opinie

Spijbelen voor de eindtermen

Door Joris Van Elsen, leerkracht geschiedenis en cultuurwetenschappen aan het GO! Koninklijk Atheneum Irishof Kapellen

Geachte Minister Crevits,

‘Spijbelen is niet de juiste methode,’ zei u tegen de 3.000 scholieren die donderdag betoogden voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Sta me toe, geachte minister, u de les te lezen. Als leerkracht is dit immers mijn vak.

Advertentie

Spijbelen wordt gedefinieerd als ‘een ongewettigde afwezigheid zonder reden’. Wanneer we de wetgeving erop naslaan, is het woord spijbelen hier misschien wat kras. De wetgeving omschrijft de gevallen waarin een leerling gewettigd afwezig kan zijn.

Met één dag brossen hebben Anuna De Wever en co meer eindtermen en leerplandoelstellingen gerealiseerd dan ze normaal in een week (of maand?) voorgeschoteld krijgen

Het is de bevoegdheid van de directeur om toestemming te geven aan een leerling om afwezig te mogen zijn om 'persoonlijke redenen' (code P). Het is een bewuste keuze van de wetgever om de directeur van een school deze beslissing te laten nemen. Bovendien staat er op deze vorm van afwezigheid geen plafond. Opkomen voor het klimaat is meer dan een 'persoonlijke reden' en zeker geen 'oneigenlijk gebruik' van code P. Het enige dat in deze discussie oneigenlijk wordt gebruikt zijn fossiele brandstoffen. En verantwoordingsstukken zijn er genoeg. Eén van de talloze klimaatrapporten en een selfie uit Brussel lijken ruimschoots te volstaan.

De kinderrechtencommissaris en de Vlaamse Scholierenkoepel bevestigen deze visie. Leerlingen mogen betogen indien ze voorafgaandelijk toestemming krijgen van de directeur en hun ouders.

Eindtermen

Heel de spijbelproblematiek wordt gekoppeld aan de Wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht (B.S. 6 juli 1983). In België bestaat immers leerplicht, geen schoolplicht. U zal toch niet beweren dat de leerlingen die donderdag gingen Brossen voor de bossen niets hebben geleerd? Meer nog: ze hebben exact geleerd wat u en uw voorgangers hen wilden laten leren. Met één dag brossen hebben Anuna De Wever en co meer eindtermen en leerplandoelstellingen gerealiseerd dan ze normaal in een week (of maand?) voorgeschoteld krijgen.

Net door te 'spijbelen' hebben deze leerlingen gewerkt aan de vakoverschrijdende eindtermen over 'Omgeving en duurzame ontwikkeling' (ik citeer: ‘participeren aan milieubeleid’, ‘herkennen van duurzaamheidsvraagstukken’, ‘zoeken naar duurzame oplossingen’, ‘interesse tonen en hun appreciatie uiten voor de natuur’ ...), over de 'Politiek-juridische samenleving' (‘zich actief inzetten voor de eigen rechten en die van anderen’, ‘illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen’ ...) en de 'Socioculturele samenleving'(‘het belang illustreren van sociale samenhang en solidariteit’).

Het zijn net de leerlingen die vorige donderdag niet op school waren maar in Brussel, die precies hebben gedaan wat onderwijsministers en -commissies, eindtermontwikkelaars, leerplanmakers en heel wat leerkrachten van hen verwachten: kritisch zijn, zich engageren, goed burgerschap tonen en streven naar een duurzame samenleving

Niet overtuigd? Dan zijn er nog de eindtermen geschiedenis, zoals ‘De leerlingen zijn bereid om actuele/historische spanningsvelden vanuit verschillende gezichtshoeken kritisch te bekijken …’ (ET24) of ‘De leerlingen durven vanuit een intellectueel eerlijke omgang met informatie te reageren op vormen van desinformatie.’ (ET 26)

Advertentie

Als leerling Humane Wetenschappen van een Atheneum komt daar voor Anuna nog eens de niets aan de verbeelding over latende leerplandoelstelling bij die stelt: ‘De leerlingen zijn bereid hun mogelijkheden tot maatschappelijk engagement te verkennen.’ (Leerplan Cultuurwetenschappen GO!)

Beperkt

En daar wringt nu net het schoentje. De mogelijkheden van deze jongeren voor maatschappelijk engagement zijn beperkt. Mag ik u er fijntjes op wijzen dat een groot deel van deze vermeende spijbelaars moeten wachten tot 2024 voor ze een eerste keer hun stem mogen uitbrengen tijdens verkiezingen? In 2024, mevrouw de Minister, is het kalf al lang verdronken, om het toepasselijk te formuleren.

Het zijn net de leerlingen die vorige donderdag niet op school waren maar in Brussel, die precies hebben gedaan wat onderwijsministers en -commissies, eindtermontwikkelaars, leerplanmakers en heel wat leerkrachten van hen verwachten: kritisch zijn, zich engageren, goed burgerschap tonen en streven naar een duurzame samenleving.

Wat mogen jongeren dan doen om hun ongenoegen te uiten over het gebrek aan ambitie op het vlak van klimaatbeleid? De speelplaats opkuisen? Een filmpje op Facebook plaatsen? Zagen en klagen?

Dat u, mevrouw de Minister, deze goedmenende jonge burgers met de vinger wijst, stemt mij triest. Wat mogen jongeren dan doen om hun ongenoegen te uiten over het gebrek aan ambitie op het vlak van klimaatbeleid? De speelplaats opkuisen? Een filmpje op Facebook plaatsen? Zagen en klagen? Of hebt u liever dat ze autostrades barricaderen, banden van SUV's aflaten, muren vol graffiti met klimaatboodschappen spuiten en illegaal bomen planten voor de deur van het kabinet van minister Schauvliege om aandacht te krijgen voor het klimaat?

Ik kan alleen maar hopen dat uw collega's deze jongeren feliciteren wanneer ze woensdagnamiddag - en de associatie met strafstudie is voor de jonge lezers meteen gelegd - op het matje worden geroepen door de Vlaamse Regering. Deze jongeren hebben gedaan wat ze moesten doen, wat iedereen zou moeten doen, wat onze vier klimaatministers in Polen niet hebben gedaan.

Wanneer mijn leerlingen vragen of ze komende donderdag naar Brussel mogen, zal ik hen zeggen dat dat van u niet mag. Maar ik zou mij schamen als alle leerlingen braaf in mijn klas verschijnen.

Met vriendelijke groeten,

Joris Van Elsen

Advertentie
Gesponsorde inhoud