Zonder lokale grondstoffen heeft staatssteun voor Europese batterijfabrieken weinig zin
Het succes van de elektrische auto’s van BYD toont hoe Europa in alweer een sector de concurrentiestrijd met China verliest. Europa is toe aan een herindustrialisering inclusief staatssteun, schrijft Peter Tom Jones. Maar wat ben je met fabrieken zonder grondstoffen?
‘De tsunami van Chinese elektrische voertuigen is op komst en Europa slaapwandelt naar de afgrond.’ Niet gespeend van dramatiek is dat de prelude van onze documentaire ‘Made in Europe: from Mine to Electric Vehicle’. Met de doorbraak van de Chinese elektrische wagens van BYD - mee ondersteund door de Vlaamse belastingbetaler - en het raamcontract van De Lijn voor 500 elektrische BYD-bussen - what were they smoking? - voltrekt dat scenario zich voor onze ogen. Vlaanderen werkt er zelfs actief aan mee. Op veel andere plaatsen in de Europese Unie zien we dezelfde trends.
- De auteur
Peter Tom Jones is directeur van het Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (SIM²) van de KU Leuven en innovatiemanager duurzame metallurgie van het Industrieel Onderzoeksfonds.
- De kwestie
Het succes van de elektrische auto’s van BYD toont hoe Europa in alweer een sector de concurrentiestrijd met China verliest.
- De conclusie
In een tijd van protectionisme is Europa toe aan een herindustrialisering, inclusief staatssteun. Het grondstofnationalisme dwingt ons tot een mijnbouwrenaissance.
Door Europa waart het spook van de-industrialisering. Wat begin deze eeuw gebeurde met de Europese zonnepanelensector dreigt zich te herhalen met de windturbine- en auto-industrie, die de (oneerlijke) concurrentie met China niet aankunnen. Gemiddeld heeft China al meer dan 65 procent van de mondiale productiecapaciteit voor elektrische voertuigen, wind- en zonne-energie, batterijen, brandstofcellen, warmtepompen en electrolysers - die met elektriciteit water in waterstof en zuurstof splitsen - in handen.
Europa staat voor een kruispunt. Ofwel doen we verder zoals we bezig zijn, met sluipende de-industrialisering en verarming tot gevolg, ofwel veranderen we het geweer van schouder zodat de broodnodige klimaatstrategie hand in hand gaat met cleantechgedreven herindustrialisering. We hebben behoefte aan een langetermijnvisie en dito industrieel beleid.
Net zoals China dat op briljante wijze de afgelopen decennia heeft klaargespeeld, moet Europa zijn productieketens in handen nemen, van de mijn tot de elektrische auto of windturbine.
Net zoals China dat op briljante wijze de afgelopen decennia heeft klaargespeeld, moet Europa zijn productieketens in handen nemen, van de mijn tot de elektrische auto of windturbine. Die verticale integratie is nodig omdat de neoliberale, op vrijhandel gebaseerde globalisering afgelopen is. We leven in een tijdperk van protectionisme en grondstofnationalisme. Het expliciete subsidiebeleid van de Amerikaanse Inflation Reduction Act als direct antwoord op een gelijkaardige situatie, en het meer verdoken (export)subsidiebeleid van het Chinese staatskapitalisme en zijn grondstofhongerige Belt & Road Initiative dwingen Europa om zijn beleid aan te passen. Nood breekt wet.
Northvolt
Dat betekent importheffingen voor kunstmatig goedkope cleantechproducten (de Chinese overheid heft die ook in de andere richting), waardoor het speelveld gelijker kan worden. Voor consumenten kan een subsidiebeleid op poten worden gezet, zoals het Franse ecobonussysteem voor elektrische voertuigen, dat in tegenstelling tot het Vlaamse systeem effectief discrimineert tegen de import van auto’s die op een milieu- en sociaalonvriendelijke manier tot stand zijn gekomen. Idem dito voor de bedrijfswagenfiscaliteit en openbare aanbestedingen voor bijvoorbeeld e-bussen.
