Van de zorgpremie kan 850 euro netto overblijven
Voor de zorgpremie en de hoge (para)fiscale druk op zo’n voordeel is een eenvoudige oplossing niet onderzocht. Als de sociale partners de premie kwalificeren als een ‘CAO 90-bonus’ blijft van het brutobedrag 87 procent of 850 euro netto over.
Voor de crisiscommunicatie van de overheid was 2020 het jaar van de hardleersheid, slechte voorbeelden en ‘hoe het vooral niet te doen’. De recentste frats is de communicatie over de coronapremie voor het zorgpersoneel. Verwarring bij de horde zorgverleners die door de nieuwe regering terecht werd beloond of gepaaid met een financiële tegemoetkoming ter erkenning van hun onmenselijke inspanningen het voorbije jaar. Van een eenmalige premie van 975 euro blijft klaarblijkelijk minder dan 50 procent netto in het laatje. Schande alom!
Deze premie is loon en dus onderhevig aan inhouding van bijdragen en voorheffing. Wie geregeld een loonbriefje bekijkt, weet dat vaak minder dan de helft op de bankrekening komt. Alle taxshifts en bijdrageverminderingen uit de vorige regering ten spijt, bedraagt de spanning tussen bruto- en nettoloon in dit land nog altijd meer dan 2,5. Dat geldt ook voor de zorgpremie.
Vanzelfsprekend is het kot te klein en maakt men gewag van oplichting en volksverlakkerij. Vanzelfsprekend reiken sommigen onmiddellijk alternatieven aan, gaande van een bijzondere wet (terwijl er niet eens een is die de coronamaatregelen legitimeert) tot de uitkering van maaltijdcheques voor dat bedrag. Onze fiscale koterij kan nog van pas komen.
De coronapremie vervangen door een CAO 90-bonus vergt geen nieuwe wetgeving, hakt niet structureel in op de loonkosten en betrekt alle sociale partners.
Er is een goed alternatief (althans voor alle betrokkenen uit de privésector, het gros van hen dus). Dat vergt geen nieuwe wetgeving, alleen wat administratieve flexibiliteit, en kan ook - indien gewenst - worden herhaald zonder structureel in te hakken op de loonkosten. En het betrekt alle sociale partners.
Fiscaalvriendelijk
Sinds 2008 heeft België een verloningsinstrument om fiscaalvriendelijk een bedrag (voor 2020) tot meer dan 3.000 euro toe te kennen als ‘niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel’. De fameuze CAO 90-bonus. In dat geval bedraagt de spanning tussen bruto en netto ongeveer 1,5. Van een bonus van 975 euro blijft netto ongeveer 850 euro over (87% van het brutobedrag).
Waarom deze regeling niet toepassen voor de zorgpremie? Zoals men weet vereist de CAO 90-bonus het vastleggen en bereiken van collectieve doelstellingen in de sector of de onderneming. Dat zou geen probleem mogen opleveren. Het lijkt heel aanvaardbaar als men de te behalen objectieven zou stellen in termen van de beheersing van de crisis, de kwaliteit van de verzorging en het bedwingen van het aantal opnames op intensieve zorgen.
Terwijl veel bedrijven vaak creatief moeten zoeken naar te behalen collectieve doelstellingen, lijkt het regime van de CAO 90-bonus bijna naadloos toepasbaar op wat de zorg heeft gedaan en nog altijd doet.
Terwijl veel bedrijven vaak creatief moeten zoeken naar te behalen collectieve doelstellingen (en met erg exotische exemplaren komen aandraven), lijkt het regime van de CAO 90-bonus bijna naadloos toepasbaar op wat de zorg heeft gedaan en nog altijd doet, alsof de CAO-regels voor deze situatie zijn geschreven.
De premie moet voor het hele personeel (of een bepaalde categorie) gelden en het bedrag is in beginsel gelijk voor iedereen (in functie van het tewerkstellingspercentage). De CAO 90-bonus beantwoordt aan de nood en de wensen van alle partners. De premie moet boven op het bestaande loonpakket worden toegekend en creëert geen recht op een verdere toekenning. Er is geen structurele impact op de loonkosten. Dat is belangrijk.
Op sectorvlak bestaat de CAO 90-bonus bij mijn weten in geen enkele van de betrokken sectoren. Dat vormt dus geen belemmering.
De invoering via een CAO gebeurt meestal op ondernemingsvlak, maar de regelgeving laat toe om dat op groepsniveau (bijvoorbeeld alle ziekenhuizen van ZNA of alle instellingen onder de koepel van Zorgnet) of op sectorvlak te doen (de Paritaire Comités 330, 331... kunnen allemaal dezelfde CAO sluiten). Zo kan men de gelijke behandeling van alle betrokkenen (uit de privésector) waarborgen.
Alleen voor 2021?
Het enige probleem is de retroactiviteit van de CAO 90-bonus. Volgens de regels moet men het plan vooraf neerleggen, niet achteraf. Vandaag kan men alleen nog een plan voor 2021 invoeren. Mocht de retroactiviteit een onoverkomelijk juridisch probleem vormen, dan lijkt er ruimte te zijn om tegen eind januari een CAO 90-bonusplan op te zetten dat minimaal drie maanden loopt (tot Pasen) om dan een uitkering te doen die tegemoetkomt aan alle wensen van de betrokkenen voor 2020 ‘and beyond’. De betaling van de zorgpremie misschien nog even inhouden?
Op sectorvlak bestaat de CAO 90-bonus bij mijn weten in geen enkele van de betrokken sectoren. Dat is geen belemmering. De voorgestelde oplossing blijft ook haalbaar als in individuele instellingen al een CAO 90-bonus in voege zou zijn. Zolang de maximumgrens van de bonus niet is bereikt, is er geen beletsel om meerdere CAO 90-plannen tegelijk te laten draaien.
Enige samenwerking op dat vlak tussen de bevoegde ministers (Sociale Zaken, Arbeid en Financiën) had gemor, ongenoegen, terechte wrevel en vooral moeilijke communicatiemomenten kunnen vermijden. Het is voor 2021 nog niet te laat.
Pieter De Koster
Advocaat Bird & Bird LLP
Meest gelezen
- 1 Bonte, het oudste en enige riffelbedrijf van België, stopt ermee: ''Wat moeten wij nu doen?', vragen klanten'
- 2 Élodie Ouédraogo over het einde van Unrun: ‘Ik voelde zo veel schaamte, maar ook opluchting’
- 3 Paul Gheysens, de gevreesde vastgoedboer met twee gezichten
- 4 Euroclear werd bijna voor 2 miljard euro opgelicht, maar parket weigert dat te onderzoeken
- 5 Kerstakkoord bij Volkswagen: 35.000 jobs weg, autoproductie stopt in twee fabrieken