Van stabiliteitspact naar Europees solidariteitspact
Nog langer naar de toekomst kijken met denkkaders van het verleden is uit den boze. Er is een Europees 'pact voor solidariteit en veerkracht' nodig om ons beter te wapenen tegen toekomstige crisissen.
Verjaardagen vormen een goede aanleiding om een balans op te maken. Het is ondertussen 30 jaar geleden dat op 7 februari 1992 de ondertekening van het Verdrag van Maastricht het pad effende voor de eenheidsmunt. Enkele jaren later, in 1997, werd deze politieke impuls gevolgd door het stabiliteits- en groeipact, een set procedures en regels die ervoor moesten zorgen dat de EU-lidstaten hun overheidsschuld en -tekort onder respectievelijk 60 procent en 3 procent van het bbp zouden houden. Dankzij die begrotingsdiscipline zou - dacht men - iedereen zijn voordeel kunnen doen met de eenheidsmunt en mogelijke valkuilen vermijden.
De pandemie heeft duidelijk gemaakt dat het begrotingsbeleid de drijvende kracht is achter het economisch herstel.
Na het enthousiasme in de jaren 2000 - in de hand gewerkt door een gunstige macro-economische context - maakten de financiële crisis van 2008 en de schuldencrisis al snel een einde aan de wittebroodsweken. De eenheidsmunt, een fantastische politieke creatie, veranderde in een illegitiem keurslijf. Op het dieptepunt van de schuldencrisis heeft ongepaste en excessieve begrotingsdiscipline niet alleen economische schade aangericht door het herstel te fnuiken, maar ook geleid tot een sociale en politieke malaise.
- De auteurs
- Socialistische ministers en staatssecretarissen van België.
- De kwestie
- Dertig jaar na het Verdrag van Maastricht moeten we de Europese economische governance herdenken vanuit een meer autonoom, sociaal en ecologisch Europa.
- Het voorstel
- Oude denkkaders zijn daarvoor niet langer dienstbaar. Er is een Europees pact voor solidariteit en veerkracht nodig om ons beter te wapenen tegen toekomstige crisissen.
In de confrontatie met het coronavirus heeft de Europese Unie getoond dat ze kan leren uit haar fouten. De algemene ontsnappingsclausule die in maart 2020 is geactiveerd om de regels van het stabiliteitspact tijdelijk op te schorten, heeft lidstaten in staat gesteld hun economie massief te ondersteunen. Nog belangrijker is het Europees relanceplan, waarmee een enorm taboe voor de Europese integratie is doorbroken. Voor het eerst in haar geschiedenis kon de EU zelf leningen aangaan op de financiële markten om de noodlijdende economieën van de lidstaten te ondersteunen en nieuw leven in te blazen, en de groene en digitale transitie te versnellen.
Begrotingsbeleid
Maar het zou een vergissing zijn op onze lauweren te rusten. Wanneer de relance echt is ingezet, zou teruggrijpen naar de normen van het stabiliteitspact uit de periode voor de crisis een zware misstap zijn. De overheidsinvesteringen zouden opnieuw instorten, net als na de eurocrisis. Bovendien werden deze normen opgesteld in een totaal andere macro-economische en geostrategische context, die werd gekenmerkt door zeer hoge intrestvoeten en het verwerpen van begrotingsbeleid als instrument voor macro-economische stabiliteit, ten voordele van monetair beleid.
De pandemie heeft echter duidelijk gemaakt dat het begrotingsbeleid de drijvende kracht is achter het economisch herstel. Het belang van een solidair beleid via performante stelsels voor sociale bescherming en gezondheidszorg werd meer dan ooit aangetoond.
De gezondheidscrisis heeft ons daarnaast aan het denken gezet over de te grote afhankelijkheid van de EU van derde landen - China in het bijzonder - in strategische sectoren. Bovendien moeten de dramatische natuurrampen van afgelopen zomer en het conflict in Oekraïne een aanleiding vormen om stevig extra te investeren in onze solidariteitsstelsels, onze weerbaarheid tegen de klimaatproblematiek en onze strategische autonomie, in het bijzonder voor wat betreft energieproductie.
De dramatische natuurrampen van afgelopen zomer en het conflict in Oekraïne vormen een aanleiding om stevig extra te investeren in onze solidariteitsstelsels, onze weerbaarheid tegen de klimaatproblematiek en onze strategische autonomie.
