'
Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
Brouwerij Huyghe neemt haar sectorgenoot Het Anker over. De brouwer van Delirium Tremens krijgt er met Gouden Carolus een nieuw topmerk bij. ‘We zullen Gouden Carolus naar onze honderd exportlanden brengen’, zegt Alain De Laet van Huyghe.
Gesponsorde inhoud