opinie

Veranker unieke kunstcollectie Belfius

Ondanks duidelijke vragen over de unieke kunstcollectie van Belfius blijft minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) het antwoord schuldig. Welke garanties zijn er over het eigendom en de toegankelijkheid van de collectie? Dat maakt ons meer dan ongerust.

Door Meyrem Almaci & Bart Caron (Groen), alle directeurs van de Vlaamse musea, Mark Eyskens (minister van Staat), Bert Anciaux (oud-minister van Cultuur), Johan Swinnen (kunsthistoricus en professor aan de VUB), Jean-Jacques De Gucht (Vlaams parlementslid), en Georges Gilkinet (federaal parlementslid).

Wij schrijven deze open brief omdat we te allen prijze willen vermijden dat we de grootste kunstcollectie van het land via een ongewilde ‘owngoal’ uit handen geven. Kunst met een grote K. Een collectie van onschatbare waarde, met meer dan 4.300 stukken. Met topwerken van Alechinsky, Spilliaert, Delvaux, Fabre, Raveel, Tuymans, Magritte, Wouters en vele anderen. Deze prachtige collectie kan vele voetbalvelden vullen met kunst en omvat de volledige who’s who van de kunst in ons land van de laatste vijf eeuwen.

Advertentie

Wees als minister van Financiën de filosofie trouw waarmee de collectie werd opgebouwd: ‘Belgische kunst in Belgische handen.’

De Belgische overheid werd eigenaar van de kunstcollectie van Belfius door de nationalisering van de financiële instelling in 2011, waarbij de regering 4 miljard euro belastinggeld betaalde. Naar aanleiding van deze financiële injectie werden afspraken gemaakt over het toegankelijk maken van de collectie. Desondanks is de verzameling amper bekend bij het grote publiek.

Zeven jaar na de redding van Belfius is het overduidelijk, gezien de berichten van de afgelopen maanden, dat de gedeeltelijke beursgang van de bank op stapel staat.

Vandaag trekken we heel hard aan de alarmbel omdat we als kunstminnaars niet kunnen aanvaarden dat er geen enkele duidelijke communicatie is over het lot en de toekomst van de grootste verzameling van Belgische kunst die we vandaag met zijn allen bezitten.

De diverse overheden van ons land hebben tot driemaal toe in de buidel moeten tasten om Belfius en zijn toenmalige moeder Dexia te redden.

We weigeren mee te werken aan de stilzwijgende overdracht van de kunstcollectie van Belfius. De diverse overheden van ons land hebben tot driemaal toe in de buidel moeten tasten om Belfius en zijn toenmalige moeder Dexia te redden. Een van de neveneffecten van die reddingsoperaties was dat we nu eigenaar zijn van een kunstcollectie die als het ware een staalkaart omvat van alle kunstbewegingen die in ons land doorheen de tijd hebben plaatsgevonden. Het is dan ook de logica zelve dat we die collectie definitief verankeren.

De gedeeltelijke beursgang van Belfius is gestoeld op economische drijfveren. Net daarom moet de kunstcollectie onttrokken worden aan die overdracht. Het toekomstig winstpotentieel van de bank is (hopelijk) niet verbonden aan de al of niet aanwezigheid van de kunstcollectie in de balans van de bank.

Doelstelling

Door de kunstcollectie desondanks toch in alle stilte op te nemen in de beursgang zou men overigens ingaan tegen de oorspronkelijke doelstelling van de collectie. Het was het Gemeentekrediet dat begon met de aanleg van de collectie van nationaal erfgoed aan het begin van de jaren 60. Het doel was te vermijden dat waardevolle stukken zouden verdwijnen naar het buitenland. De bankiers legden zich aanvankelijk toe op Belgische kunst vanaf 1860.

Advertentie

Ook Paribas Bank België en Bacob legden zich vanuit dezelfde redenering toe op het verzamelen van waardevolle werken. Paribas in het begin met kunst van de 16de tot de 18de eeuw, Bacob koos voor hedendaagse kunst.

Drie stukken uit de collectie zijn overigens opgenomen in de topstukkenlijst van het Kunstendecreet van de Vlaamse Gemeenschap.

De huidige collectie is het resultaat van de samenvoeging van de drie kunstcollecties, toen de banken zelf fuseerden. Het Gemeentekrediet fuseerde in 1996 met Credit Local de France en werd Dexia, Bacob nam Paribas Bank over in 1997 en werd Artesia. In 2001 nam Dexia uiteindelijk Artesia over.

Meteen is duidelijk waarom de collectie zo uniek is. Ze overspant maar liefst vijf eeuwen, met Vlaamse meesters uit de 16de en 17de eeuw zoals Van Dyck, Brueghel, Rubens en Jordaens. Drie stukken uit de collectie zijn overigens opgenomen in de topstukkenlijst van het Kunstendecreet van de Vlaamse Gemeenschap. En wie van ons kent ‘De roof van de Sabijnse maagden’ van Rubens niet? Het meesterwerk wordt aangevuld met moderne kunst tot 1960, met namen als Ensor, Permeke en De Groux. En tenslotte ook hedendaagse kunst van 1960 tot vandaag, met stukken van Tuymans, Broodthaers, De Bruyckere en Ann Veronica Janssens.

Verleden

Ondanks duidelijke vragen blijft Van Overtveldt het antwoord op de vraag naar garanties wat betreft eigendom en toegankelijkheid schuldig. Dat maakt ons meer dan ongerust. De ervaring uit het verleden leert ons dat eenmaal de bank in privéhanden is, de toekomst van de kunstcollectie geenszins gegarandeerd is.

In 2011 overwoog de toenmalige Dexia Bank België de daadwerkelijke verkoop van delen van de collectie, ondanks eerder gemaakte duidelijke afspraken met de verschillende overheden die de bank hadden gesteund met zware financiële injecties. Na protest van verschillende parlementsleden en de druk vanuit de publieke opinie werd de verkoop afgeblazen.

In 2011 overwoog de toenmalige Dexia Bank België de daadwerkelijke verkoop van delen van de collectie, ondanks eerder gemaakte duidelijke afspraken met de verschillende overheden die de bank hadden gesteund met zware financiële injecties

Gezien het cultuurhistorisch belang van de verzameling en gezien we vandaag 100 procent eigenaar zijn van de collectie, is het onze plicht de kunstwerken te behouden en tentoon te stellen en dat voor de komende generaties, ongeacht hoe het de bank verder vergaat.

Zolang de collectie niet is afgezonderd van de bank bestaat het risico dat ze vroeg of laat gedeeltelijk te gelde wordt gemaakt en zo ons land verlaat.

Het vrijwaren en uitdragen van ons kunstpatrimonium is een taak van de overheid. De Belfius-collectie moet met fierheid worden getoond aan de buitenwereld en onze musea kunnen daar zeker aan bijdragen. Gebruik ze actief om de publieke belangstelling voor kunst aan te zwengelen. Wees kortom als minister van Financiën de filosofie trouw waarmee ze werd opgebouwd: ‘Belgische kunst in Belgische handen.’

Advertentie
Gesponsorde inhoud