Stikstofplan bevat ook maatwerk voor natuurherstel
Het voorlopige stikstofakkoord van februari 2022 omvat veel meer dan het aanpakken van 41 piekbelasters. Er is ook een ruim budget voor een stikstofsaneringsplan met maatwerk voor kwetsbare natuur.
In een interview met De Tijd liet professor Tobias Ceulemans (UAntwerpen) afgelopen zaterdag zijn licht schijnen over het stikstofdossier. Hij verwijt het beleid een eenzijdige focus op de reductie van stikstofemissies, zonder aandacht te hebben voor andere factoren die de toestand van onze natuur beïnvloeden, zoals verdroging, versnippering en vermesting via andere bronnen. Ook vindt hij dat de discussie vaak onwetenschappelijk wordt gevoerd.
Het grootste deel van het stikstofsaneringsplan omvat maatregelen die mikken op hydrologisch herstel.
Als ecologen en medewerkers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) willen we kanttekeningen plaatsen bij die ongenuanceerde kritiek. Het INBO is de wetenschappelijke overheidsinstantie die het Vlaamse biodiversiteitsbeleid adviseert en wetenschappelijk onderbouwt. Het leverde en levert onder andere de ruime wetenschappelijke onderbouwing van het stikstofplan.
Het cruciale punt waaraan voorbijgegaan wordt in het interview is dat het voorlopige stikstofakkoord van februari 2022 veel meer omvat dan alleen het aanpakken van 41 piekbelasters. Er wordt ook voorzien in een ruim budget voor een stikstofsaneringsplan met maatwerk voor kwetsbare natuur. Dat plan moet onder meer de sinds decennia opgehoopte stikstof in onze natuurlijke ecosystemen wegwerken en maken dat onze natuurgebieden de door Europa opgelegde gunstige staat van instandhouding halen. Het INBO staat in voor de wetenschappelijke onderbouwing van het saneringsplan en gaat daarvoor niet over één nacht ijs.
- De auteurs
- Maurice Hoffmann is administrateur-generaal en Jeroen Vanden Borre, Luc De Keersmaeker, Kris Decleer, Arne Verstraeten, Jan Wouters, Jan Van Uytvanck, Peter Van Gossum, Cécile Herr, Toon Van Daele, Floris Vanderhaeghe en Gerald Louette zijn ecologen en medewerkers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.
- De kwestie
- Professor Tobias Ceulemans (UAntwerpen) verwijt het beleid een eenzijdige focus op de reductie van stikstofemissies.
- Het voorstel
- Het voorlopige stikstofakkoord van februari 2022 omvat veel meer dan het aanpakken van 41 piekbelasters. Er is ook een ruim budget voor een stikstofsaneringsplan met maatwerk voor kwetsbare natuur.
Herstelmaatregelen
Al in 2018 stelden we per Europees beschermd habitattype een lijst op met de mogelijke herstelmaatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak van Stikstof (PAS), waarmee je de impact van stikstofdepositie kan terugdringen. Daarin maakten we al een onderscheid tussen beschermde natuurtypes (habitats) met een verschillende gevoeligheid voor stikstofdepositie. Voor de meest gevoelige habitats is de impact van stikstofdepositie zo groot dat duurzaam herstel pas mogelijk wordt nadat die depositie naar beneden gehaald is. Dure herstelmaatregelen zijn geldverspilling zonder eerst die noodzakelijke verlaging te realiseren.
Voor wat minder gevoelige natuurtypes is de situatie anders. Daar is een duurzame kwaliteitsverbetering door maatregelen al haalbaar, ook als de zogeheten kritische depositiewaarde voor stikstof nog overschreden wordt. Voor die natuurtypes zijn maatregelen die de waterhuishouding herstellen een belangrijk aandachtspunt. Het stikstofsaneringsplan houdt rekening met die differentiatie.
Nog in 2018 publiceerde het INBO voor elk Europees beschermd gebied een PAS-gebiedsanalyse. Die geeft per gebied een overzicht van de Europees te beschermen habitattypes die lijden onder stikstofdepositie, en van de concrete herstelmaatregelen die de effecten daarvan kunnen remediëren of milderen, op maat van elk beschermd habitatrichtlijngebied. Ook dat maakt deel uit van het stikstofsaneringsplan. Waar er nog hiaten in de kennis zijn, leveren we blijvende inspanningen om die wetenschappelijke kennis bij te spijkeren. Het stikstofsaneringsplan is dus puur maatwerk, toegespitst op onze beschermde gebieden.
Het verdient aandacht dat veruit het grootste deel van het stikstofsaneringsplan bestaat uit maatregelen die mikken op hydrologisch herstel. Ze zijn niet alleen effectief tegen de impact van overmatige stikstofdepositie (vermesting en verzuring), maar helpen ook andere milieudruk, zoals verdroging, te remediëren. Dat vereist echter structurele ingrepen die het niveau van het perceel of zelfs het gebied overstijgen. Het zijn maatregelen die op landschapsschaal uitgerold moeten worden en zo meteen bijdragen aan de verbetering van de milieukwaliteit van een hele reeks percelen. In veel gevallen gaat het om het structureel verhogen van het grondwaterpeil om verdroging tegen te gaan, en om het verbeteren van de waterkwaliteit.
Het INBO staat in voor de wetenschappelijke onderbouwing van het stikstofsaneringsplan en gaat daarvoor niet over één nacht ijs.
Ook bij het hydrologisch herstel is een wetenschappelijke onderbouwing essentieel. Het INBO draagt daaraan bij door onder meer een uitgebreid grondwatermeetnet in onze natuurgebieden (WATINA), door het ecohydrologische functioneren van onze beschermde gebieden in beeld te brengen (wat betekent het grondwater voor de ecologie van een gebied), en door de gefaseerde aanpak van de noodzakelijke herstelmaatregelen wetenschappelijk te onderbouwen. Het INBO zal ook instaan voor de opvolging en evaluatie van de resultaten van al die inspanningen.
Meest gelezen
- 1 Stella Li, topvrouw Chinese autobouwer BYD: 'Wij hebben 122.000 ingenieurs, ons inhalen wordt moeilijk'
- 2 Beperkte index voor hoge pensioenen en meer geld voor defensie: dit staat in De Wevers paasakkoord
- 3 Wat betekent het paasakkoord voor uw pensioen?
- 4 De must-reads van het weekend
- 5 Van Bol.com naar nucleaire start-up: Belgische bouwt nieuwe kleine kernreactor