opinie

Energietransitie is veel belangrijker dan kernuitstap

De kernuitstap is een belangrijke discussie. Maar de kerncentrales produceren slechts 3 à 4 procent van ons jaarlijkse finale energieverbruik. De echte uitdaging ligt bij de overige 96 procent.

Europa wil tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent worden. Het Fit-for-55-pakket streeft naar een emissiereductie van 55 procent tegen 2030, een zeer grote uitdaging voor elke economische sector. Voor het Fit-for-55-pakket was sprake van een emissiereductie van 60 procent tegen 2050. Het nieuwe beleid wil een vergelijkbare reductie twee decennia sneller afdwingen.

In ons land discussieert men tot in den treure over 2 GW aan nucleaire capaciteit en te weinig over de echte transformatie van het volledige energielandschap. Volgens de energiebalansen van Eurostat bedraagt het totale finale energiegebruik in ons land 462 TWh, exclusief het energiegebruik van de internationale scheepvaart en de luchtvaart (115 TWh). 2 GW nucleaire capaciteit is gelijk aan 15 TWh in dit totale energielandschap.

Advertentie
De essentie
  • De auteurs : Ronnie Belmans, gewoon hoogleraar KU Leuven, adviseur EnergyVille; Johan Albrecht, hoogleraar economie UGent en senior fellow bij het Itinera Institute; Pieter Vingerhoets, expert energie- en klimaatstrategie bij EnergyVille/VITO; en Michel De Paepe, hoogleraar thermodynamica UGent en voorzitter UGent-EnerGhentIC.
  • De kwestie: er wordt te veel over de kernuitstap gedebatteerd en te weinig over de noodzakelijk energietransitie.
  • Het voorstel: creëer een soepel maar passend beleidskader om de energietransitie uit te voeren.

De politieke beslissing over 2 GW aan nucleaire capaciteit is wellicht de eenvoudigste in het transformatietraject naar een duurzame maatschappij met een hogere levenskwaliteit. Het aantal betrokken partijen is beperkt en in de wet en het regeerakkoord staat wat er moet gebeuren. Het koolstofneutraal maken van de industrie, het transport en het gebouwenpark plaatst ons voor veel complexere onderhandelingen en beslissingen.

Het koolstof neutraal maken van industrie, transport en gebouwenpark stelt ons voor onvergelijkbaar complexe onderhandelingen en beslissingen.

In de industrie verschilt het decarbonisatiepotentieel op korte en middellange termijn sterk van sector tot sector. We moeten een onderscheid maken tussen procesverbetering en de volledige koolstofneutraliteit van de energie en de feed stock (groene molecules, veelal ingevoerd). Voor de (petro)chemie en de staalproductie zijn dat fundamentele transities. De cementindustrie is een van de grootste producenten van broeikasgassen en nieuwe productiemethodes liggen niet voor het grijpen. In de voedingsindustrie dient men andere warmtebronnen dan de verbranding van aardgas aan te spreken. Voor elke industriële tak moet een aangepast pad naar koolstofneutraliteit worden uitgetekend.

Advertentie

Gebouwen

Elk gebouw in ons land is min of meer uniek. De renovatiegraad lijkt vastgespijkerd in alle regio’s. In Vlaanderen ligt hij al twintig jaar rond 15.000 à 20.000 renovaties per jaar, ondanks ongecoördineerde en dure steunmaatregelen die vaak technologieën promoten die niet passen in een koolstofneutraal systeem. Nergens in Europa is aardgas zo goedkoop, wat maakt dat duurzame oplossingen zoals warmtepompen uit de markt geprijsd worden. Miljoenen eigenaars moeten gemobiliseerd worden. Daar bestaan geen eenvoudige formules voor.

De selectieve uitrol van warmtenetten op basis van groene warmte kan een belangrijke bijdrage leveren, wat een gedetailleerde lokale analyses en veel overleg vereist. Warmtenetten komen er niet vanzelf, maar moeten door de overheid gestimuleerd worden. De noodzakelijke transitie van onze steden tegen 2050 tot groene slimme steden kan niet aan de markt worden overgelaten.

Nergens in Europa is aardgas zo goedkoop, wat er voor zorgt dat duurzame oplossingen zoals warmtepompen uit de markt geprijsd worden.

Transport over de weg kan vrij snel volledig geëlektrificeerd worden. Voor personenvervoer is de technologie beschikbaar en ook het vrachtvervoer doet duidelijke stappen in dezelfde richting. Infrastructuur is van cruciaal belang, waarbij de overheid een stimulerende factor moet zijn. Voor de internationale scheep- en luchtvaart moet een koolstofneutrale brandstofinfrastructuur ontwikkeld worden, onder andere op basis van groene waterstof. Alle andere groene waterstof reserveren we beter voor onze industrie, niet voor transport of gebouwenverwarming.  

Het aandeel van elektriciteit in het energiegebruik stijgt sterk. Door interconnecties, een flexibele vraag en opslagtechnologieën wordt het mogelijk om 80 tot 90 procent van de tijd de nodige elektriciteit uit wind en zon te halen. Voor een periode tot twee weken met weinig zon of wind is andere productiecapaciteit nodig. In de komende jaren zijn dat vooral aardgascentrales, maar op termijn moet aardgas vervangen worden door synthetisch gas of biomoleculen.

Investeren in de distributie van aardgas is onverzoenbaar met een koolstofneutrale energievoorziening. Voor industrieel gebruik moeten er transportnetten komen voor duurzame biomolecules tussen Europese knooppunten.

De energietransitie kunnen we niet zomaar aan de markt overlaten maar zal door een daadkrachtige en betrouwbare overheid aangestuurd moeten worden.

De echte uitdaging ligt in het op korte termijn realiseren van een sterk stimulerend beleidskader dat voldoende flexibiliteit biedt en rekening houdt met interacties tussen de sectoren. Het beleid moet een stimulans zijn voor alle marktpartijen, zonder technologisch favoritisme en met efficiëntie als leidraad. Er is ook nood aan een ambitieus onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid om duurzame innovaties tegen 2050 te ondersteunen.

De energietransitie kunnen we niet aan de markt overlaten, maar moet door een daadkrachtige en betrouwbare overheid aangestuurd worden. De uitdagingen zijn enorm. In alle sectoren is hier en nu actie nodig. Laat ons niet langer tijd verliezen aan die 4 procent van de kerncentrales, maar aan de resterende 51 procent in de aanloop naar 2030.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Lunch Garden plant doorstart na faillissement: 42 restaurants gered
Restaurantketen Lunch Garden heeft maandag het faillissement aangevraagd, maar mikt op de doorstart van 42 van de 62 huidige restaurants.
Gesponsorde inhoud