Tegen de achtergrond van het debat dat de komende weken op Europees niveau van start zal gaan, stellen we daarom voor de Europese economische en budgettaire governance te herzien en het stabiliteits- en groeipact om te vormen tot een pact voor solidariteit en veerkracht. Dat nieuwe pact moet leiden tot financiële stabiliteit en tegelijkertijd lidstaten aanmoedigen fors te investeren in andere - even belangrijke - gedeelde belangen, zoals ecologische en sociale duurzaamheid, digitalisering en strategische autonomie.
Begrotingstrajecten
Om dat te bereiken moeten de begrotingstrajecten van de lidstaten geval per geval worden bepaald, in functie van hun specifieke economische en sociale context. De aanzienlijke extra schuld die de lidstaten in de context van de coronacrisis zijn aangegaan, mag geen argument vormen om de budgettaire manoeuvreerruimte al te zeer te beperken. Die ruimte is van essentieel belang om de huidige en toekomstige uitdagingen aan te gaan. De focus moet liggen op de houdbaarheid van de schuld op lange termijn, niet op mechanische trajecten naar een willekeurige drempelwaarde. Bovendien moet tussen het deactiveren van de algemene ontsnappingsclausule en de invoering van aangepaste regels in een overgangsperiode worden voorzien.
Voorts moeten de investeringen die nodig zijn voor de ecologische en digitale transitie - bijvoorbeeld in de sociale woningbouw of duurzame mobiliteit, net als 'sociale' investeringen in zorg, onderwijs, opleiding en de vroege kinderjaren - worden ondersteund op het niveau van de lidstaten door een gedifferentieerde behandeling binnen het nieuwe regelgevende kader.
Investeringsfonds
De eurozone en de Europese Unie moeten over een reële begrotingscapaciteit op Europees niveau beschikken om te kunnen reageren op crisissen, maar ook om te investeren in Europese gemeenschappelijke voorzieningen gelinkt aan de uitdagingen op sociaal vlak, rond de klimaat- en digitale transitie, en wat betreft strategische autonomie. In dat opzicht stellen we voor - naar het voorbeeld van de groep op hoog niveau opgezet door Europees commissaris Paolo Gentiloni - het Europees relanceplan te verduurzamen als een gemeenschappelijk investeringsfonds op lange termijn voor de financiering van grootschalige investeringsprojecten met een Europese meerwaarde.
De focus moet liggen op de houdbaarheid van de schuld op lange termijn, niet op mechanische trajecten naar een willekeurige drempelwaarde.
Daarnaast pleiten we voor de oprichting van een permanent Europees herverzekeringsmechanisme voor werkloosheid, dat in geval van crisis de werkloosheidsverzekeringsstelsels van de lidstaten ondersteunt, naar het voorbeeld van het SURE-mechanisme dat tijdens de pandemie werd ingevoerd. Voor de financiering van deze initiatieven zal ook verder moeten worden nagedacht over de eigen middelen van de Europese Unie.
Tot slot willen we dat de sociale cohesie op gelijke voet komt te staan met de begrotingsstabiliteit, door het opsporen en oplossen van sociale onevenwichtigheden binnen de lidstaten en door de Europese pijler van Sociale Rechten ten volle naar waarde te schatten.
We kunnen het ons niet langer veroorloven om naar de toekomst te kijken met denkkaders van het verleden. Vandaag stellen we een Europees pact voor solidariteit en veerkracht voor om ons beter te wapenen tegen toekomstige crisissen. Het pact moet ook de basis leggen voor de samenleving van de toekomst door massaal te investeren in gemeenschappelijke ecologische en sociale voorzieningen. 30 jaar na het Verdrag van Maastricht moeten we de Europese economische governance herdenken vanuit een meer autonoom, sociaal en ecologisch Europa. Dat is de enige manier om onze welvaart en sociale cohesie op lange termijn te garanderen.
Ondertekenaars :
Pierre-Yves Dermagne (Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk), Frank Vandenbroucke (Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid), Christie Morréale (Vicevoorzitter van de Waalse Regering en Minister van Tewerkstelling, Opleiding, Volksgezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Rechten van de Vrouw), Frédéric Daerden (Vicevoorzitter van de Regering van de Federatie Wallonië-Brussel en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement), Nawal Ben Hamou (Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Huisvesting en Gelijke Kansen), Meryame Kitir (Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid), Thomas Dermine (Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid).
Meest gelezen
- 1 'Rusland zet Jemenitische strijders in aan front Oekraïne'
- 2 Toch akkoord op klimaattop: ontwikkelingslanden krijgen 300 miljard dollar per jaar
- 3 Brusselse beurs hoopt op boost door alle beleggers te ontmaskeren
- 4 Ghelamco-eigenaar Paul Gheysens verkoopt duurste penthouse van België
- 5 De gewaagde strategie van bitcoingigant MicroStrategy