De voordeur van de stad moet geen garagepoort worden
Architect Stéphane Beel waarschuwt voor de trend om alles autovrij te maken (De Tijd, 8 maart). Ik ben geen fundamentalist inzake de plaats van de auto in de stad. Maar ik heb wel een probleem met een stad die op maat van de auto wordt ingericht in plaats van op maat van de mens.
Door Patrick Janssens, gastdocent stedenbouw KU Leuven en UA
Bij wie denkt over de leefbaarheid van onze steden is het bon ton om de centrale plaats van de auto in vraag te stellen. Zelfs in Brussel heeft de nieuwe burgemeester zijn college zo ver gekregen het Brouckèreplein, een groot gedeelte van de Anspachlaan en de omliggende straten autovrij te maken. Ook al is er kritiek op het concrete plan en op de voortvarende manier waarop de beslissing werd genomen, toch kan van een trendbreuk gesproken worden. En, zoals u weet, is er in de hemel meer vreugde over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
Maar als iedereen in dezelfde richting loopt, is er plaats voor één iemand die de andere richting uitloopt. Bij Barcelona wordt de bal eindeloos lang rondgetikt in één tijd. Dus is er plaats voor één individualist die met de bal aan de voet door de vijandige verdediging heen dribbelt.
Ik was dan ook bijzonder geïntrigeerd toen een interview met toparchitect Stéphane Beel in De Tijd werd aangekondigd met de uitspraak: ‘Pas op met de trend om alles autovrij te maken’. Ik herinnerde me een gesprek dat ik met mijn vrouw had op het terras van Mappa Mundo aan de Sint-Gorikshallen in Brussel. We vonden het niet aangenaam dat er zoveel auto’s circuleerden terwijl we genoten van onze Maredsous. Na een kort gesprek kwamen we tot de conclusie dat die auto’s ons weliswaar stoorden, maar dat een autovrije zone toch ook het signaal zou geven dat deze plek eerder voor toeristen bedoeld was, terwijl het vandaag een bruisende uitgaansplek voor Brusselaars is, waar de bewoners uit de onmiddellijke omgeving dan weer last van hebben.
Dit om duidelijk te maken dat ik geen fundamentalist ben inzake de plaats van de auto in de stad. Ik heb er zelf een. Maar ik heb wel een probleem met een stad die op maat van de auto wordt ingericht in plaats van op maat van de mens. Stéphane Beel is niet de eerste de beste. Hij schonk Antwerpen de uitbreiding van De Singel waarop in kapitalen het woord ‘ARCHITECTUUR’ staat. Benieuwd naar wat hij daarover te vertellen heeft.
Citaat uit De Tijd van 9 maart 2014: ‘In Gent willen ze de fly-over, de snelweg die als een glijbaan tot in het hart van de stad komt, weg. Hij vindt dat een dom idee. ‘Het is de mooiste entree in de stad. Op de brug heb je dat prachtige zicht op de skyline en de torens, en dan duik je naar beneden, de stad in. Langs de voordeur. Want die auto die komt toch.’
Ik had verwacht dat Beel een genuanceerd verhaal zou houden. Dat je niet moet overdrijven, dat winkels en restaurants bevoorraad moeten worden, dat gezinnen een auto hebben die gestald moet worden, dat je moet laden en lossen voor je deur…
Neen hoor, hier was een ouderwetse modernist aan het woord (wat een oxymoron). En ik denk niet langer aan het terras van Mappa Muno, maar aan de Singel. Vanuit het nieuwe restaurant heb je een bijna poëtisch uitzicht over de Antwerpse ring. Een ring die verdoemd wordt omdat hij terecht de Kleine Ring wordt genoemd en de Grote er nooit gekomen is, omdat hij zo dicht bij de stad ligt, omdat de onmiddellijke omgeving zoveel fijn stof en lawaai te slikken krijgt.
Vanachter het geluidsdichte glas in het restaurant van De Singel waant men zich weer in de hoogdagen van de freeways. Je voelt wat onze planners gedreven moet hebben toen ze de Kleine Ring aanlegden en toen ze aan het einde van de E19 een strook klaarlegden om de snelweg tot in het hart van onze hoofdstad door te trekken.
En wie zich afvraagt waarom de gevelrij op de Meir in Antwerpen ter hoogte van de Wapper onderbroken wordt door een nutteloos plein moet maar even op Google Maps kijken om te zien hoe dit plein klaarligt om via de Vogelmarkt en de Plantin Moretuslei doorgetrokken te worden tot de oprit Borgerhout. Een snelweg tot op de belangrijkste winkelstraat in Monopoly, wat wil je meer?
Zonder het zo te bedoelen geeft Beel het beste argument waarom die fly-over in Gent zo snel mogelijk weg moet. Je komt met de auto via de voordeur de stad binnen. Ik ben niet tegen de auto, ik heb er zelf een. Maar ik kom er niet mee binnen via de voordeur en ik zet hem zeker niet in mijn woonkamer.
Meest gelezen
- 1 Oost-Vlaming casht tientallen miljoenen op software voor 'next big thing' in bouw
- 2 Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
- 3 Aflopende Oekraïens-Russische deal verhoogt druk op Europese gasprijzen
- 4 Karl Huts zet grote stap naar opvolging van zijn vader bij Katoen Natie
- 5 Trump wil Groenland en Panamakanaal inlijven: een grap of doordachte strategie?