Advertentie

Crombez levert schijngevecht tegen sociale fraude

Volgens staatssecretaris voor Fraude-bestrijding John Crombez (sp.a) bracht de strijd tegen de sociale fraude in 2012 150 miljoen euro op. Het is ons een raadsel waar hij dat cijfer vandaan haalt.

Door Nadia Sminate en Johan Van Overtveldt, respectievelijk Kamerlid en Europees lijsttrekker voor de N-VA.

Behalve de hoge belastingdruk, de te hoge loon- en energiekosten en de complexiteit van de wetgeving brengt ook fraude schade toe aan de concurrentiekracht van onze bedrijven. Jobs gaan verloren, de welvaartskoek slinkt. De strijd tegen fiscale en sociale fraude is maatschappelijk nodig. Waar staan we met de strijd tegen de sociale fraude?

Advertentie

Er is niet alleen het minibusje gevuld met regeringsleden bevoegd voor fraudebestrijding (zeven stuks in de federale regering), ook de versnippering van de sociale-inspectiediensten is een oud zeer. Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez slaagde er niet in om komaf te maken met het inefficiënte web van liefst tien aparte sociale-inspectiediensten. Ook een pijnpunt was en blijft het schrijnende gebrek aan objectiveerbare en betrouwbare cijfers. Daarom is het vreemd dat Crombez wel erg vaak uitpakt met cijfers. Hoe zit het daar nu écht mee?

Cijfers over sociale fraude opdiepen is verre van vanzelfsprekend. Niet voor niets schoof de staatssecretaris bij zijn aantreden een observatorium van de fraude als topprioriteit naar voren. Dat observatorium staat nog steeds in de steigers. Toch komt bij zowat elke nieuwe maan de staatssecretaris met nieuwe cijfers aandraven. In zijn boekje ‘Zwart en wit’, een pamflettistisch pleidooi voor een hogere vermogensbelasting, maakt Crombez zich sterk dat de strijd tegen de fraude in 2012 1,2 miljard euro in het laatje heeft gebracht. Een achtste, of 150 miljoen euro, komt uit de strijd tegen de sociale fraude.

Het benieuwde ons waar de staatssecretaris die 150 miljoen euro vandaan heeft gehaald. Eind 2013 engageerde Crombez zich in de Kamercommissie Sociale Zaken om het cijfermateriaal waarmee hij de optelsom heeft gemaakt vrij te geven. Het leek ons sterk dat de staatssecretaris zonder een echt functionerend observatorium met die cijfers op de proppen kon komen. In stukjes en brokjes vonden we onze weg in de cijferpoespas.

Ontnuchterend

Hier volgt een veeleer eentonig en ontnuchterend, maar tegelijk toch wel erg significant overzicht:

1. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) kon niet zeggen hoeveel er wegens fraude werd ingevorderd. Hij kon zelfs niet zeggen hoeveel geld er überhaupt is teruggevloeid.

Advertentie

2. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) heeft naar eigen zeggen geen fraude vastgesteld. Wel vermoedt de dienst dat fraude slechts een fractie uitmaakt van het totale bedrag dat verkeerdelijk werd uitbetaald.

3. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) had hetzelfde verrassende antwoord als de RSZ: geen idee.

4. De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP): zie antwoord RSZPPO.

5. De Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) stelde 294.954,28 euro aan fraude vast, maar had geen benul hoeveel hij effectief kon puren uit de strijd tegen de fraude.

6. Het Fonds voor Beroepsziekten kon geen cijfers aanleveren over vastgestelde fraude en teruggevorderde bedragen.

7. De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) beschikte niet over het gevraagde cijfermateriaal.

8. De Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het RIZIV gaf ootmoedig toe dat hij geen cijfers kon aanleveren met betrekking tot effectief ingevorderde bedragen.

9. Voor de Dienst Administratieve Controle (DAC) van het RIZIV gold hetzelfde.

10. De Sociale Inspectie (SI) moest het antwoord ook schuldig blijven.

11. De dienst Toezicht Sociale Wetten (TSW) gaf een analoog antwoord als de Sociale Inspectie.

12. Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) was iets ambitieuzer: omdat het geen cijfers kon aanleveren, maakte het een schatting van de omvang van de fraude. Het gaat om 20.393,19 euro. Hoeveel echt werd gerecupereerd, blijft een raadsel.

13. De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) kon als enige dienst haarfijn meegeven hoeveel de strijd tegen de sociale fraude in 2012 had opgeleverd: 60.233,42 euro. Dat staat in schril contrast met de 28 miljoen euro die Crombez naar voor schoof als omvang van de fraude met kinderbijslag.

Alles samen vloeide in 2012 met zekerheid 60.233,43 euro terug naar de staatskas door een als doorgedreven omschreven strijd tegen de sociale fraude. In 2012 kostten alle sociale inspectiediensten samen ruim 97 miljoen euro. Dat heeft iets weg van een wanverhouding.

Bovendien rijst het vermoeden dat de kosten van de strijd tegen de sociale fraude in realiteit nog wat hoger liggen dan 97 miljoen euro. Het is immers wachten op antwoorden van minister van Arbeid Monica De Coninck op schriftelijke vragen daarover. De maatschappelijke kostprijs van het schijngevecht tegen de sociale fraude is natuurlijk nog groter. We denken aan het stigmatiseren van sectoren en de administratieve last die bonafide kmo’s te beurt valt bij controles allerhande. Wat rest is een peperdure strijd tegen de sociale fraude waarbij vooral achter het net wordt gevist.

Daarom enkele suggesties om de strijd tegen sociale fraude alsnog op de rails te krijgen. Maak werk van één socialeinspectiedienst met gespecialiseerde teams. Dat zal het gebrek aan bruikbare gegevensstromen al voor een groot stuk compenseren. Maak eindelijk werk van een echt invorderingsbeleid, en van een eenvoudigere en transparantere regelgeving. Maak tot slot ook werk van een echte responsabilisering van de meewerkende instellingen van sociale zekerheid. Ziekenfondsen, uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslagfondsen moeten ook hun verantwoordelijkheid opnemen. De strijd tegen sociale fraude is geen marketingmachine, maar een gedeelde verantwoordelijkheid die raakt aan de fundamenten van onze sociale bescherming.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Alain De Laet, de eigenaar van Brouwerij Huyghe: 'Onze brouwerijen vullen elkaar aan. Delirium Tremens is een merk met een speels imago, terwijl de Gouden Carolus-bieren een klassieker imago hebben.'
Brouwer van Delirium Tremens koopt Gouden Carolus-brouwer Het Anker
Brouwerij Huyghe neemt haar sectorgenoot Het Anker over. De brouwer van Delirium Tremens krijgt er met Gouden Carolus een nieuw topmerk bij. ‘We zullen Gouden Carolus naar onze honderd exportlanden brengen’, zegt Alain De Laet van Huyghe.
Gesponsorde inhoud