Maar dat soort maatregelen is onvoldoende. Zonder innovatie en commercialisatie van hoogkwalitatieve, concurrentiële elektrische auto’s en bussen bieden heffingen en subsidies slechts tijdelijk soelaas.
Dat de Duitsers bijna 1 miljard euro staatssteun op tafel leggen voor een batterijfabriek van het Zweedse Northvolt is een noodzakelijk kwaad om de Europese cleantechindustrie te ondersteunen. Beter nog zou zijn dat soort van staatssteun op Europees niveau te organiseren via een verbreed Europees Innovatiefonds, dat gefinancierd wordt door belastingen op milieuvervuilende activiteiten. Op die manier vermijden we dat bedrijven lidstaten tegen elkaar uitspelen op zoek naar de beste deal.
Mijnbouwrenaissance
Maar zelfs als we erin slagen een reeks van cleantechfabrieken in Europa neer te zetten, dan nog stelt zich de vraag hoe die fabrieken voorzien worden van de noodzakelijke grondstoffen. Europa is pijnlijk afhankelijk geworden van de import van zeldzame aardmetalen, lithium, nikkel, mangaan, kobalt, gallium, germanium, grafiet… Stuk voor stuk worden die grondstoffen door een handvol, veeleer ondemocratische landen gedomineerd en almaar meer worden ze als een geostrategisch wapen ingezet.
Europa is pijnlijk afhankelijk geworden van de import van zeldzame aardmetalen. Er rest ons geen andere keuze dan een mijnbouwrenaissance te initiëren.
In de geglobaliseerde wereld van weleer konden Europese autofabrikanten ermee wegraken om die kritieke grondstoffen te importeren en de bijbehorende sociale en ecologische problemen van onverantwoorde mijnbouw te exporteren, een kortzichtige en zelfs hypocriete benadering. Vandaag is die strategie economisch onhoudbaar. De risico’s verbonden aan de aanvoer van grondstoffen zijn enorm en zeer acuut. De staatssteun voor de nieuwe Northvolt-fabriek is weggesmeten geld als die geen toegang heeft tot lokaal geproduceerde grondstoffen.
Er rest ons geen andere keuze dan een Europese mijnbouwrenaissance te initiëren en te cofinancieren, in combinatie met de verdere uitbouw van ons metaalraffinage- en recyclagearsenaal. Het potentieel aan kritieke grondstoffen is hier veel groter dan je denkt. Finland en Zweden, die in de top drie staan van de wereldwijde batterijranking voor ecologische, sociale en governance-criteria (ESG), tonen hoe verantwoorde mijnbouw voor cleantechmetalen in de praktijk werkt. Geen uitgebuite mijnwerkers of metallo’s die hakkend hun weg moeten banen, maar goed betaalde werknemers die met een soort PlayStation-controller in de hand de graafmachines op afstand bedienen. In plaats van ‘not in my backyard’ zegt de hoofdmoot van de omwonenden van die mijnen in het Hoge Noorden daar trots ‘please in my backyard’.
De window of opportunity om Europese mijnen te openen sluit zich in de nabije toekomst. De klok tikt genadeloos. Met de lancering van de Critical Raw Materials Act is dat besef bij de Europese instellingen ingedaald. Het is nu aan de Europese burger om die mindset over te nemen en een gezamenlijk toekomstverhaal te schrijven waar Made-in-Europe cleantech onze klimaatdoelstellingen helpt te behalen zonder een sociaal-economisch kerkhof te creëren.
Op het DOCVILLE-festival in Leuven wordt op 27 maart de SIM²-documentaire 'Europe's Mining Renaissance: A Catalyst for Climate Neutrality' in avant-première voorgesteld.
Meest gelezen
- 1 Oost-Vlaming casht tientallen miljoenen op software voor 'next big thing' in bouw
- 2 Braziliaanse BYD-fabriek dicht wegens slavernij
- 3 Aflopende Oekraïens-Russische deal verhoogt druk op Europese gasprijzen
- 4 Trump wil Groenland en Panamakanaal inlijven: een grap of doordachte strategie?
- 5 Karl Huts zet grote stap naar opvolging van zijn vader bij Katoen Natie